De 3 meest voorkomende signalen van een TIA zijn een scheve mond, verwarde spraak en een verlamde arm. De signalen van een TIA, herseninfarct en hersenbloeding zijn gelijk. Je weet dus niet waardoor de uitval komt. Bel daarom altijd direct 112!
TIA's geven geen blijvende verschijnselen, waardoor het moeilijk kan zijn om vast te stellen of je inderdaad een TIA hebt gehad. Het komt er immers op aan dat de arts uit je verhaal kan afleiden dat er een TIA is geweest. Als je verlammingen hebt gehad kun je dat vaak wel duidelijk vertellen.
Onderzoek en diagnose
Bloedonderzoek: Voor bloedonderzoek nemen we één of meerdere buisjes bloed af uit een ader. In het laboratorium meet de laborant onder meer de suiker- en vetstofwisseling en de nierfunctie. Mri-scan: Een mri (magnetische resonantie imaging) is een scan die een afbeelding van de hersenen maakt.
Bij een TIA (Transient Ischaemic Attack) gaat er even iets mis in de bloedvaten van de hersenen. Hierdoor krijgt een deel van je hersenen tijdelijk te weinig bloed. Meestal gaat een TIA binnen 30 minuten over, maar soms kan dit tot wel 24 uur duren.
Symptomen van een TIA
De kenmerken van een TIA lijken veel op de symptomen van een beroerte of herseninfarct. Mogelijke verschijnselen van een TIA zijn: Een plotseling verlies van gevoel, zwakte of een prikkelend gevoel in je armen, gezicht of benen. Zichtveranderingen zoals dubbelzien of blindheid in een oog.
Stress als oorzaak
“In de jaren daarna volgden nog 4 beroertes en meerdere TIA's. De grootste oorzaak bleek stress.
Mensen met een obstructief slaapapneu syndroom (OSA) hebben een grotere kans een TIA of beroerte te krijgen. Goede behandeling van OSA kan TIA's en beroertes voorkomen. Dat concludeert onze neuroloog/somnoloog Mirjam Schipper in haar promotieonderzoek.
Een TIA kan zich herhalen
Als deze bloedpropjes allemaal dezelfde weg volgen, belanden ze steeds op dezelfde plek in een kleinere slagader en blokkeren ze iedere keer op dezelfde plek even de bloedstroom. Bij elke tijdelijke blokkade ontstaat er een TIA met dezelfde verschijnselen, soms wel tien keer per week.
Een TIA (Transient Ischemic Attack) is een tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen. De afsluiting wordt veroorzaakt door een vernauwing of een bloedprop en geeft klachten als een scheve mond, verwarde spraakproblemen en verlies aan spierkracht aan één lichaamszijde.
Na een TIA
Als u een TIA heeft gehad, mag u na thuiskomst alles weer doen wat u gewend bent. U zult wel even moeten bijkomen van de onverwachte opname, maar als het goed is, heeft u geen last meer van neurologische klachten.
het hele TIA onderzoek duurt alles bij elkaar ongeveer 4 tot 4,5 uur. U bent deze tijd op afdeling B3 oost. Tussen de verschillende onderzoeken door mag u het ziekenhuis niet verlaten. U mag een begeleider mee nemen die u gedurende de dag gezelschap houdt.
Op de afdeling Radiologie maken we een MRI/CT-scan van uw hersenen. Met deze scan kunnen we zien of de TIA blijvende schade aan uw hersenen heeft veroorzaakt. En we kijken of de bloedvaten in uw hersenen verder in orde zijn.
TIA-service
U krijgt de volgende onderzoeken: CT-scan van de hersenen; duplex carotiden (vaatonderzoek van de halsvaten); ECG (ElectroCardioGram of hartfilmpje);
Herken de signalen van een TIA
Een scheve mond, verwarde spraak en een lamme arm zijn de drie belangrijkste signalen van een TIA, een voorbijgaande beroerte. Bij verreweg de meeste mensen komt één of meerdere van deze verschijnselen voor. Zorg dat u de signalen herkent en bel direct 112.
Dit is een tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen. Het is eigenlijk een kortdurend herseninfarct. De klachten van een TIA zijn dezelfde als die van een “gewone” beroerte maar duren meestal niet langer dan twintig minuten. In elk geval zijn de klachten binnen vierentwintig uur weer volledig verdwenen.
Bij een TIA is een bloedvat in de hersenen even afgesloten. U heeft hierdoor korte tijd klachten gehad. Bijvoorbeeld een verlamde arm, een verlamd been, een scheve mond, problemen met praten, niet goed zien of minder of een ander gevoel in uw gezicht, arm of been.
Vermoeidheid komt na een TIA of CVA vaak voor. De vermoeidheid is voor uw omgeving niet zichtbaar, maar kan grote invloed hebben op uw dagelijks leven. De vermoeidheid kan direct na het CVA ontstaan. Twee jaar na een CVA heeft de helft van de mensen nog last van vermoeidheidsklachten.
Onder neurologische uitvalsverschijnselen verstaat men uitval van motoriek (verlamming), van het gevoel ('verdoofd gevoel') en van gehoor, gezichtsvermogen of spraak. De aard van het functieverlies hangt nauw samen met schade aan een specifiek deel van de hersenen (zie figuur).
De kans op herhaling van een TIA is afhankelijk van • de oorzaak • welke risicofactoren voor een TIA bij u aanwezig zijn • de mogelijke aanpak van deze risicofactoren. Veel hangt dus af van de vraag of het goed lukt een eventuele oorzaak te behandelen en de risicofactoren te verminderen.
Na een TIA worden standaard de volgende medicijnen voorgeschreven: Acetylsalicylzuur, Clopidogrel (Plavix) en Simvastatine (Zocor).
Er loopt een stolsel vast in een bloedvat. Bij een TIA lost dit stolsel vanzelf op, bij een herseninfarct niet. Daarom duren de klachten kort, vaak maar een paar minuten. Meestal treedt binnen een half uur volledig herstel op.
Ongeveer 9 op de 10 mensen vertoont minstens één van de onderstaande symptomen bij een beroerte. Scheve mond: de mondhoek hangt plotseling naar beneden. Verwarde spraak: iemand praat ineens verward of kan de woorden moeilijk uitspreken. Lamme arm: plotseling ontstaat er krachtsverlies of verlamming van een arm.
Om de kans op een nieuwe TIA of herseninfarct te voorkomen krijgt u medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden. Dit zijn plaatjesremmers, zoals bijvoorbeeld Clopidogrel (Grepid). Deze medicijnen zorgen ervoor dat de bloedplaatjes minder samenklonteren.
Er kunnen zich op die plekken stolsels vormen. Meestal sluit zo'n stolsel de halsslagader niet helemaal af. Het kan wel doorschieten naar de hersenen en daar een kleiner bloedvat verstoppen. Bij een TIA lost het stolsel vanzelf op, bij een herseninfarct niet.