Niet alle slaapregressies duren even lang, het hangt af van de leeftijd van je kleintje en wanneer hij de mijlpalen in de ontwikkeling bereikt. Meestal duren ze 3-6 weken, maar de slaapregressie van vier maanden is een heel ander verhaal. Deze regressie gaat pas over als je baby heeft geleerd om zichzelf te settelen.
Er staat geen vast aantal dagen of weken voor een slaapregressie. Je merkt dat je baby slechter slaapt, en op een gegeven moment merk je dat de nachten weer beter gaan, of dat er een nieuw slaapritme is. Dat kan na een paar dagen al zo zijn, maar een periode van slecht slapen kan ook zes weken duren.
Slaapregressie bij 4 maanden
De slaapregressie die ouders vaak het zwaarste vinden zijn die op 4 maanden en op 8 maanden. En dat is niet zo gek: er gebeurt zo ontzettend veel in het eerste jaar, en dan vooral rond deze periodes. Met 4 maanden zijn jouw kindje en jij net uit het vierde trimester.
Hoelang duurt het gemiddeld om door de 4 maanden slaapregressie te komen? Een slaapregressie is iets tijdelijks en gaat doorgaans vanzelf over, maar het veranderende slaappatroon kan soms wel een paar weken duren.
Sprong 3 – vanaf 11 weken: De wereld van vloeiende overgangen. Het hele eerste jaar leert je baby dingen die voor ons als volwassenen zo simpel zijn, dat we er niet meer bij stil staan. Maar voor baby's zijn ze het hoogst bereikbare en dus hun piekervaringen. Zo volgen op de vaste 'patronen' de 'vloeiende overgangen.
Toch zijn groeisprongen niet hetzelfde als slaapregressies. Een groeisprong heeft alles te maken met groeien. Een slaapregressie heeft veel meer te doen met enorme mentale en fysieke veranderingen. Tijdens een groeisprong merk je goed waarom je baby vaker wakker wordt (voeden).
Daardoor is ook niet goed te zeggen hoe lang een slaapregressie bij 4 maanden duurt. Sommige ouders merken na twee weken dat hun baby weer beter gaat slapen, maar het kan ook tot zes weken duren.
Heel belangrijk tijdens de slaapregressies is de dagindeling. Laat je kleine op vaste momenten slapen en eten. Probeer structuur in de dagen aan te brengen en probeer – als je dit nog niet doet- een slaaproutine in te bouwen zodat je baby herkent dat het weer tijd is om te gaan slapen.
Hoelang duurt de slaapregressie van 9 maanden? Hier is geen eenduidig antwoord op te geven, maar gemiddeld genomen kan het veranderende slaapgedrag een paar weken aanhouden. Maar het is ook heel normaal als kinderen hier langer of korter (of helemaal niet) mee te maken krijgen.
De lastige fase van sprong 4: verandering brengt weerstand
Dat noemen we de lastige fase van de sprong. Deze lastige fase duurt meestal 5 weken, maar kan ook 1 of 6 weken duren, dit kan per baby verschillen. Behalve de drie bovengenoemde H's kan je baby nog een aantal kenmerken vertonen als hij de lastige fase ingaat.
Wanneer je kind rond 12 maanden is kun je merken dat hij of zij opeens meer moeite heeft met slaap. Zelfs baby's die 's nachts zijn gaan doorslapen, kunnen ineens ander slaappatroon krijgen. Een plotseling veranderde en verslechterde slaappatroon wordt de 'slaapregressie' van 12 maanden genoemd.
18 maanden
Extreem vroeg wakker worden doet zich tijdens deze slaapregressie ook veel voor, net als lang wakker zijn gedurende de nacht. Taalontwikkeling is de oorzaak van deze slaapregressie en laten we eerlijk zijn. Dit is ook een geweldige ontwikkeling!
Een slaapregressie kan een paar dagen tot enkele weken duren. Als je je baby aan de hand van het slaapschema voor 6 maanden in een fijner slaapritme krijgt, is het dus goed om er rekening mee te houden dat dit rond 8 maanden tijdelijk kan verslechteren.
En het middagdutje duurt normaal gesproken 1 à 2 uur. Als het middagdutje door de slaapregressie bij 2 jaar echt niet lukt, probeer dan eens uit of je kind op een wat eerder of later tijdstip wil slapen.Bouw in elk geval een rustmoment in, zoals samen een boekje lezen of naar rustige muziek luisteren.
De slaapregressie rond 7 maanden gaat vanzelf weer over. Maak je niet teveel zorgen en probeer nieuwe slaapassociaties te voorkomen. Tijdens slaapregressies zijn veel ouders geneigd om opeens hun kindje weer te gaan helpen bij het in slaap vallen of om opeens weer nachtvoedingen te geven.
Het verschilt per kind hoe lang de slaapregressie bij 12 maanden duurt. Het slechtere slapen kan na een paar dagen weer voorbij zijn, maar het kan ook een paar weken aanhouden.
Baby's en dreumesen kunnen angstig worden en gaan huilen als hun ouders weggaan. Dit heet scheidingsangst en dat is een normale reactie. Scheidingsangst begint meestal vanaf zes maanden en kan doorgaan tot in het derde levensjaar. Hoe lang het duurt verschilt per kind.
Baby's ontwikkelen steeds een nieuw slaapritme en daardoor kunnen zij perioden van slapeloosheid krijgen. Hierdoor raken zij gemakkelijk oververmoeid, waardoor zij gaan vechten tegen de slaap. Onze tip: Let op de vroege tekenen van vermoeidheid, zoals geeuwen of langzamer knipperen met de oogjes.
Ieder kind ontwikkelt zich namelijk in een eigen tempo. Zo is het mogelijk dat je baby van 7 maanden last heeft van de 8 maanden slaapregressie. Het verschilt ook per kind hoelang en hoeveel last hij of zij heeft van de slaapregressie.
In de vierde sprong komt je baby in de wereld van Gebeurtenissen terecht. Waar je baby eerst enkel sensaties, patronen en vloeiende overgangen los van elkaar kon ervaren, snapt hij of zij nu dat dit bij elkaar hoort en één gebeurtenis is!
Maar het klopt dat de slaap van je baby rond 4 maanden (en meestal tussen 3-5 maanden) veranderd. Rond de 4 maanden is het het eerste significante moment waarbij het slaapritme van je baby duidelijk anders wordt dan dat je gewend was. Dit wordt 4 maanden slaapregressie genoemd.
Wat ze na deze sprong heel goed kan is hele mooie verhalen vertellen met het stemgeluid dat klinkt als een piepende en krakende deur. Het gaat vloeiend van laag naar hoog en eindigt soms in een gilletje. Wat grappig dat je dit soort geluiden opeens kan waarderen wanneer het uit jouw kindje komt.
Wat gebeurt er tijdens de 4 maanden sprong? Een van de belangrijkste dingen die je baby leert tijdens de 4 maanden sprong is verbanden zien. Hiervoor kon je baby al sensaties, patronen en (vloeiende) overgangen herkennen, maar zag hij dit als losse gebeurtenissen.