Als je een taart in 4 stukken verdeelt, heb je 4 stukken van 1/4. Ieder stuk is er 1 van de 4.
Een vierde deel is hetzelfde als een kwart. Op deze breukenkaart zie je een duidelijk voorbeeld met het bijbehorende kommagetal en het percentage. Breuken, kommagetallen en procenten staan namelijk in verhouding met elkaar.
Leg uit dat als je een deel met eenvoudige breuk wil berekenen je het totaal deelt door de noemer. Dus als je een kwart of 1//4 van de horloge wilt uitrekenen, dan deel je 12 : 4.
Je weet dat 1//4 25% is. 1//4 = 2//8. Dus is 1//8 hetzelfde als 25% : 2 = 12,5%. 3//8 is dan gelijk aan 12,5% × 3 = 37,5%.
Een kwart is hetzelfde als de breuk ¼ . Dit betekent dat we om een kwart van een getal te vinden, het kunnen delen door 4 (de noemer). Om dit te doen, splitsen we ons hele getal eenvoudigweg in 4 gelijke delen. Om een kwart van 24 te berekenen, kunnen we het delen door 4.
Hoe gebruik je breuken? Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat.
We moeten weten hoeveel 2/5 deel van het geheel is. Van 45 dus. De noemer van de breuk is 5.
Dit is dus belangrijkste regel bij het delen van breuken: Als je deelt, moet je kijken hoeveel van de stukken in de hele cirkel passen! Als je 1/3 door 2 deelt, dan krijg je een stuk dat 6 keer in de hele taart past. 1/3 : 2 is dus 1/6.
Om het bijbehorende percentage te berekenen, deel je de teller door de noemer.Dit antwoord vermenigvuldig je met 100.
1:4 betekent altijd een verhouding van 1 uitkomst tot 4 uitkomsten . Het is dus altijd 1/(1+4) of 1/5= 20%. Het is anders dan 1/4, dat altijd maar 25% is.
1:4 betekent 1 deel product op 4 delen water. 1:1 betekent gelijke delen product en water.
Hoeveel procent is 1 uit 4? Het percentagecijfer voor een score van 1 uit 4 wordt berekend als 25,00% .
Kwart is de benaming voor het breukgetal 1/4 (¼), dus een gedeeld door vier. Deelt men iets in vier gelijke delen, dan is elk deel een kwart. Letterlijk betekent kwart 'een vierde deel' (uit het Latijn quartus 'vierde').
1 cup = 240 ml. 1/4 cup = 60 ml. 1/3 cup = 80 ml. 1/2 cup = 120 ml.
23 = 2 x 2 x 2 = 8. 43 = 4 x 4 x 4 = 64.
Dus om te vinden wat 1,6 is als percentage, verplaats je eerst de decimale punt twee plaatsen naar rechts. Voeg dan het procentteken toe. De procentvorm van 1,6 wordt geschreven als 160% . Klik hier om meer te leren over de conversie van decimaal naar procent!
Wanneer iets 1/3 deel is van iets anders, kan je de breuk omzetten naar een kommagetal: 1/3 = 0,33... Dit wil dan zeggen dat het ongeveer 33 % zal zijn. (Het kommagetal x 100, dus.) Dit is logisch, aangezien een 'geheel' steeds 100 % is. 1/3 daarvan is 33,33...
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij.
De eenvoudigste breukvorm van 45% zou dus 9/20 zijn.
Zo geeft in de breuk 3⁄4 de teller 3 aan dat de breuk bestaat uit 3 delen ter grootte van de door de noemer 4 aangegeven delen 1⁄4. Beschouwt men de breuk als deling, dan is de teller het deeltal en de noemer de deler. Het resultaat van de deling is het quotiënt van die twee getallen.
2 – Breuken vereenvoudigen
Je kind maakt een breuk zo eenvoudig mogelijk (vereenvoudigen) door de teller en de noemer door het hoogst mogelijke getal te delen. Je moet dus zowel de teller als de noemer door dat grootste getal kunnen delen. Dit getal wordt ook wel de grootste gemeenschappelijke deler (of ggd) genoemd.
Fractie = aantal delen / totaal aantal delen
Elke breuk heeft een teller die gelijk is aan het aantal delen dat we hebben en een noemer die gelijk is aan het totale aantal delen van het geheel.
Van procent naar breuk
Hiervoor geldt: procenten x 1/100 = een breuk. Stel dat 1% een honderdste deel is (1/100), dan zou 30% dus 30×1/100 zijn = 30/100. Om deze breuk te vereenvoudigen kan je kind de teller en de noemer delen door hetzelfde getal.