Voorlopig zijn dat er steeds meer, maar elk gen draagt maar voor een klein deel bij aan het risico. Als je zelf ADHD hebt is er een kans van 30% dat je broer of zus het ook heeft, en 50% dat je kind het zal hebben. Als beide partners ADHD hebben kan het risico hoger zijn.
Het is een ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door concentratieproblemen, hyperactief gedrag en/of impulsief gedrag. ADHD komt op de kinderleeftijd ongeveer bij 5% van de kinderen voor en komt twee- tot driemaal zo vaak voor bij jongens als bij meisjes.
Onderzoekers gaan ervan uit dat ADHD voor ongeveer 80 procent bepaald wordt door erfelijkheid. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het wordt daarom gezien als een multigenetische aandoening.
Uit erfelijkheidsonderzoek blijkt dat ongeveer 70 procent van de kans op Attention Deficit/Hyperactivity Disorder erfelijk bepaald is. Dat betekent dat iemand een grotere kans op ADHD heeft als ouders en broers of zussen de stoornis ook hebben.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
Uit de review van Millichap en Yee (2012) komt naar voren dat een dieet met veel suikers en vetten ADHD verergert, en dat een ADHD-vriendelijk eetpatroon de symptomen kan verlichten. De auteurs adviseren om suikers, toegevoegde stoffen, conserveringsmiddelen en allergenen te schrappen.
Met voeding en supplementen kun je ook heel veel doen om je systeem rustiger te krijgen. Er zijn allerlei testjes om uit te zoeken welke disbalans iemand heeft. Gaba bijvoorbeeld is een kalmerende neurotransmitter die veel mensen met ADHD tekort komen, dus een supplement kan rustgevend werken.
Snel afgeleid zijn; moeite met concentreren. Erg druk zijn (hyperactief). Dingen doen zonder na te denken (impulsief). Problemen in het dagelijks leven, zoals thuis, op het werk en in het omgaan met anderen.
Kenmerken ADHD
De kenmerken van ADHD zijn te verdelen in 3 gebieden: aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Er is lang verondersteld dat ADHD een rijpingsprobleem was dat vanzelf zou verdwijnen met het ouder worden. Het blijkt echter gecompliceerder. Bij één op de drie jeugdigen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
ADHD is een psychische stoornis die begint in de jeugd en die vaak persisteert tot in de volwassenheid. De kernsymptomen van ADHD zijn: aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit.
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
In tegenstelling tot wat vroeger werd gedacht, blijft echter een groot deel van de mensen bij wie ADHD in de jeugd is vastgesteld ook in de volwassenheid nog lichte tot ernstige beperkingen houden, vaak tot op hoge leeftijd. De ernst van de aandoening kan wisselen.
ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Het is een aandachtstekortstoornis die gepaard gaat met hyperactiviteit en impulsiviteit. Je kunt niet pas op latere leeftijd ADHD 'krijgen'. Eén van de criteria om aan de diagnose te voldoen, is dat de problemen al sinds de kindertijd spelen.
De uitslag van een diagnostisch onderzoek helpt jou en de hulpverlening om de juiste therapie of begeleiding in te zetten. Een onderzoek is zo'n 2 tot 3 jaar geldig en relevant.
Mensen met ADHD hebben een groot empathisch vermogen. Omdat ze 'verder' denken kunnen ze zichzelf makkelijk in de schoenen van de ander verplaatsen. Problemen oplossen is iets wat iemand met ADHD goed kan. Hij of zij kan van verschillende kanten het probleem bekijken en daardoor sneller tot een goede oplossing komen.
Dus als je je niet herkent in "druk" zijn kan het toch zijn dat er sprake is van hyperactiviteit. Daarnaast is het zo dat als je ADD hebt (het overwegend onoplettendheidtype), je weinig tot geen hyperactiviteitsklachten zal herkennen, al valt ook dit subtype onder de noemer ADHD.
Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend. Wat betreft gedrag kennen de twee diagnoses opvallend veel overlap. Dit maakt het stellen van de juiste diagnose vaak lastig. De oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn.
#Overprikkeling
Heb je #ADHD dat sta je vaak 'aan', je bent alert, je hoort en ziet veel en kunt al die informatie niet altijd goed filteren op mate van belangrijkheid. Je loopt op die manier gemakkelijk vol in je hoofd, wat zorgt voor onrust, bewegingsdrang en slechter slapen.
Ernstige gevolgen
30-60% vaker ongelukken (overal, en in het verkeer) 2x zo hoge sterfte door ongelukken. Verhoogd voorkomen van andere psychiatrische stoornissen: depressie, angststoornissen, antisociaal en oppositioneel gedrag, slaapproblemen, eetstoornissen. Verhoogd alcohol en drugsmisbruik, vaker roken.
Veel mensen met ADHD hebben last van vermoeidheid. Alles kost veel moeite en energie. Dit kan vervolgens erger worden door slaapproblemen. Bij ADHD komt dit heel vaak voor.
Veelgehoorde klachten van partners over hun ADHD partner zijn: er wordt te weinig gepraat, er is te weinig intimiteit, er zijn conflicten over vergeten van afspraken, er zijn verwijten over de taakverdeling, er zijn conflicten over het gebruik van alcohol / drugs, er zijn conflicten over prikkelbaarheid en agressief ...
Mensen met ADHD hebben een groter risico om verslaafd te raken aan middelen dan mensen zonder ADHD, dit geldt ook voor alcohol [1]. Ook lijkt de overgang van minder zwaar middelengebruik naar verslaving bij hen sneller te gaan dan bij mensen zonder ADHD [2].