De Apgar-score bestaat uit 5 onderdelen: de ademhaling, spierspanning, reflexen, huidskleur en hartslag van je baby. Je verloskundige onderzoekt dit direct na de geboorte. De meeste baby's hebben een goede Apgar-score. Soms is er een reden voor medisch onderzoek of behandeling door de kinderarts.
Met de Apgar-test wordt bepaald hoe goed de baby zich aanpast aan het leven buiten de baarmoeder. Ongeveer één minuut na de geboorte worden de ademhaling, huidskleur, spierspanning, hartslag en reactie op prikkels nagegaan. Op elk van deze parameters wordt een score gegeven van 0, 1 of 2.
Een van de eerste manieren om te controleren of je baby genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt, is door de groei in de gaten te houden. Baby's worden regelmatig gewogen door het consultatiebureau, en dat is een goede indicatie van hun gezondheid. Een gezonde baby volgt meestal een bepaalde groeicurve.
Typische hongersignalen
Hij zal eerst rustig en alert zijn en zijn ogen snel bewegen. Hij gaat op zoek door zijn hoofdje te draaien en zijn mondje te openen, als je zijn mondhoek met je schone vinger aanraakt. Hij kan gretig op zijn handjes gaan sabbelen en met zijn lipjes gaan smakken.
Baby's hebben genoeg gedronken als ze uit zichzelf de tepel loslaten, in een voldane slaap vallen of hun zuigritme oppervlakkiger wordt. Lijkt je baby na een voeding niet tevreden, maakt hij nog hapbewegingen of sabbelt hij op zijn vuistjes, bied je borst dan nogmaals aan.
Veel kleine voedingen
Een pasgeboren baby die zijn buikje rond heeft gedronken zal gemiddeld na twee tot drie uur weer honger krijgen.
Het kind glundert, babbelt spontaan, zingt, glimlacht, schatert, ... Voelt een kind zich goed, dan geeft het een ontspannen indruk. Het voelt zich in geen enkel opzicht bedreigd. Het gezicht is open en de spieren zijn niet gespannen.
Als je ze bij of onder hun armen oppakt, loop je het risico hun armen of schouders te verwonden. Erger nog, hun hoofd zal bungelen en kan rondfloppen, wat mogelijk hersenletsel kan veroorzaken. Plaats in plaats daarvan één hand achter hun hoofd en nek en de andere hand onder hun billen .
Bij de meeste baby's springt dit vliesje na de geboorte direct open. Bij baby's waarbij het niet openspringt wordt de uitgang geblokkeerd waardoor er traan- of prutoogjes kunnen ontstaan. De meeste afsluitingen gaan spontaan open binnen 4 tot 6 weken na de bevalling.
Gezonde pasgeborenen zouden na ongeveer een week leven ongeveer 5-6 natte luiers en 2-4 vuile (ontlasting) luiers per dag moeten hebben . Als uw baby routinematig droog is en/of geen ontlasting heeft, kan hij/zij uitgedroogd of ondervoed zijn, wat een teken kan zijn dat hij/zij niet genoeg eet of dat er een ander onderliggend probleem is.
Als u andere kinderen hebt, moet u hen aanmoedigen om hun handen regelmatig te wassen en hun speelgoed niet te delen met de nieuwe baby . Als broers en zussen verkouden zijn of andere luchtwegklachten hebben, mogen ze de baby niet kussen of vasthouden totdat de ziekte voorbij is.
Zodra je baby weer op of rond zijn geboortegewicht zit en een stabiele lichaamstemperatuur heeft, mag je voor de eerste keer naar buiten met je baby. Je kraamverzorgende houdt dit goed in de gaten en kan je hierover informeren. Meestal kan je tegen het einde van je kraamweek het eerste uitje ondernemen.
Bijvoorbeeld ontroostbaar huilen of lusteloosheid; • Slecht of niet willen drinken; • Een te lage (lager dan 36°C) of te hoge (hoger dan 38°C) lichaamstemperatuur hebben; • Snel of kreunend ademhalen waarbij de neusvleugels bewegen. Deze klachten worden bij een baby gezien als alarmsignalen.
Onregelmatige ademhaling of hartslag (snel of langzaam)Kreunen . Opzwellen van de neusgaten bij elke ademhaling . Blauwachtige toon op de huid en lippen van een baby .
De ene baby drinkt meer dan de andere, dat is normaal. Per 24 uur heeft je baby ongeveer 150 ml vocht per kilogram lichaamsgewicht nodig. De totale hoeveelheid voeding deel je door het aantal voedingen op een dag. Voorbeeld: Een jonge baby wil vaak 8 keer per dag drinken.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien. Doe dit niet te snel, zodat uw baby niet wordt overvallen.
Wakker wegleggen
Het is belangrijk dat je baby wel moe is, maar nog niet (volledig) slaapt als je hem naar bed brengt. Op deze manier kan je baby wennen aan de wieg als een plek om te slapen en leren om zelf in slaap te vallen. Als je je baby slapend weglegt, kan het zijn dat hij in paniek raakt als hij wakker wordt.
Vaak direct, maar soms ook na enkele weken kan de baby verschillende symptomen laten zien zoals: een voorkeurshouding, overstrekken, veelvuldig huilen/krijsen, buikkrampjes/koliek, onrustig, de vuistjes frequent ballen, niet goed kunnen ontspannen, moeite met slikken, veel spugen, etc. Hoe kan de chiropractor u helpen?
Een blije baby is meestal een teken van goede gezondheid en emotioneel welzijn. Belangrijke tekenen van een tevreden baby zijn glimlachen, oogcontact maken, reageren op stemmen en interesse tonen in de omgeving .
Zoals u waarschijnlijk al ontdekt hebt, zijn sommige baby's van deze leeftijd "makkelijk", kalm en voorspelbaar , terwijl anderen veel moeilijker zijn. Eigenzinnige en gespannen baby's hebben een extra dosis geduld en zachte begeleiding nodig.
Top 5 vroege hongersignalen bij baby's
Zuigen: Uw baby kan beginnen met zuigen op handen of actief zuigen op een fopspeen . Handen naar de mond: Uw baby kan een hand of vuist naar zijn mond brengen. Alertheid: Een baby die klaar is om te voeden, kan alerter of actiever lijken, in tegenstelling tot slaperig of ontspannen. Hun ogen zullen open zijn.
Een droomvoeding is een voedingstechniek 's of voedingsmethode waarbij je een baby voeding geeft voordat je naar bed gaat. Het is meestal ongeveer 3-4 uur nadat je kindje voor het naar bed is gegaan, dus als je baby rond 19.00 uur naar bed is gegaan dan geef je de droomvoeding tussen 22.00 en 23.00 uur.
Op regeldagen hoeft je baby niet per se langer aan de borst, maar wel iets vaker. Soms wil je baby een of twee dagen wat vaker drinken. Je baby wordt soms opeens weer wakker voor een voeding na een periode van langer doorslapen. Zo 'regelt' hij dat de melkproductie toeneemt, zodat die weer aansluit bij zijn behoeften.