Het onderwijsniveau van de bevolking verschilt per provincie. In de provincie Utrecht wonen de meeste hoogopgeleiden, terwijl in Limburg relatief veel laagopgeleiden wonen.
Het hoogstbehaald onderwijsniveau is laag onderwijs. Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en de entreeopleiding, de voormalige assistentenopleiding (mbo1).
1. Singapore. Het onderwijsstelsel van Singapore wordt gezien als het beste ter wereld, maar staat er ook om bekend om studenten onder extreme druk te zetten. Wereldwijde wedstrijden in wiskunde en natuurkunde worden vaak gewonnen door onderwijsinstellingen uit Singapore.
Bijna drie op de tien 15- tot 75-jarigen in Nederland zijn hoogopgeleid. De sterk verstedelijkte gemeenten hebben veelal de hoogst opgeleide bevolking. Het percentage hoogopgeleiden in de aangrenzende gemeenten ligt vaak ook boven het landelijke gemiddelde.
Allereerst is het aantal hoger opgeleiden in de afgelopen decennia flink gegroeid. In 1960 was 2 procent van de bevolking hoogopgeleid. In de jaren '90 was het 20 procent en nu heeft bijna 30 procent van de Nederlanders minimaal een hbo of universitaire opleiding.
De meeste hoogopgeleiden wonen rondom de universiteitssteden en in de gebieden waar veel specialistisch werk is, vooral in het noordelijke deel van de Randstad.
Ons land telt momenteel twee miljoen werkenden en werkzoekenden met een laag opleidingsniveau. De onderzoekers doen een aantal suggesties. Zo stellen ze voor het minimumloon minder snel te laten stijgen. Dat zou werkgevers moeten stimuleren meer laagopgeleiden aan te nemen.
Bijna vier op de tien had geen startkwalificatie, dus geen diploma van mbo niveau 2 of hoger, of een havo- of vwo-diploma. Sinds 2008 is het aandeel mbo-uitstroom zonder startkwalificatie afgenomen tot 25 procent in 2016, in 2018 nam het weer iets toe.
In 2021 beschikte in Nederland 13% van de 15- tot 75-jarigen over een afgeronde masteropleiding (hbo of wo) of een doctorstitel. De afgelopen tien jaar is dit aandeel gestaag gegroeid.
29,9% van de bevolking heeft een diploma van het hoger onderwijs.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Praktisch hoog opgeleid
,,Er heerst bij sommige mensen een bepaald beeld, ook bij ouders die hun kind liever naar het hbo zien gaan, dat je als mbo'er 'laag opgeleid' zou zijn. Maar dat is juist niet zo; mbo'ers zijn praktisch hoog opgeleid!
Een havo-opgeleide heeft in vergelijking met een gediplomeerde mbo'er in de regel inhoudelijk breder onderwijs genoten. Het taal- en wiskundeleerplan ligt op een hoger niveau dan dat van het mbo. De landelijke kwaliteitseisen (eindtermen) van het havo zijn bovendien geborgd in een Centraal Examen.
Bij steeds meer beroepen is een startdiploma vereist. Toch kan het vandaag ook zonder. We praten met werknemers die in of vanuit West-Vlaanderen doorgroeiden tot een leidinggevende functie.
Als uw kind van school gaat zonder diploma (startkwalificatie), dan krijgt de gemeente hiervan een melding. Het ligt aan de leeftijd van uw kind wie daarna actie onderneemt. Doel is om uw kind weer terug te laten gaan naar school of leerbaan.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Van de bevolking heeft 2,5 procent een IQ van boven de 130 (ter vergelijking: het gemiddelde IQ van een havo-leerling bedraagt 103.8, voor een vwo-leerling 115).
“Laagopgeleide rokers hebben daarentegen over het algemeen een moeilijker leven. Ze hebben een lager inkomen waardoor het lastiger is om rond te komen, en dus hebben ze wel iets anders aan hun hoofd dan gezond te willen leven.”
Wat is nu niveau 5? Niveau 5 is een niveau waarbij de kracht ligt in de verbinding. Niveau 4 is een student die een mbo-4 opleiding heeft afgerond en is opgeleid voor een specifiek beroep gericht op het operationele niveau.
In Nederland heeft bijna 40 procent van de 15- tot 75-jarigen een havo- of vwo-diploma of een afgeronde mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4. Deze groep middelbaaropgeleiden is al jaren de grootste groep en blijft door de jaren heen in omvang vrij stabiel.
Hoogstgenoten opleiding betekent gewoon de opleiding op het hoogste niveau waarvoor je ooit bent ingeschreven.