Veiligheidsgedrag (safety behavior) zijn alle acties die mensen uitvoeren om een gevreesde uitkomst te detecteren, te voorkomen, te vermijden of te neutraliseren. Hoewel essentieel voor overleving tonen angstpatiënten vaak veiligheidsgedrag terwijl er geen objectieve dreiging is.
Tips om vermijdingsgedrag aan te pakken
Bedenk goed voor jezelf wat je precies angstig maakt en waar komt dit vandaan? Wanneer je dit goed weet en kan aanpakken, zal je geen vermijdingsgedrag meer tonen. Je kunt je over angsten en fobieën heen zetten met behulp van een goede coach.
Mensen met dwanggedachten en -handelingen proberen meestal situa- ties en stimuli te vermijden die dergelijke gedachten of handelingen zouden kunnen oproepen. Dit wordt aangeduid met de term 'passieve vermijding'.
Hoe meer nieuwe en positieve associaties je ervaart bij jouw angst-stimulus, hoe minder heftig je de oorspronkelijke angst ervaart. Dat heet inhibitoir leren. Het is niet zo dat je angstige associatie verdwijnt, maar de positieve associaties worden sterker. Dat merk je aan het langzaam uitdoven van het angstgevoel.
In deze behandeling wordt u in de dagelijkse praktijk bloot gesteld aan gevreesde situaties, die bij u angst oproepen en die u om deze reden vermijdt. Bij angstklachten denkt u in situaties, die u beangstigend vindt, dat de angst alleen maar erger wordt tot u dit niet meer aan kan.
Exposure in vivo moet worden toegepast als een betrekkelijk intensieve behandeling. Deze moet minimaal twaalf weken duren en er moet dagelijks minimaal een uur (zelf)exposure worden toegepast. Met specifieke situaties moet net zo lang worden geoefend totdat de situatie geen angst meer oproept.
EMDR, ofwel Eye Movement Desensitization and Reprocessing, vervaagt de levendigheid van een herinnering en de pijnlijke emoties die eraan gekoppeld zijn. Het trauma blijft niet langer in jouw heden, waardoor je het steeds opnieuw beleeft, maar wordt echt verleden tijd.
Bij imaginaire exposure ga je de ingrijpende gebeurtenis steeds opnieuw, tot in detail, doorlopen. Dit doe je met je ogen dicht en je vertelt de gebeurtenis in tegenwoordige tijd, alsof je daar (in het traumatische moment) weer bent.
Exposure-therapie, ook wel blootstellingstherapie genoemd, zorgt ervoor dat patiënten zich in een veilige omgeving bevinden en roept dan het opgelopen trauma weer op. Op deze manier – het herbeleven van het trauma in een veilige omgeving - wordt geprobeerd de angst bij de patiënt blijvend te verminderen.
Bij exposure therapie wordt de cliënt blootgesteld aan de angstopwekkende stimulus zodat hij/zij kan ervaren dat zijn angstige verwachting niet uit komt. Zo zal iemand met een fobie juist worden blootgesteld aan een spin of zal hij/zij juist gaan oefenen met het gebruiken van een lift.
Met gedragstherapie leer je hoe je niet-helpend gedrag kunt afleren en nieuw, gezonder gedrag kunt aanleren. Gedragstherapie is gericht op het aanpakken van concrete klachten die bijvoorbeeld ontstaan door angsten, fobieën of dwanghandelingen.
Uitdoving of extinctie is het proces waarbij de voorwaardelijke reflex (VR) geleidelijk verdwijnt: dit gebeurt door herhaald aanbieden van de voorwaardelijke prikkel (VP), zonder dat de onvoorwaardelijke prikkel (OP) daarop volgt.
Via cognitieve gedragstherapie leert men via inzichten het gedrag te beheersen en zo nodig te veranderen. Het is daarom belangrijk inzicht te krijgen in de manier van denken. Dit gebeurt aan de hand van gesprekken met een psycholoog of psychiater en door opdrachten thuis te doen.
Je wordt geboren met sterke kanten en kwetsbaarheden. Je kan bijvoorbeeld een aanleg voor angst, somberheid of verlegenheid (introversie) meekrijgen. Hoe deze aanleg zich ontwikkelt hangt af van je levenservaringen, bijvoorbeeld van je opvoeding. Opvoedingsfactoren spelen vaak een rol.
Iemand met een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis komt in de spreekkamer vaak verlegen en geremd over en is bang om iets verkeerds of stoms te zeggen. Er is wel behoefte aan contact met anderen, maar gaat dit uit de weg uit angst voor afwijzing. Vaak schaamt zo iemand zich ook voor zijn of haar tekortkomingen.
We ervaren dan onder meer een verhoogde hartslag, een snellere ademhaling, gespannen spieren, een beklemming bij de keel, tranen in de ogen, warm worden, druk op de borst, spanning in de buik of vermoeidheid. Welke lijfelijke sensaties op de voorgrond staan hangt samen met het gevoel of een combinatie van gevoelens.
De behandeling van PTSS bestaat meestal uit psychotherapie. Dit zijn gesprekken met een psycholoog of psychotherapeut. Er zijn verschillende vormen van therapie die goed kunnen helpen. De klachten kunnen daardoor verminderen of helemaal over gaan.
Imaginaire rescripting is een techniek waarbij we je helpen op een andere manier naar traumatische herinneringen uit je jeugd te kijken en zo de betekenis van die ervaring te veranderen. Je beeldt je in hoe je zou willen dat de gebeurtenis afloopt en je verbeeldt je ook dat je dit uitvoert.
Schematherapie is een nationaal en internationaal wetenschappelijk bewezen effectieve vorm van psychotherapie voor mensen met persoonlijkheidsproblematiek of andere langdurige klachten, zoals een zich herhalende depressie. Schematherapie helpt je de oorsprong van hardnekkige patronen te doorgronden en veranderen.
Wat is Write Junior? Write Junior is een therapievorm voor kinderen en jongeren die last hebben van een traumatische ervaring, die ze hebben meegemaakt. Tijdens een individuele bijeenkomst schrijft de jeugdige – samen met de therapeut – zijn (trauma)verhaal.
Een trauma herkennen
Je hebt last van sombere gevoelens en / of huilbuien en vaak ben je voortdurend gespannen. Een traumatische ervaring kan leiden tot het hebben van flashbacks van de gebeurtenis, herbelevingen van de gebeurtenis overdag of in je slaap.
Ad de Jongh: "EMDR is geen trucje. Trauma's zijn vaak verweven met elkaar. Tussen de vele herinneringen die een cliënt heeft, moet je de juiste aanspreken. Zet je te snel EMDR in, dan kan dat meer kwaad doen dan goed." Je krijgt geen hersenbeschadiging van een verkeerde sessie.
De effecten kunnen nog even doorwerken, wat goed is. Daarnaast is het een veelgehoorde klacht dat cliënten na de EMDR hoofdpijn en vermoeidheid kunnen ervaren. In sommige gevallen kan je ook het idee hebben dat je de regie kwijt bent als je er bijvoorbeeld nieuwe beelden of gevoelens naar boven komen.