Je mag maximaal 2 dozen doorlassen. Het maakt geen verschil of je ze met doppen oplast of op de klemmen doorlast.
Als je bestaande, normale groep met 16A is afgezekerd mag je daarop maximaal 16A x 230V = 3.680 watt aansluiten. Per 7 M2 woonruimte geldt over het algemeen 1 WCD, een WCD staat voor 200 watt en elk lichtpunt telt voor 100 watt.
Een normale inbouwdoos is 4 centimeter diep; een inbouwdoos met extra lasruimte 5 cm. In de lasruimte mogen maximaal 2 lasdoppen of lasklemmen met in elk 4 draden, dan wel 3 lasdoppen of- klemmen met in elk ten hoogste 3 draden worden aangebracht.
Doorlussen gaat van klem op klem van de wcd-en dat moet je niet te vaak doen(3 is een mooi aantal) maar word niet vermeld in een regel. Doorlassen hierbij ga je van lasklem naar lasklem en op e lasklemmen zet je de wcd-en hieraan zit in principe geen maximaal aantal achter elkaar.
Waar je ook rekening mee moet houden is dat er in een circuit, maar acht groepen stopcontacten mogen worden aangesloten. Dit wil zeggen dat er een enkele automaat acht groepen stopcontacten van stroom mogen voorzien.
Je mag voor specifiek gebruik dus maximaal één wandcontactdoos achter een groep zetten. Let op: om oneigenlijk gebruik van stopcontacten voor specifiek gebruik tegen te gaan, moeten er in de directe omgeving voldoende algemene wandcontactdozen aanwezig zijn.
Er worden altijd maximaal 10 aansluitpunten per groep aangehouden Menko.
Een normale inbouwdoos is 4 centimeter diep; een inbouwdoos met extra lasruimte 5 cm. In de lasruimte mogen maximaal 2 lasdoppen of lasklemmen met in elk 4 draden, dan wel 3 lasdoppen of- klemmen met in elk ten hoogste 3 draden worden aangebracht.
Je mag maximaal 2 dozen doorlassen. Het maakt geen verschil of je ze met doppen oplast of op de klemmen doorlast.
Houd rekening met dat maar vijf draden onder één lasdop mogen zitten. Hierdoor maken alle draden contact met de lasdop. Indien meer dan vijf draden met elkaar verbonden dienen te worden dan dient de las gesplitst te worden. Bekijk hier lasdoppen voor het verbinden van elektriciteitsdraden.
Er is geen verplichting tot gebruik van een centraaldoos systeem. In oudere woningen zit vaak een hoofdleiding systeem. Je mag maken wat je wilt. Zolang het systeem maar voldoet aan de nen1010.
In een stijve buis van 16mm mogen 5 draden van 1,5mm2 of 4 draden van 2,5mm2. Een flexibele buis mag 4 draden van 1,5mm2 of 3 draden van 2,5mm2 bevatten. In een buis van 19mm mogen 5 draden van 2,5mm2, ongeacht de soort.
In de centraaldoos bevinden zich de elektra-draden. Voor een lamp is dit meestal een zwarte schakeldraad en een blauwe nuldraad, soms zit er ook een aardecontact aan de lamp, dan heeft u ook de geel/groene draad nodig. In het afdekkapje van de centraaldoos zit vaak een trekontlaster.
Specialist Elektra
Een wasbehandelings toestel boven de 3000w moet een eigen groep daaronder is dat niet nodig (8.720.2.1.1;8.720.2.1.3 NEN1010). Dat geldt voor elk apparaat boven de 3000 W: eigen groep, daaronder hoeft dat niet het is wel verstandig maar het hoeft niet. 2 groepen in 1 lasdoos is niet toegestaan.
Het is niet verstandig om twee stekkerdozen met elkaar te verbinden. Bij het verlengen van twee contactdozen wordt het elektrische vermogen van alle apparaten bij de eerste stekkerdoos opgeteld, waardoor deze heel snel overbelast kan raken.
Stroom (Ampère) x Spanning (Volt) = Vermogen (Watt)
Eén groep van 230V kan bij een 16 A zekering 230 V x 16 A = 3680 W ofwel 3,68 kW als maximum aangesloten krijgen. Kleinverbruikers hebben dus een piekbelasting tussen 3,6 kW en maximaal 55,2 kW.
Elektrische draden verbinden, wordt ook wel lassen genoemd. Er zijn verschillende manieren om elektriciteitsdraden met elkaar te verbinden. Verbind draden bijvoorbeeld met een kroonsteen, lasdop of lasklem.
Met een lasklem kun je twee elektriciteitsdraden met elkaar verbinden. Een lasklem is een soort montagevriendelijke kroonsteen. Je kan je verbinding dus eenvoudig en snel realiseren. Er bestaan een groot scala aan lasklemmen van diverse fabrikanten voor diverse toepassingen.
De voordelen van lasverbindingen ten opzichte van andere verbindingen zijn: Een verbinding met een las is stevig. Als deze juist is aangebracht is de las even sterk of sterker dan het omliggende materiaal. Een lasverbinding kan eenvoudig worden aangebracht.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
Een buis mag maximaal voor 1 groep worden gebruikt, heb je 2 of meer groepen dan heb je voor elke groep een aparte buis nodig. Ook een lasdoos of inbouwdoos mag maximaal voor 1 groep worden gebruikt. De enige uitzondering is een kookgroep.
LET OP: Trek niet meer dan twee kabels door een loze leiding. Zet niet teveel kracht op de trekveer. Werk zorgvuldig en neem de tijd.
Volgens de algemene bepalingen van het Nederlands Normalisatie Instituut welke de NEN voorschrijft moeten alle apparaten welke meer dan 2.000 watt gebruiken en of “natte groepen” zijn dienen op een aparte groep worden aangesloten. Een uitzondering hierop zijn apparaten welke minder dan 10 minuten gebruikt worden.
Ook in de woonkamer heb je veel stopcontacten nodig. Reken op zo'n 8 à 10 stuks. Vooral aan de televisie moet je veel stopcontacten plaatsen: eentje voor de TV, een digibox, een blu-ray speler, een spelconsole, het surround systeem… Denk ook aan woonkamerverlichting in de vorm van staanlampen en tafellampen.
Je mag maximaal 8 contactdozen per kring installeren Voor het aantal contactdozen moet je rekening houden met de meervoudige contactdozen die in dezelfde behuizing gemonteerd zijn, volgens deze verdeling: een sokkel met 2 mechanismen telt voor 1 contactdoos.