Een fuik is een vistuig bestaande uit een om hoepels of raamwerken gespannen netwerk, voorzien van één of meer inkelingen. De fuik wordt met stokken of ankers op de zeebodem verankerd en in positie gehouden.Aan de voorzijde kan de fuik worden voorzien van vleugels (schutwant) waarlangs vis de fuik in wordt geleid.
De fuik wordt strak gehouden door twee stokken die langs de hoepels zijn bevestigd. Schietfuiken hebben één vleugel en worden tot een rij aan elkaar gekoppeld. Tijdens het varen worden ze over boord gezet (uitschieten). De grootste hoepel heeft een afgeplatte onderkant zodat de fuik niet kantelt.
Een plastic fles door de midden snijden en dan is het heel erg simpel. Je draait hem om en voila, dit is je fuik. Vissen zwemmen meestal stroomopwaarts. Die komen dan hierin terecht, worden door de hals gedwongen en komen in de fles terecht.
De beste visstekken vind je bij beschutte plekken als een brug, steiger of vlonder. Werp wat lokvoer in het water om de vissen aan te trekken. Bevestig een dobber en vishaak aan het einde van je lijn, hang aas aan de haak en gooi je hengel uit. Geluid schrikt vissen af, dus wees stil tijdens het vissen.
De diepte van je dobber hangt af van de diepte van het water. In de meeste gevallen is het verstandig om 20 tot 30 centimeter boven de bodem te vissen. Als het een warme zomerdag is, en je de voorns vaak ziet zwemmen, is het verstandig om wat hoger in het water te vissen.
Artikel 7, lid 1 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 zegt dat het verboden is om te vissen tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang.
In de kreeftenfuik zit een vaste ring wat er mede voor zorgt dat de kleine visjes er na een tijd ook uit kunnen zwemmen maar de krabben en kreeften blijven erin.
Range is populairste navigatie-app
Met de app kan iedereen aangeven waar de politie of overheid verkeerscontroles uitvoert. Dit geldt niet alleen voor automobilisten; ook reizigers op een brommer of fiets, passagiers in het openbaar vervoer en voetgangers kunnen de app gebruiken om checkpoints te melden of te ontlopen.
Er is een meeneembeperking van maximaal vijf stuks vissen, deze beperking geldt evengoed voor paling, dus men mag maximaal 5 palingen meenemen.
In veel wateren is de worm het beste aas, maar daarmee komen vaak de kleine of middelgrote vissen aan de haak. In water met veel witvis zal een aasvisje betere vangst opleveren, en dan vaak ook de grotere exemplaren. Soms kun je met verse kreeftjes of krabben de worm of aasvis verslaan.
Vissen zoals zalm, haring, karper, perca, breedbekbaars en forel werken allemaal goed als aas voor rivierkreeften, maar sardientjes, inktvis, mossels, tong en aal zullen dat niet doen. Andere opties zijn elke soort vettig, rouw vlees, zoals kip of varken.
In verband met dioxine en andere gifstoffen in paling (en wolhandkrab) is het vanaf 1 april 2011 voor iedereen (dus ook voor beroepsvissers) wettelijk verboden om in een aantal zoute wateren te vissen met vistuigen die in hoofdzaak gebruikt worden of bestemd zijn om op aal of wolhandkrab te vissen.
Het dieet van een paling bestaat hoofdzakelijk uit muggenlarven, vlokkreeften en andere ongewervelde dieren. Kleine kreeften zijnn dan ook een uitstekend aas om mee te paling vissen. De grotere paling schroomt zich niet tot het verorberen van witvissen tot een bepaalde grote.
We kunnen stellen dat de beste tijd voor paling einde van de lente, begin zomer en de vroege herfst zijn met als goede tweede de ganse zomer. Beste uren zijn de schemering tot enkele uren na middernacht. Bewolkt weer is een must.
De website alcoholcontroles.net waarschuwt jou voor actuele alcoholcontroles van de politie. Op de site staat een overzicht van controles en ook is het mogelijk om je per sms aan te melden.
Beroepsvissers vissen op rivierkreeften met fuiken of kreeftenkorven en -vallen. Onder vissers heeft het vissen met fuiken de voorkeur omdat hiermee hogere vangsten te behalen zijn. Bovendien blijft de kwaliteit van de kreeften in fuiken beter, in korven en vallen ontstaan vaak onderlinge gevechten.
Officieel mag je kreeften volgens Timmermans alleen vangen met een hengel. Met in plaats van een haakje een wasknijper met een stuk vlees ertussen. ,,Als je 's avonds met een zaklantaarn in het water schijnt, zie je ze lopen”, zegt Timmermans die zelf ook regelmatig op pad gaat.
Je gebruikt dan in plaats van een vishaak aan de lijn een wasknijper. Doe aan de wasknijper een stukje worst, die de kreeft vervolgens vastgrijpt. De lijn kan vastzitten aan een hengel of stok, maar ook los worden ingezet. In privéwater, zoals vijvers, afgravingen, etc.
Een plotselinge verandering in windrichting
Het is lastig hier goed op in te spelen en dus zullen de vissen slecht bijten. Ga liever vissen als de windrichting al een paar dagen hetzelfde is. TIP: Dagen met wat meer wind hebben vaak wel een positief effect op de vangsten.
Regen verhoogt zuurstofgehalte
Als de regendruppels het water opzwepen, neemt het zuurstofgehalte aan het oppervlak van het water toe. Ook daardoor kunnen de vissen actiever worden en eerder op het aas af gaan. Veel vissen komen bovendien liever uit hun schuilplaats als het schemert of als de nacht invalt.
Er zijn in hoofdlijn drie oorzaken van tegenvallende vangsten: 1) er zit geen vis op je stek, 2) de vis aast niet of 3) je pakt het gewoon verkeerd aan. Het eerste punt kun je ondervangen door een stek te zoeken waar je vis mag verwachten.
Maar zonder twijfel is brood, ja een simpel wit brood, nog steeds één van de beste aassoorten op deze aardkloot. Brood is een klassieker, die misschien door alle moderne aassoorten een beetje in de vergetelheid is geraakt. Het is echter een enorm breed inzetbaar aas.
net als een lekkerbekje door een beslagje halen. De graatjes garen dan gewoon mee en je hebt er geen last van. Hij is ook goed te eten als een soort 'panharing'. De gebakken vis doe je dan in een pot met azijn, pepertjes, uiringen en een laurierblaadje.
Omdat de vis in de winter passiever is heb je helemaal niet veel lokaas en aas nodig. Enkele kleine balletjes en constant wat naar beneden zinkend aas zoals hennep en casters zijn vaak al voldoende. Als de eerste voorns zich kort na het voeren melden dan weet je dat je goed zit!