Laat de pasta na het koken ook niet achter in het hete water, want dan gaart ze verder. Te zeer gegaarde pasta wordt vervelend kleverig.
Door pasta na het koken af te spoelen met koud water, stop je niet alleen het kookproces (wat goed is), maar koel je meteen ook je maaltijd af en verwijder je het zetmeel. En wanneer het zetmeel van de pasta is afgespoeld, heb je niet alleen minder smaak, ook je saus zal minder goed binden.
Heb je alleen gekookte pasta over? Voeg dan weer een lepeltje olijfolie toe om het plakken te voorkomen. De pasta wordt op deze manier wel slap, maar dat is geen probleem als je het later bijvoorbeeld voor soep wil gebruiken. Gekookte pasta kan je 1 tot 3 maanden in een vershoudbakje in de vriezer bewaren.
Laat restjes altijd snel afkoelen en zet ze goed afgesloten in de koelkast. Laat restjes niet langer dan 2 uur buiten de koelkast staan.
Dit smelt allemaal samen met de pasta tot een heerlijke zachtheid en de smaak wordt vele malen rijker. Het water helpt om ieder stukje pasta te bedekken in saus terwijl het zetmeel ervoor zorgt dat de saus goed aan de pasta hecht. Kook zoals een Italiaanse mamma kookt en niet meer weggooien voortaan!
Pasta neemt water op tijdens het gaar worden. Tijdens het pasta koken kan pasta twee keer z'n eigen gewicht aan water opzuigen. Dit is eigenlijk de belangrijkste reden om veel water te gebruiken.
Je kunt de spaghetti het beste breken voordat je ze gaat koken. De spaghetti slierten zijn hier nog ongekookt en daarom zijn ze nog stijf. Het breken gaat simpel gezegd gewoon makkelijker als de spaghetti stijf is.
Pasta koken zoals echte Italianen dat doen
Tijdens het koken kan het deeg soms snel te gaar zijn, zodat er een groot stuk van de structuur en de smaak verloren gaat. Daarom koken de Italianen hun pasta steevast al dente: nét beetgaar zodat alle smaken optimaal vrijkomen.
Als je pasta te lang kookt, wordt hij niet alleen slijmerig, maar stijgt er ook zijn glycemische index. Hierdoor gaat je bloedsuikerspiegel snel stijgen en zal je minder lang een verzadigd gevoel hebben. Als je de pasta afgiet op het moment dat hij perfect al dente is, is het eigenlijk al te laat.
Wanneer je de pasta overgiet met koud water, spoel je het zetmeel weg. Het zetmeel maakt de saus die je achteraf over de slierten doet romiger, en zorgt ervoor dat de pasta zich goed vasthecht aan de saus.
De tussenoplossing is het eten tot lauw of kamertemperatuur af te laten koelen. Het duurt namelijk twee uur tot er zich (te veel) bacteriën beginnen vormen als de voeding buiten de koelkast staat. Dat afkoelen gaat sneller als het eten in een laag is uitgespreid. Of je kunt ook de pan in een bak met ijswater zetten.
Heb je lange slieren pasta (zoals spaghetti of tagliatelle)? Dan is de belangrijkste truc om de pasta zo op je bord te draaien dat er een mooie ronde bol ontstaat. Je pakt een grote hoop pasta met een keukentang op, houdt het hoog boven je bord, en laat het langzaam op het bord vallen, terwijl je het bord draait.
Volgens Schols werkt het snel proberen af te koelen met bijvoorbeeld koud water niet goed. ,,Laat het eten langzaam afkoelen op het aanrecht of eventueel in de koelkast.'' Er bestaat nóg een manier om de opname van zetmeel te bemoeilijken volgens Elferink.
Zet jij vanavond een lekkere pasta op tafel? Ga dan bij een hoofdgerecht voor volwassenen uit van 100 tot 125 gram ongekookte, gedroogde pasta per persoon. Voor kleinere eters, kinderen of voorgerechten kun je uitgaan van 80 gram.
Kook de pasta net wat korter dan op de verpakking aangegeven staat zodat de pasta al dente is. Staat er bijvoorbeeld 9 minuten kooktijd op de verpakking, kook de pasta dan 8 minuten. Pasta die beetgaar gekookt is wordt dus pasta al dente genoemd.
Reken ongeveer 1 liter voor 100 gram pasta. Vul de pan niet tot aan de rand met water, tot ⅔ is meer dan genoeg, anders kookt het water – tijdens het koken van de pasta – over. Kies de juiste pan op basis van de hoeveelheid water en de pastasoort.
Al dente
Hoe zachter de pasta, des te hoger de glycemische waarde. Daarentegen geldt: hoe harder de pasta, des te beter voor je bloedsuikerspiegel, insulineniveau, hongergevoel en afslanksucces. Kook pasta dus nooit door en door gaar, zacht & plakkerig.
spaghetti met vork en lepel eten.
Italianen rollen hun pasta op de vork tegen de rand van het bord en gebruiken dus geen lepel.
Om spaghetti te eten gebruik je volgens de eet etiquette geen lepel en eet je het al helemaal niet alsof je een kom ramen naar binnen aan het slurpen bent. Plaats je vork tegen de zijkant van het bord en rol de pasta om je vork.
Pasta eet je alleen met een vork. Stop je vork in je spaghetti of tagliatelle en draai. Zelfs lasagne eet je alleen met een vork: gebruik de zijkant om de lasagne te 'snijden'. Pasta na het afgieten spoelen met koud water is echt not done: zo spoel je al het zetmeel weg.
Het zout in het water brengt je pasta namelijk op smaak. Dat kan écht het verschil maken tussen een flauw en een heerlijk pastagerecht. Je brengt niet enkel de pasta zélf op smaak, je doet dat bovendien al helemaal in het begin van het kookproces.
Olie is hydrofoob en mixt niet met water maar blijft erop drijven. De olie die je toevoegt aan het pastawater voorkomt daarom níet dat de pasta aan elkaar plakt tijdens het koken. Wel geeft het een zacht aroma af. Bij het afgieten zal er wel wat olijfolie aan de pasta blijven kleven - en plakt de pasta minder.
Zout zorgt ervoor dat je pasta smaakvoller wordt en dit komt je pastagerecht ten goede. Gebruik ongeveer 10 gram zout per 3 liter water. Voeg het zout aan het water toe zodra het water aan de kook is. Kook de pasta vervolgens totdat deze gaar is.