Er wordt bloedonderzoek gedaan naar antilichamen die de overdracht van signalen van zenuwen naar de spieren belemmeren. MG kan ook veroorzaakt worden door een genetisch probleem. De diagnose wordt dan vastgesteld door DNA-onderzoek.
Symptomen van spierzwakte
Slap gevoel in ledematen. Slappe spieren. Krachtverlies. Vermoeidheid.
Onderzoek naar een mogelijke spierziekte omvat vrijwel altijd een bloedonderzoek. Belangrijk is de bepaling van de hoeveelheid creatinekinase (CK) in het bloed.
De mate van de spierzwakte kan per periode wisselen. Spierstijfheid doet zich met name voor na een periode van rust en dan vooral in de bovenbenen en -armen, de handen en de nek. Kou kan de stijfheid verergeren. Veel voorkomende klachten zijn een stekende, zeurende pijn en vermoeidheid.
Vitamine D speelt ook een belangrijke rol bij het in stand houden van een goede spierfunctie. Als je een tekort hebt aan vitamine D zijn spierzwakte en spierkrampen vaak de eerste symptomen van een tekort.
Wanneer u pijn heeft aan uw spieren, botten of pezen, gaat u eerst naar de huisarts of fysiotherapeut. Als uw huisarts of fysiotherapeut uw klachten niet zelf kan behandelen, kan u doorverwezen worden naar een orthopedisch chirurg.
U krijgt een E.M.G. Een E.M.G. is een spieronderzoek. Dit onderzoek voeren we uit bij klachten aan spieren en/of zenuwbanen. Tijdens dit onderzoek verzamelen we informatie over hoe uw spier werkt en hoe de zenuw werkt die uw spier opdracht geeft tot aan- en ontspannen.
Bij neurologische problemen kan er sprake zijn van overmatige slaperigheid, epilepsie, verminderd verstandelijk vermogen, duizeligheid, oogbewegingsstoornissen, slikstoornissen, spierstijfheid of juist zwakte, gevoelsstoornissen en tintelingen.
Om een beweging te kunnen uitvoeren krijgen spieren een signaal van de hersenen via de zenuwen. Een probleem in eender welke schakel van dit ingewikkelde proces kan leiden tot spierzwakte en/of verlamming.
ALS is progressief van aard, dat betekent dat iemand met deze ziekte steeds verder achteruitgaat. In vijf tot tien procent van de gevallen is sprake van een erfelijke vorm van ALS. De ziekte veroorzaakt meestal geen pijn en tast het verstand niet aan.
Andere symptomen die overeenkomen met spieratrofie zijn: Vermoeide spieren. Stijve spieren. Pijn bij belasten.
Krachtverlies. U heeft dat vooral in uw benen. Het begint met een moe gevoel in uw heupen of zware benen. Daardoor heeft u moeite om lange tijd te staan.
Vernauwingen in de beenslagaders (etalagebenen) ontstaan door slagaderverkalking. Door de vernauwing vermindert de bloedtoevoer naar de benen. De beenspieren krijgen minder zuurstof, en dit geeft pijnklachten bij het lopen. Etalagebenen ontstaan langzaam.
Door krachtsverlies in de spieren van uw bovenbenen ontstaan er problemen met lopen. Dit merkt u bijvoorbeeld met traplopen of opstaan uit een stoel. Vaak gebruikt u dan uw armen als hulpmiddel. De kracht in uw bovenarmen neem ook af.
Spierafbraak herstellen
Herstellen na ziekte of een operatie is belangrijk. Naast rust is er nog iets heel goed om spierafbraak zoveel mogelijk tegen te gaan bij het herstellen: bewegen én voldoende eiwitten binnenkrijgen. Eiwitten dragen namelijk bij aan de opbouw en het behoud van de spiermassa.
Welke medicijnen worden gebruikt bij spierkrampen? Spierverslappers kunnen spierkrampen voorkomen of kunnen verkrampte spieren verslappen. Voorbeelden zijn hydrokinine, baclofen, botuline A toxine, tizanidine en tolpersion. Benzodiazepines hebben een spierontspannende werking.
Spierpijn kan ook een symptoom zijn van andere ziektes. Dan wordt de spierpijn vaak veroorzaakt door het vrijkomen van stoffen door spierbeschadigingen, zoals bij fibromyalgie. Ook kun je spierpijn krijgen als gevolg van een ontsteking, bijvoorbeeld bij een longontsteking.
Het onderzoek is niet schadelijk voor de zenuw, noch gevaarlijk voor u. Om de spieractiviteit te onderzoeken, wordt gebruik gemaakt van een dunne naald elektrode, waarmee de spieren worden aangeprikt. Dit kan wat gevoelig zijn. Er wordt niets ingespoten.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
Bij een elektromyografie of EMG meten wij de elektrische activiteit van uw spieren. Daarnaast meten wij ook de activiteit van de zenuw die de spier aanstuurt. Het doel van het EMG-onderzoek is de werking onderzoeken van de zenuwen en spieren in uw armen of benen, of van de prikkeloverdracht van zenuw op spier.
Om vast te stellen of u spierreuma hebt, doen we een bloedonderzoek. Kenmerkend voor spierreuma is namelijk de uitzonderlijk hoge bezinkingssnelheid van de rode bloedcellen.
Aan spierreuma of welke vorm van reuma is iets te doen. U kunt pijnstillers nemen, paracetamol of ibuprofen-achtige medicijnen, maar die helpen maar matig. Warm houden onder de douche of juist koelen met een icepack kan helpen. Fysiotherapie helpt eigenlijk niks, maar het is wel goed om in beweging te blijven.
Wie kan de diagnose fibromyalgie stellen? Uiteindelijk moet de officiële diagnose gesteld worden door een reumatoloog. Uw huisarts kan u hiervoor doorverwijzen. Deze zal echter eerst met een test vaststellen of dat nodig is.