Bij chemisch evenwicht is er sprake van een chemische reactie die beide kanten op werken. De deeltjes van alle deelnemende stoffen blijven aanwezig. De reactie eindigt niet. Je hebt het dan over een onvolledige omzetting.
omkeerbaar: Een reactie is omkeerbaar als de reactieproducten terug omgezet worden in de reagentia bij dezelfde reactie-omstandigheden.
Bij chemische reacties zoals evenwichtsreacties worden de reagentia niet volledig omgezet in reactieproducten. Bij chemische reacties ofwel aflopende reacties, worden de reagentia volledig omgezet in reactieproducten!
In de scheikunde de permeabiliteit van gesteenten (dimensieloos). k of kB, in de natuurkunde de constante van Boltzmann. k, in de scheikunde de evenwichtsconstante. k, in de natuurkunde het symbool voor de veerconstante.
Fluor is een chemisch element met symbool F en atoomnummer 9. Het behoort tot de groep van de halogenen (groep VIIa).
Een zuur is een stof die een H+ ion kan afstaan, een base is een stof die een H+ kan opnemen. Een H+ ion wordt ook wel een proton genoemd, een zuur is dus een protondonor en een base een proton acceptor. Er zijn twee soorten zuur-base reacties, niet-evenwichtsreacties en evenwichtsreacties.
Een BOE-schema geeft de beginsituatie, omzetting en het einde van de reactie weer, waardoor het gemakkelijk wordt te berekenen. Dit kan aan de hand van een voorbeeld makkelijk worden getoond. In 440 mL water wordt 60 mL 0,20 M azijnzuur gedruppeld. Bereken de concentratie H3O+ nadat het evenwicht zich heeft ingesteld.
De reactie-energie van een endotherme reactie is positief.
Oftewel, deze reacties hebben een positieve reactiewarmte. Een exotherme reactie is een reactie waarbij energie vrijkomt, bijvoorbeeld in de vorm van warmte of licht. Hierdoor is het eindniveau van de energie lager dan het beginniveau.
Nu ga je het verschil in energie voor- en na de pijl uitrekenen, dit doe je door: energie na de pijl(eind energie) - energie voor de pijl(begin energie) = d E. (delta energie = verschil in energie tussen begin en eind) Als d E negatief is dan komt er energie vrij, de reactie is dan exotherm.
Vormingsreacties, Ontledingsreacties, ionreacties, neerslagreacties, Exotherme reacties, Endotherme reacties, Zuur-base reacties, Redoxreacties, Additie, Substitutie, Hydrolyse, Condensatie, Polymerisatie, enzovoort. Bij vormingsreacties wordt een stof gevormd uit zijn elementen. Meestal zijn vormingsreacties exotherm.
Een concentratie wordt gegeven in g/L. Dus, de hoeveelheid van de opgeloste stof gedeeld door de hoeveelheid oplossing. Je hebt twee dingen nodig om de concentratie van een stof te berekenen. Je moet weten hoeveel gram of mol je hebt van een stof en in hoeveel liter oplossing dit opgelost is.
Dit heeft vaak tot verwarring in de literatuur geleid. Voor zuivere vaste stoffen en vloeistoffen (gecondenseerde fasen) is de activiteit gelijk aan één en als zij deelnemen aan de reactie (bijvoorbeeld als de reactie in water plaatsvindt en water gevormd wordt) vallen zij daarom weg uit de evenwichtsconstante.
Een evenwichtsreactie kan alleen plaatsvinden met vloeistoffen of gassen. Hierdoor is er een bepaalde molariteit (dus een bepaald aantal mol per liter) van elke stof aanwezig die wordt gebruikt om het evenwicht te vormen. Daarnaast vinden evenwichtsreacties alleen in gesloten ruimtes plaats.
pH bereken je als volgt: pH = -log[H +]. [H +] is de concentratie H + ionen in een oplossing. Hoe hoger de concentratie, hoe meer H +ionen er in een oplossing zijn, dus hoe zuurder de oplossing is.
Aan de formule is te zien dat bij gelijke hoeveelheden zuur en base de hydroniumionen-concentratie gelijk is aan de Kz. En dus: pH = pKz.
Water is pH-neutraal (pH 7), pH-neutraal betekent dat zuren en basen elkaar opheffen. Alles wat een lagere pH-waarde heeft dan 7 is zuur, alles wat een hogere pH-waarde heeft is basisch (alkalisch).
De basen boven de OH– zijn de zwakke basen. Deze hebben een baseconstante lager dan 1, dus zullen niet alle basen in de oplossing een proton opnemen. Daarom zal dit altijd in een evenwichtsreactie eindigen.
Het is niets anders dan de afspraak: 'Water bestaat uit H+ protonen en OH- ionen. Bij zuiver water (neutraal), zijn er evenveel H+ als OH- ionen aanwezig. 'Wanneer er meer H+ protonen zijn dan spreken we van een "zuur". Een overwicht van OH- ionen noemen we een base.
Lood, een zwaar metaal, is schadelijk voor het milieu. Om die reden is het gebruik ervan teruggedrongen, maar het gebruik is in de bouw in Nederland (weer) toegestaan vanwege de recycleerbaarheid.
Arseen is een chemisch element met atoomnummer 33.