Een bladluis-plaag is niet alleen te herkennen aan de beestjes zelf, maar ook aan jouw kamerplant. Kenmerken van een plant die besmet is met bladluis: Gele of misvormde bladeren. Bladluizen laten honingdauw achter (dit is een soort zoet, plakkerig laagje).
Vaak zijn luizen te zien als kleine stipjes, net als andere insecten, op de bladeren of stengels van de plant. Ook kunnen luizen een witte, kleverige substantie achterlaten op de bladeren, die bekend staat als 'honingdauw'. Als je luizen op je planten ziet, is het belangrijk dat je actie onderneemt om ze te bestrijden.
Water en zeepsop
Een probaat middel is water met wat afwasmiddel erin. Luizen houden niet van water en ook niet van zeep op een plant. Doe het water en het afwasmiddel in een plantenspuit en zet de straal op de bladluizen. Herhaal dit een paar keer over een paar dagen verspreid indien nodig.
Je neemt een emmertje water en voegt (niet teveel) azijn toe. Doe vervolgens ook een kleine hoeveelheid groene zeep bij in het emmertje. Niet teveel, want dan kan het schadelijk zijn voor andere beestjes, zoals bijen en lieveheersbeestjes. We raden 1 tot 2% aan.
Zorg voor voldoende compost, organische bemesting en versterking. Verzorg je planten met Plant'Up. - Bladluizen hebben een hekel aan de sterke geur van munt, salie, tijm, dille, lavendel, koriander, citroenmelisse, uien, knoflook en Afrikaantjes.
De bladluis verspreidt zich door te vliegen van plant naar plant. Bladluizen verspreiden zich door kruisbesmetting door kleding, tocht of door te vliegen van plant naar plant. Het komt dus niet door een slechte verzorging van de kamerplant.
Bladluis voorkomen: dit is de oorzaak van bladluis in kamerplanten. Bladluis verspreidt zich vooral door tocht, via kleding of door te vliegen. Hier is helaas weinig aan te doen. Het enige wat je kunt voorkomen, is bladluis besmetting door tocht.
Van de geur van salie, koriander, afrikaantjes en lavendel houden de beestjes niet. Deze plantjes kun je dus gebruiken om de luizen weg te houden.
Natuurlijke vijanden aantrekken
Lieveheersbeestjes, zweefvliegen, gaasvliegen, oorwormen, schildkevers, sluipwespen, roofwantsen, kameelhalsvliegen, merels, mussen: ze lusten allemaal wel bladluis in één van hun ontwikkelingsstadia. Toch vinden ze vaak de weg niet naar jouw tuin.
Gebruik azijn om bladluizen te bestrijden! Azijn gebruik je samen met water en groene zeep. Andere soorten zeep werken ook. Om ervoor te zorgen dat je met azijn naast de bladluis ook nog andere beestjes bestrijd, is het belangrijk om niet teveel te gebruiken.
Hoe zien bladluizen eruit? Bladluizen zijn zacht en peervormig, meestal tussen 2 en 5 mm. Ze kunnen naargelang de soort verschillende kleuren hebben. Zo zijn er zwarte bladluizen, groene bladluizen, gele, oranje en rode bladluizen.
Bladluis komt voor in allerlei kleuren en op verschillende soorten tuinplanten. Vrijwel alle planten met zachte bladeren zijn gevoelig voor bladluis. Voorbeelden van tuinplanten die vaak worden getroffen door bladluizen zijn rozen, klimop en de hortensia. Ook appelbomen kunnen last hebben van kleine bladluizen.
Bladluizen kunnen overspringen of zelfs vliegen naar andere planten. Hierdoor kan deze plaag zich snel verspreiden onder de planten in je huis. Een bladluis wordt aangetrokken door zwakkere planten, de geur hiervan trekt de bladluis aan.
Bladluizen zijn kleine, zuigende insecten die op veel moestuinplanten voorkomen, vooral op jonge nieuwe plantjes. Bladluizen zijn er in verschillende kleuren (groen, zwart, geel, bruin en oranje) en in verschillende maten (1mm tot 7 mm lang). Ze zijn dus best klein, maar niet te klein om met het menselijk oog te zien.
Om luis te bestrijden, los je om te beginnen een theelepel groene zeep op in een liter water. Doe de oplossing in een schone sprayflacon of een plantenspuit, en bespuit de plant. Spray zo lang tot het vocht van de plant afdrupt.
Sterk geurende planten: luizen hebben vaak een hekel aan de geur van sterk ruikende planten zoals salie. Als je deze planten in de buurt van jouw aangetaste planten plant, blijven de meeste luizen weg. Koud water: besproei je kamerplanten regelmatig met koud water, daarmee spoel je luizen weg.
Het blijkt een effectieve manier om snel van de bladluis af te komen, maar let op: Ga niet je bladluizen bestrijden met Dreft of een ander afwasmiddel dat niet ecologisch is.Dit kan schadelijk zijn voor de plant.
Bladluizen hebben een hekel aan planten met een sterke geur. Denk aan lavendel, bonenkruid, knoflook en goudsbloemen. Plant dus zo'n sterk geurende bloem of plant naast je geteisterde plant en de bladluizen zullen in veel gevallen maken dat ze wegkomen!
Ze hebben wel of geen vleugels al naargelang de hoeveelheid voedsel die er beschikbaar is. Ook de weersomstandigheden spelen een rol. De bladluizen die kunnen vliegen, gebruiken luchtstroming om zich van de ene naar de andere plant te verplaatsen. Ook mieren verhuizen bladluizen naar andere planten.
Ter geruststelling: bladluizen en andere plantenziekten zijn vaak van voorbijgaande aard. Zo houdt bladluis van jonge plantenscheuten en kan de overlast na de lente vanzelf verdwijnen. Vaak kunnen luizen met de hand bestreden worden: gewoon handschoenen aan en ze van de tak en bladeren rissen.
De bladluis verplaatst zich naar een andere plant door te springen of te vliegen. Ze laten zich mee vervoeren door de wind of de tocht.
Het grootste gevaar van bladluizen voor planten zijn de virussen die ze kunnen overdragen. De bladluis bijt zich een weg naar de aderen van een plant, waar de voedingstoffen zich bevinden. Net als bij een wond is het infectiegevaar een stuk groter als deze aderen openliggen.
De wolluis herkennen
Wolluizen lijken een beetje op pissebedden, bestrooid met poedersuiker. Deze bepoederde look komt door de wasachtige witte afscheiding van de wolluis. Deze afscheiding, in de vorm van een kleverig wolletje of wit pluisje, gebruikt de vrouwelijke wolluis om haarzelf en haar eitjes te beschermen.
Een vrouwtje legt in haar leven 200 tot 300 stuks en bij zeer gunstige leefomstandigheden zelfs 500. Hoe ziet een eitje eruit? Het is een millimeter groot en langwerpig van vorm. De eitjes worden vaak in groepjes gelegd en dat heeft maar één voordeel: ze vallen sneller op.