De zon is pas volledig ondergegaan op het moment dat de hele zonneschijf niet meer te zien is, waardoor de dagduur gemiddeld iets langer is dan de nacht; de nacht begint pas als de zon helemaal onder is en eindigt al op het moment dat het eerste stukje zon te zien is.
Allereerst, wat is een zonsopgang? Dit is het eerste moment dat de zon opkomt vanachter de horizon. De zon draait in 24 uur om de aarde heen: wanneer het bijvoorbeeld donker is in Nederland, is het licht in Australië. Als de zon opkomt wordt dit ook wel de zonsopgang genoemd.
Wanneer er veel vocht in de lucht zit vindt meer verstrooiing plaats. Hierdoor is de lucht overdag minder blauw en rond zonsondergang zie je meer oranje en rode kleuren. Wolkenvelden kunnen dan extra en gevarieerde kleuren veroorzaken.
Zolang we nog licht en kleur in de lucht zien spreken we van schemering. In een etmaal kennen we de daglichtperiode en de periode dat het donker is. Tussen deze twee perioden in hebben we een overgangsperiode. Dit is de schemering en ervaren we voor zonsopkomst en na zonsondergang.
Tegen dat het licht die grote afstand heeft afgelegd, is al het licht met de korte golflengten (blauw) reeds verstrooid en bereikt het onze ogen niet meer. Enkel het licht met de langere golflengten (rood) bereikt nog onze ogen, zodat we een rode schijn zien.
Het licht van de zon lijkt wit te zijn, of kleurloos. Maar eigenlijk is het licht opgebouwd uit allerlei kleuren. Dit zie je heel goed bij een regenboog. Dan valt het licht uiteen in verschillende kleuren: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.
Na zonsondergang weerkaatsen die hoge wolken nog een tijd zonlicht. De gewone wolken, die we meestal zien, steken daar donker bij af en kleuren na zonsondergang eerst rood en vervolgens donkergrijs. De lichtende nachtwolken blijven dan wit, geel-oranje of lichtblauw. De sterren blijven in deze dunne wolken zichtbaar.
Door breking in de atmosfeer ziet men de zon hoger dan ze in werkelijkheid staat, en door reflectie is het al licht voordat de zon zichtbaar wordt. De ochtendschemering of dageraad is de periode tussen het verschijnen van het eerste ochtendlicht en het moment dat de zon zelf boven de horizon uitkomt.
Het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. Dat zijn de 4 windrichtingen van een kompas. De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen.
De schemering is een tijd van de dag waarin de zon onder de horizon staat en niet rechtstreeks zichtbaar is, maar de hemel nog wel gedeeltelijk verlicht. We kunnen de schemering zien omdat de aarde een atmosfeer heeft, waarin het licht gedeeltelijk verstrooit en onze planeet verlicht, zelfs als de zon weg is.
Het avondrood is te zien rond zonsondergang. Het ontstaat doordat het witte zonlicht in zijn lange tocht doorheen de atmosfeer verstrooid wordt door de interactie met zuurstof en stikstof. Daarbij blijft de rode kleur behouden. Avondrood ontstaat vaak door de aanwezigheid van minuscule stofdeeltjes in de atmosfeer.
Kleur in de vorm van pigment bestaat in de dampkring niet. De kleuren van de lucht zijn het gevolg van verstrooiing, breking en buiging van zonlicht door deeltjes in de atmosfeer. Bij de zonsopgang en zonsondergang staat de zon laag aan de horizon en legt het licht leen langere weg door de atmosfeer af.
In tegenstelling tot het blauwe licht, wordt het rode licht niet verstrooid. Dit blijft uit één specifieke richting komen. Dit geeft de zon dan een rode kleur. De wolken die bij een zonsondergang aanwezig zijn worden ook rood of roze verlicht door de ondergaande zon.
De middernachtzon is een natuurfenomeen dat in de zomer voorkomt op plaatsen ten zuiden van de zuidpoolcirkel en ten noorden van de noordpoolcirkel, dus ook in Noord-Noorwegen. De aarde draait met een gekantelde as ten opzichte van de zon, en in de zomermaanden is de Noordpool naar de zon gericht.
De zon komt dus 's ochtends op in het oosten, en gaat aan het einde van de dag weer weg in het westen. 's Ochtends twee keer de o, 's middags of 's avonds twee keer de w. Zo vergeet je dat nooit meer! (en als je eenmaal weet waar de zon staat, kun je ook altijd aanwijzen wat de vier windrichtingen zijn.
Gebruik een lange sluitertijd
Bij een meer of bij een zee heb je vaak een wijds uitzicht waardoor je de zon daadwerkelijk achter de horizon ziet verdwijnen. Door een lange sluitertijd te gebruiken verzacht je het uiterlijk van het water, waardoor het mooi aansluit bij de zachte tinten in de lucht.
Een tuin op het zuiden is de meest zonnige tuin. In deze tuin is het eigenlijk altijd licht en helder. 's Zomers kan het warm worden in de tuin, omdat heel de dag de zon in de tuin schijnt. Mocht u daar niet van gediend zijn, dan is het belangrijk dat u schaduwplekken creëert.
Waar de stippellijn de verticale as snijdt, loopt de middelbare zon gelijk met de echte zon. Dan staat de zon in het zuiden om 12 uur. En dat gebeurt vier keer per jaar (16 april, 15 juni, 2 september en 26 december). Want België behoort strikt genomen tot de tijdzone van Greenwich.
Je kunt het misschien wel raden in vergelijking met een tuin op het noorden: als je tuin richting het zuiden ligt, heb je altijd zon in je tuin. De zon zal zowel in de zomer als in de winter zijn volle baan langs jouw tuinkant maken, waardoor je optimaal van het zonlicht in je tuin kunt profiteren.
Het moment dat de zon van richting lijkt te veranderen, valt in 2021 op 21 december om 16.59 uur. Dit is de officiële winterzonnewende. In 2022 valt de winterzonnewende op 21 december om 22.48 uur.
Hoelang duurt deze langste nacht dan precies? Deze langste nacht noemt men ook wel de 'winterwende', ofwel het officiële begin van de winter. De zon gaat vandaag al om 16.29 uur onder en komt morgen pas weer om 08.49 uur tevoorschijn. Hierdoor is het in totaal wel 16 uur en 19 minuten donker!
Blauw licht wordt dus het best verstrooid, groen en geel licht al minder goed en rood licht gaat zo goed als rechtdoor door de dampkring heen. Het resultaat is dat de lucht blauw kleurt. Door de verstrooiing is het witte licht een beetje van zijn kleur kwijtgeraakt. Het resultaat daarvan is dat de zon geel kleurt.
Voornamelijk blauw licht wordt weerkaatst, terwijl het rode licht ons oog wel bereikt. "Rood komt veel meer aan. Blauw wordt makkelijker gereflecteerd en is voor het oog dus een stuk minder sterk zichtbaar." Zodoende ontstaan een rode of roze lucht.
Volgens wetenschappers kan de lucht heel soms groen worden als er veel regenwater in de wolken zit. Dan schijnt er blauw licht door de wolken en dat blauwe licht mengt dan met rood licht van de zon. En dan kleurt de lucht dus groen.
In werkelijkheid is de lucht violet. Vogels, vlinders en bidsprinkhaankreeften kunnen dat voor je bevestigen. De reden dat wij mensen een blauwe lucht zien, is dat ons oog wat minder gevoelig is voor paarse tinten dan voor hemelsblauw.