Tijdens de operatie wordt je dus beademd door een toestel en dat gaat via een pijpje in de luchtpijp. Een riskante procedure, waar lang op getraind wordt, voordat je dit zelfstandig mag uitvoeren.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel.
Een narcose: je lichaam werkt door, maar op een laag pitje. Je hersenactiviteit is laag, je kunt je niet bewegen, niet slikken en meestal niet zelf ademhalen.
Ingespoten via ader. Via een infuus spuit de anesthesist een slaapmiddel (intraveneus anestheticum) in. Ondertussen ademt u enkele keren diep in en uit boven een masker met zuivere zuurstof. U verliest nu zeer snel uw bewustzijn.
Tijdens een narcose vallen de hoest- en slikreflex weg, waardoor het gevaar bestaat dat maaginhoud in de longen komt, wat ernstige complicaties kan veroorzaken. Het is niet wenselijk dat u tijdens en na de operatie moet braken.
Bij operaties van 2 uur of langer krijgt u altijd een katheter, omdat iemand onder narcose of een ruggenprik niet kan plassen. Een katheter voorkomt dan dat de blaas te vol wordt. We plaatsen de katheter pas nadat u onder narcose bent of een ruggenprik hebt gekregen.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie. Na het wakker worden uit de narcose kunt u misselijk zijn en moet u misschien overgeven.
Bij volwassenen wordt de narcose vaak 'ingeleid' door het geven van een intraveneuze dosis van een anestheticum zoals propofol of etomidaat, waarna voor het onderhouden van de narcose een inhalatie-anestheticum (dampvormig) kan worden gebruikt gecombineerd met analgetica.
Waarschijnlijk ken je de afdeling PACU onder de naam 'uitslaapkamer'. Hier worden patiënten voor en na een operatie extra bewaakt (maximaal 24 uur) voordat ze terug gaan naar de verpleegafdeling, de Medium Care of de Intensive Care.
Door verwijding van de interne sluitspier en prostaat kan een van tevoren al minder functionerende sluitspier in de problemen komen en urine doorlaten. Ook kan de sluitspier beschadigd raken. U kunt in de eerste fase na de operatie een verhoogde aandrang voelen.
Het risico dat men overlijdt ten gevolge van de anesthesie is uiterst klein en hangt eerder samen met de algemene gezondheidstoestand van de patient, de aard van de chirurgie en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
De in- en uitademing wordt bij beademing geregeld door de beademingsmachine. De beademingsmachine kan de ademhaling ondersteunen of helemaal overnemen. De beademingsmachine is via een slangensysteem verbonden met het beademingsbuisje of 'tube' (spreek uit als 'tjoep').
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
Keelpijn treedt soms op na algemene anesthesie omdat een buis in de luchtweg of in de maag werd geplaatst. Dit pijnlijke gevoel kan enkele uren tot dagen duren, maar kan behandeld worden met zuigtabletjes of mondspoelingen.
Hoelang een beademing duurt en hoe goed het ontwennen gaat, is van patiënt tot patiënt anders. Beademing kan enkele uren duren, maar soms duurt het dagen, weken of soms zelf maanden. Ruim 45 % van de IC-patiënten wordt beademd.
Wij raden u aan om de eerste 24 uur na de operatie thuis te blijven en regelmatig te rusten. U zult mogelijk een aantal dagelijkse werkzaamheden niet kunnen verrichten.
Welke anesthesie voor u het beste is hangt af van o.a. uw leeftijd, uw lichamelijke conditie en de operatie die u krijgt. Heeft u een voorkeur voor een bepaalde vorm van anesthesie dan kunt u dit bespreken met de anesthesioloog.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.
Net voordat u onder narcose gaat, krijgt u een kapje met zuurstof voorgehouden. Dit ruikt een beetje naar plastic.
Beweging heeft veel voordelen en kan je herstel versnellen. Begin daarom de dag van je operatie goed, en zorg ervoor, als dat mogelijk is, dat je al voor de operatie wat beweging hebt gehad. Voor je herstel heb je voldoende spierkracht en een goede conditie nodig.
Blijf wandelen, fietsen en sporten en probeer dit het liefst iets meer te doen dan voorheen. Ga naar een sportschool, of maak een afspraak met onze fysiopraktijk voor extra ondersteuning; veel aanvullende verzekeringen vergoeden dit. Ook gezond eten is belangrijk als voorbereiding op een operatie.