Een windmolen mag gemiddeld niet meer dan 47 decibel geluid maken. 's Nachts mag dit niet meer dan gemiddeld 41 decibel zijn. Hiervoor worden metingen op gevels van woningen in de buurt verricht. Dit staat in het Besluit wijziging milieuregels windturbines.
Er is bij wet geen minimale afstand vastgelegd die er moet zijn tussen windmolens en bijvoorbeeld woningen, maar een vuistregel is dat circa 350 tot 400 meter afstand nodig is tussen een windmolen en bijvoorbeeld een woning van derden om aan de geluidsnorm te voldoen.
Windmolens veroorzaken laagfrequent geluid. De sterkte van laagfrequent geluid van windmolens is te vergelijken met dat van andere bronnen, zoals verkeer. Over infrasoon geluid of infrageluid, is nog weinig bekend. Infrageluid zijn trillingen met zo'n lage frequentie, lager dan 20 Herz, dat mensen ze niet kunnen horen.
Windmolens produceren 's nachts ongeveer hetzelfde geluid als overdag. De ervaring in de praktijk is dat het maximale geluid dat windmolens kunnen maken bij een woning ongeveer 3 tot 5 decibel hoger ligt dan het gemiddelde dat 's nachts is toegestaan. Dus dat is incidenteel maximaal 44 tot 46 decibel.
Het geluid van windturbines bestaat uit het geluid van apparatuur, zoals de motor, én het geluid van de draaiende wieken. Dat laatste omschrijven mensen vaak als een zwiepend of stampend geluid. Het hangt af van de wind hoe hard dat geluid is.
Cramer stelt een jaargemiddelde norm voor van 47 decibel overdag en 41 decibel 's nachts. Het geluid van windmolens mag gemiddeld over een jaar niet boven deze norm uitkomen.
Geluidsoverlast door windmolens
Een windmolen mag gemiddeld niet meer dan 47 decibel geluid maken. 's Nachts mag dit niet meer dan gemiddeld 41 decibel zijn. Hiervoor worden metingen op gevels van woningen in de buurt verricht.
Het te plaatsen type windmolen (zie afbeeldingen) produceert als geluidsbron ongeveer 80 dB(A) bij een gemiddelde windsnelheid. Als geluidsbron is dat weinig. Dat is minder dan een stofzuiger of een personenauto. Maar wel iets teveel om een dergelijke windturbine op het dak van je woning te plaatsen.
Met geluidwerende maatregelen is het makkelijker om hoge dan om lage tonen te dempen. Daardoor kunnen de lage tonen (LFG) meer opvallen (Campmans, 2018). Het is soms moeilijk om een LFG-bron op te sporen. Dit komt doordat LFG zeer ver kan dragen: tot wel enkele kilometers van de bron.
Goede locaties voor een kleine windmolen zijn op een woning in het open veld of op het dak van een flatgebouw dat boven de bebouwde omgeving uitsteekt. In de stad zijn alleen gebouwen geschikt die minstens 20 meter hoog zijn, of die 2 keer zo hoog zijn als de gebouwen of bomen in de omgeving.
Er is een duidelijk verband tussen het geluid van windturbines en hinder. In lijn met de WHO World Health Organization (World Health Organization ) definitie van gezondheid beschouwen we hinder ook als een schadelijk gezondheidseffect.
Het leidt geregeld tot slapeloosheid in mijn gezin." Binnenshuis mag 8 tot 9 procent van de Nederlanders ernstige geluidshinder ervaren door windmolens, heeft de politiek besloten. Volgens het RIVM is dit hetzelfde als bij andere geluidsbronnen, zoals weg-, trein- en vliegverkeer en industrieel lawaai.
Voor de bouw van windturbines is een omgevings- vergunning nodig. Meestal vraagt een ontwikkelaar die vergunning aan voordat hij een keuze heef gemaakt voor een specifek type windturbine. Het is namelijk onverstandig om al in een heel vroeg stadium het type en de afmetingen vast te leggen.
Een nieuw type windturbine op zee kan ook energie produceren op momenten dat er geen wind staat. Hoe dat kan? De turbine maakt gebruik van de druk onder water.
Continu geluid vanaf ongeveer 50 decibel, gemeten voor de gevel van een woning, veroorzaakt in de woning geluidsoverlast. Voor 's avonds is de grens 45 en 's nachts 40 decibel. Binnen liggen deze grenzen lager.
Over het algemeen wordt aangenomen dat het geluidsniveau overdag, gemeten aan de gevel van een woning, maximaal zo'n 50 tot 70 dB(A) mag bedragen. 's Avonds is men wat strikter en gaat het dan om 45 tot 65 dB(A) en 's nachts bedraagt de grens ten slotte zo'n 40 tot 60 dB(A).
130 decibel is de absolute pijngrens van het gehoor. Dit geluidsniveau wordt bereikt door bijvoorbeeld een laagvliegende straaljager. Extreem luid en schadelijk zijn harde klappen of vuurwerk onmiddellijk in de buurt van het gehoor: deze bereiken waarden van 180 decibel.
Een windmolen thuis levert groene energie tegen een relatief lage prijs per kWh. Groene stroom opwekken met een kleine windmolen kost namelijk tussen de € 0,25 en € 0,35 per kWh. Dit is wel duurder dan met een grote windmolen. Grote windmolens wekken namelijk stroom op vanaf € 0,088 per kWh.
Draaiende windturbines produceren naast elektriciteit ook geluid. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de wieken zich door de lucht bewegen, met de uiteinden als snelst bewegende delen. Windturbines produceren een geluid dat vaak als 'zoevend' of 'zwiepend' wordt ervaren.
De Nederlandse aanpak
In Nederland is gekozen van een norm van 47dB Lden en 41dB Lnight. Die 41dB Lnight komt zoals gezegd overeen met een LAeq van 43 tot 45dB.
Standaard wordt geluid op een afstand van 1 m gemeten. Als je dus op een afstand van 2 m van een gesprek van 50 dB zit, hoor jij maar 44 dB. Zit je op een afstand van 8 m, dan is dat 3 verdubbelingen.
windturbines hebben een maximale ashoogte hebben van 35 meter; in geval van plaatsing op een gebouw is de windturbine maximaal 5 meter of is de hoogte van de windturbine tezamen met het gebouw maximaal 35 meter.