Je spant de spieren aan die zich ongeveer bevinden waar je broeksnaad aan de buitenkant zit. Zo ontspan je de binnenkant van je bovenbeen, en kun je jezelf goed in het zadel en om je paard heen laten zakken. Ook draai je zo je voeten recht vooruit, zodat je met de binnenkant van je been je beenhulpen kan geven.
Ontspan je bekken en bovenbenen en sluit je onderbenen losjes om de romp van je paard.Voel hoe je linker- en rechterbeen afwisselend naar voor en buiten worden opgetild. Zo liggen je benen stil voor je paard en bewegen je benen en bekken mee zonder spanning.
De ruiter kan aan de buitenschouder zien wanneer hij op het goede been lichtrijdt. Wanneer de buitenschouder voorwaarts beweegt, moet men rechtstaan, wanneer die achterwaarts beweegt, moet men zitten. Geoefende ruiters voelen vaak vanzelf wanneer ze op het goede been rijden.
Geef een kort en scherp beenhulpje met alleen je onderbeen.
Je geeft even een duidelijk tikje met je onderbeen, meer niet. Kort en scherp werkt bij een paard dat slecht voor het been is veel beter dan een lang aanduwend iets.
Belangrijkste elementen van een correcte beenpositie
Positie van de dijen: Uw dijen moeten plat tegen het zadel liggen, met uw knieën en tenen recht naar voren gericht . 3. Onderbeen: Uw onderbeen moet in contact zijn met de zijkant van het paard, met uw tenen aan de singel en de stijgbeugelriemen verticaal.
Paardrijden
Met paardrijden kan je 300 à 400 calorieën per uur verbranden (afhankelijk van je gewicht). Ook is het een geschikte work-out voor je onderlichaam en krijg je er strakke billen en dijen van.
Als je langs de schouder kijkt van het paard tijdens de galop kun je zien welk been het verst naar voren wordt gezet. Gaat het binnen voorbeen verder naar voren dan het buiten voorbeen? Dan zit je in de goede galop!
In neutrale positie hangt je been af, langs je paard. Niet afgestoken, maar ook niet aangeklemd. Als je een beenhulp geeft, dan doe je in één pas 'tik' met je kuit.Komt er geen reactie, dan is de tweede hulp 'tik-tik' met de kuit.
De draf is een snellere gang met een zweeffase. Het paard beweegt zijn diagonale benenpaar het linker voorbeen en rechter achterbeen en het rechter voorbeen en linker achterbeen tegelijk. De galop is de snelste gang van het paard.
Paardrijden is net als velen andere sporten fysiek. Je gebruikt je lichaam en stimuleert daarbij niet alleen je motoriek maar ook je lichaamsbeweging en je traint een hoop spiergroepen waaronder je bil- en beenspieren maar ook je core. Wanneer je een uur in stap, draf en galop rijdt verbrand je ongeveer 250 calorieën.
In de basis is het eenvoudig om te begrijpen hoe je beendruk gebruikt bij het paardrijden. Je vraagt het paard om afstand te nemen van je been, dus met één been beweeg je het paard zijwaarts weg van de druk aan die kant, terwijl je met beide benen vraagt om het paard voorwaarts te laten gaan .
Het beste is om de oefeningen te paard zonder zadel op een dikke deken of barebackpad uit te voeren. Hierbij is de voltigeersingel een onmisbaar attribuut. Die kun je vasthouden voor een betere balans in galop. Na enkele galopsessies kun je de singel loslaten zodat je onafhankelijk leert zitten.
Lichtrijden moet je doen vanuit je bekken. Ga dus nooit tijdens het lichtrijden eerst met je schouders naar voren en je romp erachteraan, om vervolgens met je billen naar achteren weer te gaan zitten. Je moet je schouders recht boven je bekken houden, en met je bekken iets naar voren en omhoog uit het zadel komen.
Rijd je rechtsom, dan is dit je linkerbeen. Je binnenbeen (die aan de binnenkant van je cirkel) leg je op de plek van de singel. Bij galop is het belangrijk dat je de schommelende beweging uitzit. Dit betekent, dat je heupen lekker los en je schouders ontspannen zijn.
De verlichte zit gebruik je om de rug van je paard te ontlasten. Dit is belangrijk voor zowel de balans van je paard maar ook voor jezelf. In de verlichte zit kan je makkelijker de beweging van je paard opvangen. In het cross country parcours zit je verlicht tussen de hindernissen door en boven de sprong.
Tijdens lichtrijden zet je niet je gewicht op je voeten, maar deels ook op je dijbenen. Zou je echter een weegschaal onder je dijbenen leggen dan zou je hetzelfde zien.
Door een been toe te voegen, vertelt de ruiter het paard om zijn achterhand te gebruiken . Maar als de handen van de ruiter in de weg zitten, zal dit de achterbenen van het paard juist blokkeren om verder eronder te komen. Denk er dus niet eens over om je handen te gebruiken totdat je eerst je been erop hebt gezet.
“Je houd je beide benen op de normale plaats en geeft druk met de kuit. Sommige ruiters leggen hun benen iets naar achteren, links en rechts op dezelfde plek. Of je je benen eraan houdt of na de hulp wegneemt, maar wakend in de buurt stilhoudt, hangt af van het paard.
Gebruik een kleine knijp met je binnenbeen op de singel om het paard te vragen om voorwaarts in galop te gaan . Gebruik je buitenbeen een paar centimeter achter de singel om het paard te vertellen om met zijn buitenachterbeen in galop te gaan.
Correct doorzitten moet geleerd worden, de draf is moeilijker uit te zitten dan de galop. Meeveren met de rug van het paard is de kern, en een ruiter of amazone heeft er sterkte buikspieren voor nodig.
Als de linker voorhoef eerder verschijnt dan de rechter voorhoef, dan bent u op de linker voorhand. Als de rechter voorhoef eerder verschijnt dan de linker voorhoef, dan bent u op de rechter voorhand . Als u op de verkeerde voorhand bent, breng uw paard dan terug naar een draf en vraag het opnieuw.
Paardrijden is een gezonde sport en bezigheid voor lichaam en geest en je kan er zeker wel van afvallen, al zijn de meningen er over verdeeld. Veel gewichtsconsulenten beweren namelijk dat je helemaal niet afvalt met paardrijden omdat je er te weinig calorieën mee zou verbranden, maar dat verhaal klopt dus totaal niet.
Schaafwonden en snijwonden: Ruiters kunnen schaafwonden of snijwonden oplopen als ze in contact komen met ruwe oppervlakken, takken of uitrusting. Vaginale bloeding : Sommige vrouwelijke ruiters kunnen vaginale bloedingen ervaren tijdens of na het rijden.
Veel ruiters hebben helaas (wel eens) klachten aan rug, bekken, heupen of schouders.Hierdoor kunnen houdingsproblemen ontstaan.Denk hierbij aan moeite met doorzitten, onrustige benen of bijvoorbeeld stoelzit.