(✓) FEIT: De gemiddelde menstruatiecyclus duurt 28 dagen, maar elke vrouw is uniek en bijna 52% van de cycli van vrouwen wijkt 5 dagen of meer af1. Aangezien menstruatiecycli niet even lang zijn, varieert ook het moment van de ovulatie. Het kan dus moeilijk te bepalen zijn wat JE meest vruchtbare dagen zijn.
Regelmatige cyclus van 23 dagen: de eisprong komt rond dag 9 van je cyclus. Je kan ongeveer 5 dagen voor en 1 dag na de eisprong zwanger worden. Regelmatige cyclus van 34 dagen: de eisprong komt rond dag 20 van je cyclus. Je kan ongeveer 5 dagen voor en 1 dag na de eisprong zwanger worden.
De eisprong vindt ongeveer 14 dagen plaats voordat je menstruatie op gang komt, ongeacht de lengte van je cyclus. Indien je een kortere of langere cyclus hebt dan schuift de dag van ovulatie op. Bij een regelmatige cyclus van ongeveer 28 dagen, is de eisprong zo'n 2 weken na de eerste dag van je laatste menstruatie.
Bij de meeste vrouwen zal uit deze curve blijken dat de eisprong inderdaad rond de 14 dagen voor de te verwachten menstruatie plaats vindt. Echter, het kan ook eerder of later plaats vinden.
De gewone witte afscheiding wordt helder en glanzend en wordt slijmerig, dradig en dun. Dat is gunstig voor de zaadcellen die daardoor makkelijker de baarmoeder kunnen bereiken. Deze verandering begint 3 tot 4 dagen voor de eisprong en daarna wordt je afscheiding meteen weer normaal.
Enkele dagen na je eisprong wordt je afscheiding meer plakkerig in plaats van rekbaar en waterig. Het is de natuurlijke manier van je lichaam om te voorkomen dat sperma in je baarmoeder komt buiten je meest vruchtbare fase.
Je start met het temperaturen op de dag waarop je ongesteld wordt en noteert elke dag alle metingen in een temperatuurcurve of grafiek. Op het moment dat je temperatuur iets zakt met 0,2 tot 0,5 graden, vindt je eisprong plaats. Daarna stijgt deze weer, maar wacht je te lang dan ben je misschien al te laat.
Vrouwen met een kortere cyclus (21 – 27 dagen) krijgen hun eisprong eerder (vanaf dag 10), vrouwen met een langere cyclus (29 – 35 dagen) krijgen hun eisprong later dan gemiddeld, te rekenen vanaf de eerste dag van de menstruele cyclus.
Anovulatie komt vrij vaak voor en treft 1 op de 10 vrouwen2. Hoewel gezonde vrouwen een anovulatoire cyclus kunnen hebben, hangt de kans dat dit gebeurt ook af van de leeftijd en het lichaamsgewicht.
De menstruatiecyclus is een nauw samenspel tussen de eierstokken en de hypofyse, een hormoonklier in de hersenen. Als deze balans verstoord is, kunt u een onregelmatige cyclus krijgen en kan de eisprong uitblijven. Dit heet ook wel een ovulatiestoornis.
De duur van een cyclus is tussen de 21 en 35 dagen, daarbuiten is er sprake van een kortere of langere cyclus. Een vrouw kan vruchtbaar zijn vanaf dag 8-9 t/m de 3e week, waarbij de bevruchting in de periode van 5 dagen na de menstruatie tot en met de ovulatie moet plaats vinden.
De luteale fase is belangrijk omdat in deze fase het baarmoederslijmvlies dikker kan worden, zodat een bevruchte eicel zich later kan innestelen. Een korte luteale fase duurt per definitie 11 dagen of minder vanaf de dag van de ovulatie tot de eerste dag van de volgende menstruatie.
Met behulp van hormonale pillen of inspuitingen proberen we de eisprong op te wekken (= ovulatie-inductie). We stimuleren dus de eicelrijping, waardoor er een eisprong komt en de vrouw regelmatiger menstrueert. Dit vergroot de kans op bevruchting.
De meeste vrouwen ovuleren op een andere dag in de menstruatiecyclus, en dit varieert ook van cyclus tot cyclus. Het is zelfs zo dat 46% van de menstruatiecycli zeven dagen of meer verschillen1.
De eisprong gebeurt immers op het einde van de folliculaire fase. Die varieert echter bij elke vrouw en hangt af van het feit of ze een regelmatige cyclus heeft of niet. Regelmatige cyclus: de eisprong vindt elke cyclus ongeveer op dezelfde dag plaats.
Het is volkomen normaal dat de menstruatie van maand tot maand kan verschillen en dat je een paar dagen overtijd kan zijn.
Hoe vaak komen meerlingen voor? In de natuurlijke situatie, dus zonder vruchtbaarheidsbehandelingen, komt een twee-eiige tweeling (dus een dubbele eisprong waarbij beide eicellen bevrucht raken) voor in 1 op 83 zwangerschappen.
Tijdens de dubbele eisprong komen tegelijk twee eicellen vrij. Die zijn afkomstig van één eierstok of van twee eierstokken. In dat laatste geval draagt elke eierstok een eicel bij.
Door een onregelmatige menstruatiecyclus heeft iemand maar een paar eisprongen per jaar, en soms helemaal geen.
De eisprong vindt 14 dagen voor de volgende menstruatie plaats. De vruchtbare periode is ongeveer 3 dagen vóór tot 1 dag na de eisprong. Wanneer je vrijt in deze periode is er kans op bevruchting. Een zwangerschapstest zal vanaf 14 dagen na de eisprong positief zijn als er een bevruchting heeft plaatsgevonden.
Per cyclus is de vrouw vruchtbaar van zo'n 2 à 3 dagen vóór de eisprong tot enkele uren erna. Je kunt dus het beste een paar keer vrijen in de dagen net voordat je ovuleert.
Wanneer het eitje precies innestelt verschilt per zwangerschap, maar dit gebeurt vaak tussen de vijf en twaalf dagen na de bevruchting. Heel uitzonderlijk is een late innestelingsbloeding, pas na twaalf dagen na de conceptie.
Testen: Als een vrouw dagelijks haar basale lichaamstemperatuur bijhoudt en er treedt geen lichte verhoging op in het midden van de cyclus, dan kan dit erop wijzen dat zij geen eisprong heeft. Als er geen elastisch baarmoederhalsslijm is, dan kan dat ook wijzen op het uitblijven van de eisprong.
De eisprong of ovulatie is het moment waarop de rijpe follikel barst en de eicel vrijkomt. Dat gebeurt ongeveer 14 dagen voor het einde van de menstruele cyclus. Kort voor de eisprong plooien de eileider en de franjes aan het uiteinde ervan zich rond de eierstok waar de rijpe eicel klaarzit voor de eisprong.
Dit slijm is helder en glanzend, als rauw eiwit, en soms ook draderig. Dan ben je vruchtbaar. Als de vruchtbare dagen voorbij zijn, verandert het slijm weer en wordt het heldere slijm witter en dikker. De slijmverandering duurt 3 tot 4 dagen.