Als keelpijn, vergrote halsklieren en moeheid langer duren dan 7 tot 10 dagen, dan kun je Pfeiffer hebben. Bloedonderzoek kan dit dan na een week aantonen.
Het bloedbeeld bij een acute EBV -infectie is vaak opvallend: meer dan 50% mononucleaire cellen met meer dan 10% atypische lymfocyten. Hetzelfde beeld is echter te zien bij diverse andere infecties (bijvoorbeeld CMV -infectie of rubella) en bij acute lymfoblastaire leukemie.
De symptomen kunnen abrupt ontstaan, maar meestal worden ze voorafgegaan door een periode (gemiddeld een week) met algemene malaise, hoofdpijn, koorts, keelpijn, rillerigheid en anorexie. Bij jongvolwassenen wordt de presentatie van klachten meestal gekenmerkt door: keelpijn, koorts en lymfadenopathie.
Klierkoorts kan worden aangetoond door middel van een sneltest. Deze test kan echter bij ongeveer 20% van de mensen met klierkoorts de ziekte niet aantonen. Een alternatief is het opsporen van antistoffen tegen het virus in het bloed. Deze kunnen gedetecteerd worden vanaf het ontstaan van de eerste symptomen.
Na een week is er meestal een combinatie van keelontsteking, koorts en gezwollen, pijnlijke lymfeklieren. De keelontsteking en lymfekliervergroting kunnen 2 tot 3 weken aanhouden, de vermoeidheid 2 tot 3 maanden.
Vaak hebben mensen met de ziekte van Pfeiffer ook een vergrote milt. Dit veroorzaakt meestal geen symptomen, maar zorgt er wel voor dat de milt makkelijker kan scheuren. Ook hebben sommige mensen met pfeiffer een vergrote lever, wat kan leiden tot geelzucht.
Voor het aantonen van een EBV infectie worden 3 bloedtesten gedaan: EBV Epstein-Barr virus IgG antistoffen (oude besmetting) EBV Epstein-Barr virus IgM antistoffen (recente besmetting)
Er zijn geen medicijnen tegen de ziekte van Pfeiffer, bij je kind of bij anderen. Het is een kwestie van uitzieken. Meestal gaat het vanzelf over en verdwijnen de meeste symptomen binnen twee tot vier weken.
Soms kan iemand die de ziekte van Pfeiffer heeft gehad, later weer opnieuw klachten krijgen. Het is moeilijk om te voorkomen dat iemand besmet raakt. Veel kinderen hebben geen of weinig klachten.
De ziekte van Pfeiffer ofwel mononucleosis infectiosa, veroorzaakt door het Epstein-Barr-virus, is een veelal onschuldig verlopende infectieziekte. 1 Er bestaat echter een aantal minder frequent voorkomende complicaties die aan deze ziekte een ernstig beloop kunnen geven.
Een lagere uitslag wijst op een verminderde aanmaak of een verhoogde afbraak van witte bloedcellen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij medicijngebruik en na een infectie. Een hogere uitslag wijst meestal op een infectie, maar komt ook voor bij auto-immuunziekten of een ziekte van het beenmerg.
Een verhoogde hoeveelheid lymfocyten (lymfocytose) is meestal het gevolg van een infectie met een virus en soms een bacterie. Bij bepaalde soorten bloedkanker (leukemie) kunnen de lymfocytenwaarden zijn verhoogd, vooral bij oudere mensen.
Na een doorgemaakte infectie kun je niet opnieuw besmet raken met het virus. Klachten kunnen in periodes van verminderde weerstand wel weer wat opspelen.
Het syndroom van Pfeiffer is een zeldzame aangeboren afwijking aan de schedel, waarbij de fontanellen van de pasgeborene te vroeg aan elkaar groeien. Het syndroom van Pfeiffer (niet te verwarren met de ziekte van Pfeiffer) kan samengaan met syndactylie (aan elkaar vastgegroeide vingers of tenen) en schisis.
Het is af te raden om alcohol te drinken als je de ziekte van Pfeiffer hebt. Als je alcohol drinkt vindt er een heel verwerkingsproces plaats in de lever. Bij elk standaardglas alcohol dat je drinkt, heeft de lever één tot anderhalf uur nodig om dit te verwerken en uit te scheiden.
Moeheid komt meestal door slaapproblemen. Maar ook psychische of lichamelijke oorzaken zijn mogelijk. Psychische oorzaken hebben te maken met hoe u zich voelt en waar u aan denkt. Lichamelijke oorzaken hebben te maken met wat u aan uw lijf voelt (jeuk, pijn) en met allerlei ziekten.
De ziekte van Pfeiffer is een infectieziekte dat door een virus wordt veroorzaakt. Dit virus wordt ook wel het Epstein-Barrvirus genoemd. Iedereen raakt wel een keer besmet met dat virus. De meeste mensen hebben geen klachten als ze besmet zijn, maar zijn dragers.
De uitslag geeft aan hoeveel CRP er in uw bloed aanwezig is. Normaal is deze waarde kleiner dan 10. Een verhoging wijst op een ontsteking in uw lichaam. Als er een verdenking bestaat op een longontsteking dan wordt er bij waarden van 100 of groter meestal overgegaan tot het voorschrijven van een antibioticum.
Deze infectieziekte wordt veroorzaakt door een virus in het speeksel. Pfeiffer wordt dan ook nog wel eens de 'kissing disease' genoemd. Toch is het onduidelijk of je van zoenen ook echt de ziekte van Pfeiffer kunt krijgen.
De normale bezinkingssnelheid is afhankelijk van de leeftijd. Ze neemt in de loop van de jaren geleidelijk toe, van 1 mm bij de geboorte tot maximaal 35 mm bij ouderen.
Behandeling van de ziekte van Pfeiffer
De ziekte gaat in principe vanzelf over en er ontstaan vrijwel nooit complicaties. De ernst en de duur van de ziekte is bij iedereen verschillend. De meeste klachten verdwijnen binnen 5 tot 8 weken. Je kunt je dan nog wel een aantal maanden moe voelen.
Klachten / symptomen cytomegalie
De verschijnselen van cytomegalie wisselen sterk. Bij gezonde volwassenen leidt het soms tot verschijnselen die op Pfeiffer lijken: dagenlang koorts, keelpijn, vermoeidheid, lymfeklierzwelling en soms een leverontsteking.