De werkgever kan een arbeidsmarkttoelage geven als de functie van de ambtenaar moeilijk invulbaar is door een groot tekort aan personeel in het betreffende vakgebied. De toelage geldt voor maximaal 3 jaar (36 maanden) en kan daarna opnieuw worden toegekend als de situatie op de arbeidsmarkt niet veranderd is.
De hoogte van de arbeidsmarkttoelage voor een voltijder per jaar wordt door de werkgever jaarlijks als volgt berekend: het bedrag bedoeld voor de doelgroep leraren, gedeeld door het totaal aantal fte leraren die lesgebonden en/of behandeltaken verrichten met leerlingen met het uitstroomprofiel vervolgonderwijs in het ...
De werkgever bepaalt samen met de OR of de PVT welke functies een arbeidsmarkttoeslag kunnen krijgen. De toeslag is maximaal 10% van het salaris. Deze toeslag geldt altijd voor een jaar. Daarna kan de werkgever de toeslag steeds met een jaar verlengen.
Artikel 3.9 | Arbeidsmarkttoelage
De arbeidsmarkttoelage is maximaal 10% van het salaris.
In alle schoolsoorten wordt voor 15% van de vestigingen bekostiging ontvangen voor een arbeidsmarkttoelage. Dit geldt dus zowel voor het regulier onderwijs als voor het speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs.
Voor de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 is voor de arbeidsmarkttoelage in totaal is 375 miljoen euro beschikbaar voor 15% van de scholen in het primair en voortgezet onderwijs waar relatief veel leerlingen zitten met een vergroot risico op onderwijsachterstanden.
Extra geld voor scholen voor leerlingen uit aandachtswijken
Middelbare scholen kunnen extra geld krijgen als ze relatief veel leerlingen hebben uit aandachtswijken: praktijkonderwijs en vmbo: minimaal 30% van de leerlingen; havo: minimaal 50% van de leerlingen; vwo: minimaal 65% van de leerlingen.
2,25 procent erbij in CAO Onderzoekinstellingen
19 januari 2024 – Wie werkzaam is bij een onderzoekinstelling, ziet deze maand 2,25 procent meer salaris op de loonstrook. Dat is te danken aan de loonafspraken in de cao onderzoekinstellingen die afgelopen zomer definitief werd.
De arbeidsmarkttoeslag is doorgaans een tijdelijke toeslag op het loon van een werknemer. De werkgever betaalt deze toeslag omdat de werknemer een functie uitvoert waarvoor op de arbeidsmarkt maar relatief weinig werknemers beschikbaar zijn.
De krapte op de arbeidsmarkt neemt een vorm aan die in lange tijd niet gezien is. Veel bedrijven hebben moeite aan voldoende personeel te komen. Veel werkgevers proberen nieuwe mensen te 'lokken', bijvoorbeeld met een zogenaamde arbeidsmarkttoeslag. Dergelijke maatregelen hebben echter de instemming van de OR nodig.
De arbeidsmarkt is een benaming voor de interactie tussen de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten. Het is geen centrale locatie waar deze elkaar fysiek ontmoeten maar meer een abstracte markt. Uitzonderingen daarop daargelaten, zoals georganiseerde banenmarkten via gemeenten of bureaus.
Wat is de arbeidsmarkt? De arbeidsmarkt is het geheel van de vraag naar arbeid en het aanbod van de productiefactor arbeid: De vraag op de arbeidsmarkt komt van werkgevers: zij vragen namelijk om arbeid.
De arbeidsmarkt heeft twee kernfuncties. Allereerst wordt er een prijs tot stand gebracht. Dit is het loon dat de werkgever aan de werknemer betaalt voor diens arbeidsvermogen. Daarnaast is er sprake van allocatie waarbij het arbeidsvermogen verdeeld wordt.
Al het onderwijspersoneel krijgt met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2023 een loonsverhoging van 10 procent. Ook zullen de onderwijsmedewerkers in november dit jaar een eenmalige uitkering zien op hun loonstrook én gaat de reiskostenvergoeding van 12 naar 17 cent per kilometer. “Dit is een prima akkoord.
De bindingstoelage VO bedraagt in 2023 bij een normbetrekking (op basis van de cao VO 2022 – 2023): Leraar: €1.591,09. Directiefunctie: €263,94. Onderwijsondersteunend personeel schaal 9 (mits betaald op of boven het schaalmaximum): €263,94.
De bindingstoelage voor het PO VO bedraagt in 2023 bij een normbetrekking (op basis van de cao PO 2022 – 2023): Onderwijsondersteunend personeel schaal 9 (mits betaald op of boven het schaalmaximum): € 263,94. Leraren: € 1.591,09. Directeuren in schaal D11 en D12: € 1.591,09.
Wat is een middeninkomen? € 48.625 en € 76.764 voor meerpersoonshuishoudens (prijspeil 2023). Dit zijn de landelijke inkomensgrenzen voor middeninkomens.
Een structurele toeslag of beloning valt onder het loon dat moet worden doorbetaald tijdens bijvoorbeeld ziekte en vakantie, maar ook bij bijvoorbeeld op non actiefstelling die voor rekening van de werkgever komt of na een onregelmatige opzegging door de werkgever.
De functioneringstoelage is een extra beloning voor uitstekend functioneren of een bijzondere prestatie. De werkgever kan een functioneringstoelage toekennen als de medewerker het maximum van de functieschaal heeft bereikt.
Bij de Nederlandse overheid werken bijna een miljoen werknemers. Bijna 12% van het totaal aantal werkzame personen in Nederland werkt voor de overheid. Deze mensen werken bij 2360 overheidswerkgevers, variërende van defensie en politie tot basisscholen en gemeenten.
Op 10 november 2023 heeft FNV Overheid, samen met CNV Overheid en PDO, een onderhandelaarsresultaat gesloten met de VNG met een looptijd van 1 januari 2024 t/m 31 maart 2025. Gemeenteambtenaren krijgen er 6% bij.
Het IKB gemeenten bedraagt in totaal 17,05% van het brutosalaris. Dit percentage is opgebouwd uit: 8% vakantietoeslag. 6,75% eindejaarsuitkering.
Hoeveel bekostiging ontvangen schoolorganisaties per leerling? Als je kijkt naar alle kosten van het primair onderwijs op de begroting 2022 van het ministerie van OCW, (excl. apparaatskosten OCW), dan kom je uit op een bedrag van €9.100 per leerling in 2022.
In Nederland kost de basisschool bijna niets. De meeste kinderen gaan namelijk naar een basisschool die door de overheid wordt betaald. Dit heet ook wel bekostigd onderwijs. Zowel openbare als bijzondere scholen (scholen met een religieuze grondslag of een bijzonder concept) worden betaald door de overheid.
Basisscholen krijgen voor volgend schooljaar minimaal circa 700 euro per leerling. Dit basisbedrag wordt in het primair onderwijs maandelijks in delen uitgekeerd. Het basisbedrag voor leerlingen op een speciale basisschool en het (voortgezet) speciaal onderwijs is hoger.