De belangrijkste kenmerken van pestgedrag zijn: er is een negatieve bedoeling. het gebeurt structureel tegen dezelfde persoon of personen. er is machtsongelijkheid, bijvoorbeeld vanwege de sociale hiërarchie in de groep.
Praat met iemand uit de omgeving waar er gepest wordt. Als dit op school is, bespreek het dan met de leerkracht of met de anti-pestcoördinator (vaak is dit de vertrouwenspersoon). De school, maar bijvoorbeeld ook de sportvereniging, is verantwoordelijk voor een veilige omgeving en kan helpen het pesten te stoppen.
Doordat ervaringsdeskundigen voorlopers van pesten opmerkten bij kleuters jonger dan 6 jaar, mag er dus niet blindgestaard worden op de ontwikkelingspsychologie die aangeeft dat pesten maar voor zou komen vanaf de leeftijd van 6 jaar.
Zaken als spijbelen, roken en drinken kunnen dan gaan bijdragen aan populariteit. Maar enkel wat stoer gedrag is natuurlijk niet voldoende, niet iedere rebelse puber wordt populair. Het uiterlijk speelt vaak toch een rol, populaire kinderen worden vaak ook fysiek aantrekkelijk bevonden.
Voor de meeste kinderen is pesten vooral een manier om meer (sociale) status en aanzien in een groep te verkrijgen. Ook kan pesten kan een manier zijn voor kinderen om te experimenteren met sociale vaardigheden en te testen welke gedrag wel en niet acceptabel is.
Pesten voorkomen, is dat mogelijk? Nee, je kunt het niet helemaal voorkomen. Wat je wel kunt doen is zorgen dat je kind leert voor zichzelf op te komen, zodat het zelf het pesten de kop in kan drukken. Kinderen die stevig in hun schoenen staan worden niet snel het slachtoffer van pesten.
pesten gebeurt telkens opnieuw tegen dezelfde persoon (stelselmatig), plagen gebeurt af en toe en tussen verschillende personen. bij pesten is er sprake van ongelijkheid (in macht, kracht of sociale status), bij plagen is die ongelijkheid niet of veel minder aanwezig en zijn kinderen ongeveer even sterk.
Over waarom een kind gaat pesten is inmiddels veel meer duidelijk. Voor sommige kinderen die pesten is agressie een normale reactie bij een ruzie. Die agressie wordt dan door het slachtoffer ervaren als pesten. Ze kunnen zich vaak slecht inleven in andere kinderen en voelen zich minder verantwoordelijk voor hun daden.
Als je op school gepest wordt kun je met je ouders praten, maar ook naar je mentor of de vertrouwenspersoon op school gaan. Samen kunnen jullie een oplossing zoeken. Je ouders kunnen ook een aantal dingen doen om het pesten tegen te gaan, zoals naar de schoolleiding gaan.
Hieronder vallen alle vormen van verbaal pesten (uitschelden, roddelen, beledigende grapjes of bijnamen etc.), en tevens ander gedrag dat leed bij de ander kan berokkenen zoals indirect dwarsbomen, zwartmaken bij anderen, saboteren, uitsluiten, isoleren of op een andere wijze stigmatiseren.
Kinderen die gepest worden geven namelijk meerdere signalen af: Ze worden uitgelachen of op een onvriendelijke manier benaderd. Regelmatig valt het op dat er om het kind wordt gelachen of dat andere kinderen onaardige opmerkingen maken. Ze worden als laatste gekozen bij teamspelletjes.
Pesten heeft grote gevolgen. Leerlingen die gepest worden voelen zich vaak eenzaam, verdrietig, onzeker en bang. Soms durven ze niet meer naar school te gaan. Het leren wordt dan bemoeilijkt en de schoolresultaten kunnen kelderen.
Pesten is een vorm van agressie en bedoeld om een ander pijn te doen. Het kan lichamelijk pijn doen of het kan geestelijk pijn doen. Als je gepest wordt, maakt dat je onzeker, en daar kun je je leven lang last van hebben. Pesten op school of bij een sportclub komt veel voor bij kinderen en tieners.
Het wordt pesten wanneer het opzettelijk bedoeld is om jou te kwetsen. Bovendien gebeurt het bij pesten ook nog eens regelmatig zonder dat je er iets tegen kunt doen. Als je online gepest wordt is het helemaal lastig om er iets tegen te doen.
Gaat het pesten zo ver dat jij je bijvoorbeeld bedreigd wordt, kun je daar aangifte van doen. Ook smaad en laster is strafbaar. Ga daarvoor naar het politiebureau bij jou in de buurt.
Vanuit die evolutionaire gedachte is pesten vooral een manier om sociale status in een groep te versterken. Bij leerlingen zijn dit dingen als meer populariteit, meer vriendschappen en meer feestjes waarop je uitgenodigd wordt.
Sociale vaardigheden: Kinderen die minder prosociaal gedrag laten zien, hebben meer kans om gepest te worden. Kinderen die bijvoorbeeld goed kunnen onderhandelen, anderen helpen en steunen, zijn minder vaak het doelwit van pesters.
Voortgezet onderwijs
In de meeste gevallen pesten zij medeleerlingen (31 procent). Daarnaast zijn ook familieleden van leerlingen (13 procent), docenten (12 procent) en ander personeel van school (12 procent) slachtoffer van pesten. Verbaal pesten komt met 25 procent het meeste voor.
Of je een slachtoffer wordt van pesten, wordt door ongeveer 66 procent bepaald door je genen. Verder spelen allerlei factoren uit de omgeving een rol, zoals de klas waarin je zit. De genetische erfelijkheid komt ook deels door bepaalde eigenschappen die het pestgedrag uitlokken.