Sterren zijn normaal veel warmer. Zo is de temperatuur op onze zon ongeveer 6000 graden Celsius. De heetste ster in het heelal is ongeveer 40.000 graden.
Doorgaans geldt in Europa dat per 10 landstitels een gouden ster op het shirt mag worden geplaatst. In sommige landen gaat dit per 5 kampioenschappen, terwijl Duitsland weer met een getrapt systeem werkt. In Nederland worden de kampioenssterren sinds 2007 gebruikt.
Een ster is een bolvormig hemellichaam bestaande uit lichtgevend plasma met daarin voornamelijk (ongeveer 72% van de massa) waterstof en daarnaast ongeveer 26% helium. In sterren is de druk en temperatuur van de inwendige gasconcentratie zo hoog dat er kernfusiereacties plaatsvinden.
De temperatuur van sterren wordt bepaald door naar het spectrum te kijken. Een spectrum van het sterlicht wil zeggen dat het licht van de ster in al z'n kleuren uiteengerafeld wordt, zodat de intensiteiten van de verschillende kleuren met elkaar vergeleken kunnen worden.
De ster krimpt en de zwaartekracht wordt de baas. ' Soms kunnen de protonen en neutronen in de kern van de ster het krimpen stoppen, maar vaak gebeurt dat niet. 'Dan ontstaat een zwart gat. En soms zie je een supernova.
“Hij is nu 4,5 miljard jaar oud en zal nog 6 miljard jaar leven.” De hoeveelheid waterstof die tot helium omgezet wordt is dus de belangrijkste factor voor de leeftijd van sterren.
Sterren kunnen inderdaad min of meer sterven. Sterren geven licht door kernreacties binnenin de ster. Als het gas binnenin de ster verbruikt is zal de ster langzaam uitdoven. Dit duurt echter miljoenen tot miljarden jaren, dus dat kunnen wij mensen nooit zien gebeuren.
Sterren worden geboren uit samentrekkende gas- en stofwolken. In zo'n wolk vormt zich eerst een min of meer bolvormige verdichting (een zogeheten globule), die uiteindelijk ineenstort tot een echte ster.
De RMC 136a1is, voor zover nu bekend, de zwaarste ster. Deze ster is maar 30 keer zo groot als onze zon, maar wel 300 keer zo zwaar. Het zou zomaar kunnen dat een andere ster over een aantal jaar de grootste of de zwaarste is.
Sterren bewegen natuurlijk niet alleen naar ons toe of van ons af, maar ook zijwaarts. Die beweging is dus te 'zien' aan de hemel (door iedere paar jaar nauwkeurige positiemetingen te doen met telescopen) en deze beweging wordt de eigenbeweging van de sterren genoemd.
Licht is het snelste ding dat we kennen. Door de ruimte kan licht reizen met een snelheid van bijna 300 000 kilometer per seconde. Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar kan reizen - dat is ongeveer 9 460 000 000 000 kilometer!
De meeste sterren die je 's nachts met het blote oog aan de hemel ziet staan, bevinden zich op afstanden van tientallen of honderden lichtjaren. Dat wil zeggen dat het licht van die sterren er tientallen of honderden jaren over doet om op aarde aan te komen.
Onbetwist de heetste plek op onze aardbol is de Dasht-e Lut woestijn in Iran. Hier werd ooit een record temperatuur gemeten van 70,7°C.
De kleur van een ster verwijst naar zijn oppervlaktetemperatuur. Een rode ster is relatief koel met een oppervlaktetemperatuur van minder dan 3.000 graden Celsius. Onze zon is een gele ster: op het oppervlak heerst een temperatuur van meer dan 6.000 graden. En blauwe sterren zijn de heetste, 10.000 graden en meer.
Dat komt doordat de maan bijna geen atmosfeer heeft die de warmte van de zon kan vasthouden. Als de zon op de maan schijnt kan het er boven de 100 °C zijn, maar als de zon onder is dan kan het juist -200 °C worden.
Het heelal is niet te koop. Het is van iedereen. Je kan geen ster kopen of er je naam aan geven.
Een implosie is een ontploffing naar binnen toe, dus het omgekeerde van een explosie. Bij een implosie van de kern komen geweldige hoeveelheden energie vrij. Daardoor vindt in de buitenlagen van de ster eveneens een hevige uitbarsting plaats. De buitenlagen van de ster worden de ruimte ingeslingerd.
Wanneer we die andere sterren van dichtbij zouden kunnen bekijken, zouden ze er echter net zo uitzien als de zon: grote, kogelronde gloeiende ballen van heet gas. Sommige sterren zijn veel groter of heter dan de zon; andere zijn kleiner en koeler, maar in wezen is er weinig verschil.
Traag gaat het zeker niet, maar het is zeldzaam dat een vanaf de aarde heldere ster sterft en er een supernova aan de hemel verschijnt. Meestal zijn het de zwakkere sterren die ontploffen en door een grote telescoop te zien zijn als een helder lichtpuntje.
Sterren ontstaan uit gas en stofdeeltjes uit de ruimte, of eigenlijk uit nevels. Soms vormen die stofdeeltjes en het gas samen een hele grote wolk. Die wolk is wel miljarden kilometers groot en dat noemen we een nevel. Ze bestaan grotendeels uit waterstof en helium en deeltjes ijzig ruimtestof.
Wanneer een ster als de Zon al haar waterstof heeft opgebrand, zet ze eerst op tot een rode reus. Die kan wel miljoenen kilometers groot worden - groter dan de planeten Mercurius en Venus samen. Nadat de ster haar buitenste lagen de ruimte in heeft geblazen, stort ze in. Er ontstaat dan een heel dichte, witte dwerg.
De Methusalem onder de sterren: astronomen ontdekken oudste ster ooit. Astronomen hebben de oudste ster ooit ontdekt. De ster ontstond kort na de oerknal, zo'n 13,7 miljard jaar geleden.
Wetenschappers hebben het oudste object in het heelal gevonden. Het gaat om een sterrenstelsel dat 600 miljoen jaar na de oerknal is ontstaan. Het sterrenstelsel heet UDFy-38135539 en is gevonden met de Hubble Space Telescope.
Ongeveer twaalf keer zo klein als onze zon. Dat is de kleinste ster die tot nu toe gevonden is. Wetenschappers van Cambridge University noemen hem EBLM J0555-57Ab. EBLM J0555-57Ab mag dan wel klein zijn, hij is wel tien keer zo groot als onze aarde.