'In de kindertijd ontwikkelen zich eerst vaardigheden zoals horen en zien, motorische vaardigheden en taal. Rond het tiende jaar zet de ont- wikkeling van het abstract denken, leren logisch denken en redeneren goed door. Dat wil zeggen: bij kinderen in een stimule- rende omgeving met hoogopgeleide ouders.
Cognitieve ontwikkeling:
Lezen en schrijven gaat nu steeds beter, terwijl rekenen moeilijker begint te lijken. Je kind lijkt steeds geïnteresseerder in hoe je met geld om moet gaan, of wil voor iets sparen of beseft hoe duur sommige dingen kunnen zijn.
Lichamelijke/motorische ontwikkeling
Kinderen van 10 jaar kunnen in de prepuberteit komen. Dat laat zich bijvoorbeeld zien door een groeispurt; meisjes worden nu langer dan jongens en hebben soms al wat geslachtskenmerken. Sommige meisjes krijgen bijvoorbeeld opgezwollen tepels. Sommige kinderen plassen (weer) in bed.
Pubers gaan meer op zoek naar spanning en sensatie, en ze raken de controle over hun slaapritme even kwijt. Sommige pubers kunnen zich ontpoppen tot ware dramaqueens. Ze reageren soms ineens heel heftig. Vreugde en verdriet volgen elkaar razendsnel op.
Een tiener is een persoon die, strikt genomen, een leeftijd heeft tussen de tien en negentien jaar. Doorgaans wordt hiermee een puber bedoeld.
Meiden van 10 kunnen vaak al meedoen met spellen die ook geschikt zijn voor volwassenen. Dan is het natuurlijk wel leuk dat je dan een spel geeft wat je samen met je dochter kunt spelen! Hier thuis zijn bijvoorbeeld favoriete spelletjes 'Keer op Keer', 'Ticket to Ride' en 'Beverbende'.
Vanaf zijn 7e verjaardag wordt je kind voorzichtiger en rustiger. Hij krijgt meer controle over zijn lichaam en denkt meer na voordat hij iets doet. En hij leert ook om meer geduld te hebben.
Waarom zitten pubers graag de hele dag op hun kamer? Voor je puber is zijn kamer de plek waar hij alleen kan zijn. Daar heeft hij privacy om zijn emoties en gedachten te ordenen, ruzies te overdenken, plannen te maken of gewoon ongestoord te dagdromen.
De hersengebieden, ook die van het puberbrein, ontwikkelen zich niet gelijkmatig, maar van achteren naar voren. En juist voor in de hersenen wordt het abstracte denken, het weloverwogen keuzes maken, consequenties van beslissingen overzien, goed plannen en prioriteiten stellen geregeld.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Een kind mag vanaf zijn 12e verjaardag dus niet zelf kiezen waar hij/zij gaat wonen of hoe vaak hij/zij naar de andere ouder gaat. Pas vanaf het moment dat een kind volwassen is, vanaf zijn/haar 18e verjaardag, mag een kind zelf keuzes maken.
Uit jaren lang onderzoek blijkt dat straffen niet werkt. Het belonen van goed gedrag werkt wel effectief, want kinderen leren dan wat gewenst gedrag is. Bij straffen niet. Straffen leidt niet tot een positieve gedragsverandering.
Sommige kinderen zijn van nature zelfverzekerder, andere twijfelen meer aan hun eigen kunnen. Deze kinderen hebben meer positieve ervaringen en feedback nodig om vertrouwen in zichzelf te ontwikkelen. Ook zijn er kinderen die onzeker worden door ervaringen die ze meemaken.
Dit is heel normaal. Is je kind erg onzeker, dan heeft hij waarschijnlijk minder zelfvertrouwen. Hij heeft het gevoel niet goed genoeg te zijn en denkt dat hij dingen niet kan die anderen wel kunnen. Je kind heeft waarschijnlijk vaak negatief gedachtepatronen en dat is moeilijk om te keren.
Meisjes van tien jaar met een lengte van ongeveer 142 cm wegen gemiddeld 34 kg, met een minimum van ongeveer 28 kg en een maximum van 35 kg. Jongens van tien jaar met een lengte van ongeveer 143 cm wegen gemiddeld 32 kg, met een minimum van 28 kg en een maximum van 40 kg.
Het is verleidelijk om “terug te vechten”en straf te geven wanneer je kinderen je kwetsen. Toch is het het juiste moment om te handelen zonder te praten, af te koelen en op een later moment te zoeken naar wederzijds begrip.
Stel grenzen, laat je kind net zo goed verantwoordelijkheid nemen, opruimen, of wat dan ook. Je biedt een luisterend oor, maar ga daarnaast je eigen gang als je kind over jouw grenzen gaat.” En bied je puber ruimte, probeer te bekijken of er toch mogelijkheden zijn om anderen te ontmoeten.
Druk gedrag kun je vergelijken met gedachten die door je hoofd gaan. Dan is de ene gedachte nog niet af, of de andere dient zich al aan. Dit drukke gedrag kan komen doordat je kind op zoek is naar prikkels, of juist zo vermoeid is dat het zich niet kan concentreren op één ding.
Het is misschien een inkoppertje, maar fysieke beweging is toch echt de beste manier om je kind op een goede manier moe te maken. Zoals klinisch slaaptherapeut Lynelle Schneeberg zegt tegen Fatherly: “Activatie van de grove motoriek, of dat nou buiten- of binnenspelen is, zorgt ervoor dat je kind dieper slaapt.