Om na te gaan of je onderzoek betrouwbaar en valide is, moet je nagaan of je met de onderzoeksmethoden hebt gemeten wat je wilde meten (dus je validiteit) en of wanneer je het onderzoek herhaalt dat je dezelfde resultaten behoudt (betrouwbaarheid).
Bij een valide onderzoek komen de resultaten overeen met de echte kenmerken, verschijnselen en verschillen in de fysieke en sociale wereld. Bij validiteit draait het vooral om de vraag of de methoden en instrumenten die je hebt gebruikt in je onderzoek, daadwerkelijk meten wat je wilt meten.
Onderzoekers bepalen over het algemeen de validiteit door een reeks vragen te stellen en zullen vaak naar de antwoorden zoeken in het onderzoek van anderen . Beginnend met de onderzoeksvraag zelf, moet u uzelf afvragen of u de vraag die u hebt gesteld daadwerkelijk kunt beantwoorden met het geselecteerde onderzoeksinstrument.
De validiteit kan worden onderzocht door te bepalen of je daadwerkelijk hebt gemeten wat je wilde meten, bijvoorbeeld door kritisch te kijken naar je onderzoeksopzet en meetinstrumenten. Validiteit is niet hetzelfde als betrouwbaarheid: Bij validiteit gaat het om de juistheid van de resultaten.
Voor de betrouwbaarheid moet je de vragenlijst op consistente wijze afnemen en willekeurige fouten voorkomen bij de data-analyse. Voor de validiteit is het van belang dat je begrippen correct zijn geoperationaliseerd, zodat je meet wat je daadwerkelijk beoogt te meten.
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Goed onderzoek verdient nauwkeurig verwoorde bevindingen die zo objectief mogelijk zijn: niet meer en niet minder dan uit de data valt af te leiden. Het is dus not done om te overdrijven en bij onduidelijkheid of zwakke bevindingen is gereserveerd taalgebruik op zijn plaats.
De validiteit en betrouwbaarheid van je scriptie worden bevorderd door de afbakening in je onderzoeksvraag, opzet van je onderzoeksmethode(n), de keuze voor je respondenten, de wijze van dataverzameling en je data-analyse. Dit betekent dat je hierover al moet nadenken in je plan van aanpak of onderzoeksvoorstel.
Je enquête moet betrouwbaar en valide zijn om op basis van de resultaten conclusies te kunnen trekken. Voor de betrouwbaarheid moet je de vragenlijst op consistente wijze afnemen en willekeurige fouten voorkomen bij de data-analyse.
Validiteit of geldigheid is de mate waarin een test meet wat deze zou moeten meten. Bij het onderzoeken van de validiteit wordt gekeken naar de mate waarin de resultaten van een test en het te meten verschijnsel met elkaar overeenkomen.
Heb je aangifte gedaan en weet je niet of de politie onderzoek gaat doen of niet? Vraag dit na bij de politie op 0900 - 8844 of bij het Slachtofferloket van de politie. Ook op Mijn Slachtofferzaak vind je informatie over wat er gebeurt met je aangifte.
Houdbaarheid gegevens, behalve natuur
In principe mogen rapporten met gegevens, onderzoeken of inventarisaties niet ouder zijn dan twee jaar.
Interne validiteit is de mate waarin je met zekerheid kunt stellen dat een vastgestelde oorzaak-gevolgrelatie (causaal verband) niet door andere factoren kan worden verklaard. Externe validiteit is de mate waarin je je resultaten kunt generaliseren naar andere omstandigheden of groepen.
Deze Gedragscode noemt 12 jaar als leeftijdsgrens, en stelt vast dat voor onderzoek van gegevens van kinderen onder de 12 jaar (of 11 jaar indien het kind al op de middelbare school zit) dit onder toezicht van of met instemming van de wettelijk vertegenwoordiger dient gebeuren.
Validiteit (validity) betekent dat je daadwerkelijk het verschijnsel meet dat je beoogt te meten. Wanneer je bijvoorbeeld een fenomeen als 'vertrouwen' wilt meten, zul je moeten nagaan of het instrument dat je daarvoor wilt gebruiken, ook echt geschikt is voor dat doel.
Een goed onderzoek dient aan een aantal criteria te voldoen; het moet valide, betrouwbaar, representatief, onafhankelijk, objectief en herhaalbaar zijn.
Om na te gaan of je onderzoek betrouwbaar en valide is, moet je nagaan of je met de onderzoeksmethoden hebt gemeten wat je wilde meten (dus je validiteit) en of wanneer je het onderzoek herhaalt dat je dezelfde resultaten behoudt (betrouwbaarheid).
Als de steekproef die je getrokken hebt in je onderzoek representatief is voor de grotere groep die je wilt onderzoeken (oftewel de doelpopulatie), dan is er sprake van externe validiteit.
Je enquête moet betrouwbaar en valide zijn om op basis van de resultaten conclusies te kunnen trekken. Voor de betrouwbaarheid moet je de vragenlijst op consistente wijze afnemen en willekeurige fouten voorkomen bij de data-analyse.
Een manier om de betrouwbaarheid van uw resultaten te controleren is om uw experiment te repliceren , hetzij door uzelf of door andere onderzoekers. Replicatie betekent hetzelfde experiment herhalen onder dezelfde omstandigheden en met dezelfde methoden, om te zien of u dezelfde resultaten krijgt.
De verschillende methoden die worden ingezet om de betrouwbaarheid te verbeteren, zoals triangulatie, reflexief dagboekschrijven en uitgebreide documentatie , dragen gezamenlijk bij aan het verminderen van vooringenomenheid en het versterken van de betrouwbaarheid van onderzoeksresultaten.
Er zijn verschillende soorten onderzoeksmethoden. Verkennend, beschrijvend en causaal zijn de drie belangrijke varianten die we met u gaan doornemen.
Binnen marktonderzoek gebruikt men de vuistregel dat acht tot tien interviews met mensen die tot een homogene doelgroep behoren, voldoende zijn. De kans is klein dat extra interviews met nieuwe respondenten nieuwe informatie oplevert”.
Vragenlijsten, registratieformulieren, schalen, beoordelingslijsten, protocollen: in onderzoek zijn dit allemaal meetinstrumenten. Ze zijn bedoeld om de realiteit op de een of andere manier om te zetten in iets meer formeels, een concept, een code, een cijfer, een reeks getallen, verbanden, al of niet gekwantificeerd.