Volgens de handleiding is het toegestane opslagbereik van de accu -20 tot 60 graden Celsius, en het toegestane laadtemperatuurbereik 0 tot 50 graden Celsius. Dus de temperatuur van de accu mag tijdens gebruik max 50 graden worden om beschadiging van de cellen te voorkomen volgens Stromer.
Haal het hoesje eraf
De warmte van het toestel kan nergens heen. Daarom loopt de temperatuur van de batterij op. Zodra de telefoon weer is afgekoeld, doe je het hoesje er weer omheen. Vooral op warme dagen is het slim om het hoesje te verwijderen.
Bij hoge temperaturen en in direct zonlicht kan je accu oververhit raken. Idealiter wordt je accu blootgesteld aan temperaturen tussen 0 °C en 20 °C. Alles daarboven kan voor oververhitting zorgen, waardoor je accu beschadigd kan worden. Door hitte verhoogt de interne weerstand van de accu.
- Batterijen en accu's kunnen niet goed tegen (extreme) warmte. Zorg dat de batterij nooit in aanraking komt met open vuur of andere warmtebronnen. Leg een batterij dus ook niet in de zon. - De batterij mag uiteraard ook niet in de buurt komen van vocht, regen en sneeuw.
Hitte is erg slecht voor je batterij. Een temperatuur tussen de 20 en 30 graden is prima. Bij 35 à 40 graden treedt er veel slijtage op. Leg je toestel dus nooit in de zon, onder je kussen of op een andere warme plek.
Lithium accu's hebben wel een bepaalde minimum en maximum temperatuur waarop ze gebruikt mogen worden. Deze temperaturen liggen meestal rond de 0 en 40°C. Bij lagere of hogere temperaturen kan het BMS de accu uitschakelen.
Snelladen zorgt voor meer warmte dan langzaam laden, waardoor het nodig is om de accu rustig af te laten koelen. Daarom gaat vanaf 80% automatisch het snelladen uit en gaat het opladen een stuk langzamer. Dat zorgt ervoor dat het weinig zin heeft om wanneer de accu boven de 80% aan een snellader op te laden.
Een lege accu is in veel gevallen de oorzaak van 'slijtage' en soms een defect als gevolg van verkeerd laden. De normale levensduur van een loodaccu is 3 tot 7 jaar, afhankelijk van het type accu en de toepassing. Afhankelijk van het model loodaccu mag deze nooit dieper ontladen worden dan 80%.
Voorkom blootstelling van de accu en lader aan hoge of extreem lage temperaturen. Lithiumaccu's zijn gevoelig voor extreem hoge en lage temperaturen. Zeker bij extreem hoge temperaturen kunnen de accu's nog warmer worden en daardoor doorbranden of zelfs ontploffen.
De meeste explosies vinden plaats tijdens het aan- of afkoppelen van de aansluitkabels, startkabels en de lader. Als een accu explodeert tijdens het starten is dat meestal het gevolg van een te laag elektrolytniveau, door verkeerd laden en/of gebrekkig onderhoud.
Accu's in de winter
Een nadeel van lithium-ion-accu's is de gevoeligheid voor temperatuur. Ze functioneren het beste bij circa 20 tot 25 graden. Bij een lagere of hogere temperatuur kom je doorgaans minder ver op een lading stroom. Vooral kou heeft een behoorlijke invloed op de prestaties van een accupakket.
Vroeger was het verschil tussen accu en batterij duidelijk: een accu was oplaadbaar, en een batterij kon je maar één keer gebruiken. Dat zien we nog terug in het taalgebruik: De accu is leeg en De batterij is op.
Accu's kunnen over het algemeen niet goed tegen hitte, en moeten dus altijd zorgvuldig worden onderhouden in de zomer. Extreme temperaturen kunnen er namelijk voor zorgen dat de actieradius van uw accu achteruitgaat, of dat er andere schade aan uw kostbare accu ontstaat.
Batterijen kun je het best bewaren op een droge plek, waar het bovendien maximaal 15 tot 17 graden is. In een buitenschuur of tuinhuis kan het vochtig zijn en ook de koelkast is geen geschikte plek. Een kelder, garage of koele berging voldoen wel aan alle eisen.
Tijdens de omzetting van wisselstroom naar gelijkstroom wordt energie verbruikt, en deze wordt verspreid in de vorm van warmte. Daarom is het normaal dat de temperatuur van de oplader stijgt. Oplossing: Als de oplader oververhit raakt, houdt u op met opladen en maakt u een back-up van uw gegevens.
Schakel je toestel uit bij het minste vermoeden van zwelling en breng het apparaat meteen naar een servicecenter. Doe dat op een veilige manier! Wachten tot de batterij 'krimpt', heeft geen zin. Door de steeds toenemende druk kan je hele toestel beschadigd raken.
Maar Li-Ion accu's hebben ook een belangrijk nadeel: de chemische stoffen in de accu kunnen spontaan ontbranden als de accu beschadigd raakt, overbelast of verkeerd opgeladen wordt.
Bij een brand door een interne en externe kortsluiting kunt u blussen met een poederblusser, schuimbrandblusser, CO2-blusser, F-500-blusser of N-ext-blusser. Bij alle tips is nog wel het belangrijkste, bel zo snel mogelijk de brandweer! Verder is onderhoud belangrijk.
Batterijen zijn over het algemeen niet gevaarlijk, maar bij overladen kan het wel gevaarlijk worden. Dit kan dus bijvoorbeeld 's nachts gebeuren, wanneer je je telefoon niet uit de oplader haalt als deze eenmaal vol is.
Een volledig lege accu kan het best weer tot leven gewekt worden door 'm heel langzaam te laden met een druppellader. Dan is de kans het grootst dat de accu inwendig het weet te overleven. U zou desnoods de gedemonteerde accu door uw garage 'n dag en nacht langzaam kunnen laten laden.
De eenvoudigste manier om te weten hoeveel er nog in een accu zit is een accumeter. Deze sluit u aan op de + en - pool van de accu. Met behulp van een aantal LED's (rood-oranje-groen) krijgt u dan een grove indicatie. Een nauwkeuriger gereedschap om dit te bepalen is een multimeter (voltmeter).
Heeft je auto starthulp gekregen, ga dan direct daarna een stuk rijden, het liefst een half uur tot drie kwartier. Rijd daarbij zo veel mogelijk over doorgaande wegen en snelwegen. Schakel zo min mogelijk verbruikers in, zoals de verwarming of airco van je auto. Zo is je accu na de rit zo goed als vol.
Het tegenovergestelde is eerder waar: hoe vaker je toestel volledig vol of leeg laat lopen, hoe sneller de accu slijt. Het is beter om de batterij meerdere keren per dag kort op te laden. Idealiter schommelt het accupercentage continu tussen 20 en 80 procent.
De laadstroom
Een vuistregel voor Gel en AGM accu's zegt dat de minimale laadstroom 15 tot 25 % van de accucapaciteit moet zijn. Tijdens het laden wordt meestal ook de aangesloten apparatuur gevoed, het stroomverbruik van deze apparatuur wordt bij de genoemde 15-25 % opgeteld.