Je kindje bereikt de eerste twee jaar van zijn leven vele mijlpalen als het gaat om zijn motorische ontwikkeling. Je vinger vastpakken, op de buik rollen, kruipen, lopen: voor alles is er een eerste keer. Ontdek welke motorische fases je kind doormaakt, voordat hij kan lopen.
Voorbeelden van mijlpalen zijn rollen, kruipen, zitten, staan en lopen. Met behulp van deze mijlpalen wordt beoordeeld of kinderen een voor een bepaalde leeftijd passende motorische vaardigheid beheersen. De leeftijd waarop gezonde kinderen bepaalde mijlpalen bereiken, kent een grote spreiding15.
Duimpje in een gespannen vuistje: betekent dat je baby zich hevig inspant. Als de nageltjes in de handpalm worden gedrukt is je baby boos of wil zich afsluiten voor nog meer indrukken. Los knuistje: met de vingers los om de duim betekent rust (meestal bij slaap).
De meeste baby's beginnen trouwens pas met kruipen als ze zelfstandig kunnen zitten. Vanaf dat moment zijn de spieren sterk genoeg om voldoende rompbalans op te bouwen en dus om te kruipen. Toch kan niet iedere baby zitten voor hij kan kruipen.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Een baby die in de wakkere tijd teveel indrukken (prikkels) heeft opgedaan, heeft vaak ook wat meer moeite om in slaap te vallen. Een overprikkelde baby wordt, soms al huilend, steeds drukker in zijn bewegingen en draait zijn hoofdje weg van licht, speelgoed en/of mensen.
Signalen van oververmoeidheid bij baby:
Vreemd genoeg zijn oververmoeide baby's vaak overactief: ze maaien met armpjes en beentjes en ze lijken om steeds meer aandacht en prikkels te vragen: als je met ze rondloopt kijken ze geïnteresseerd rond en stopt het huilen.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Een mijlpaal is een paal die de afstand in mijlen aangeeft, tot een bepaalde stadspoort of tot de volgende mijlpaal. Voordat er mechanische kilometertellers bestonden, werden deze palen langs interlokale wegen geplaatst om reizigers te informeren over hun positie.
Er zijn twee manieren waarop je baby kan omrollen. Van rug naar buik en van buik naar rug. Vaak beginnen ze met het rollen, van de rug naar de zij. Gemiddeld rollen de meeste baby's volledig om tussen 5,5 maand en 9 maanden.
Leren kruipen
Andere kindjes beginnen dan weer wel eerst met kruipen. Op deze manier verloopt de ontwikkeling van elke baby anders. Gemiddeld gezien gaat een baby kruipen als hij ongeveer tussen de 7 en 9 maanden oud is. Je kunt je baby ook helpen met leren kruipen.
Je 3 maanden oude baby kan nu zijn handjes openen en sluiten en dingen vastgrijpen, zoals speelgoed of je vingers. Nu heeft hij wellicht al wat meer controle over zijn armen, en probeert voorwerpen vast te grijpen die zijn aandacht trekken. Hij kan nu ook beter zijn handjes naar zijn mond brengen.
In de leeftijd 3-4 jaar zou een kind enkele sprongen kunnen hinkelen en huppelen op één been (galoppas). Ze kunnen al een tijdje op één been staan zonder om te vallen. Tussen de 4 en 5 jaar gaan hinkelen en hinkelspelletjes al goed. Tussen de 5 en 6 jaar kan een kind goed hinkelen, in ieder geval tien keer.
Het duurt ongeveer 4 maanden vanaf het moment dat je kind gaat staan en langs de rand gaat lopen, tot het moment dat je kind losloopt. Maar het kan ook langer duren. De meeste kinderen kunnen rond 18 maanden loslopen.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Wakker in bed leggen Het is erg belangrijk dat u uw baby wakker in bed legt. Een baby die daaraan gewend is, kent het bed als een vertrouwde plek waar hij mag slapen. Hij zal zich tevreden in bed laten leggen en zich snel overgeven aan de slaap, nadat hij aangaf moe te zijn.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
De gevolgen van een teveel aan prikkels
Dat is een gevolg van de drukke levensstijl van de ouders. Maar in tegenstelling tot volwassenen, hebben baby's nog geen filter. Je baby vangt alle prikkels op. En om hem gerust te stellen, praat je tegen hem, geef je hem een rammelaar, haal je hem uit zijn bedje…
In de eerste weken na de geboorte beweegt de baby veel met de armen en trappelt met de benen. Dit gaat later over in doelbewust bewegen. Vooral het eerste levensjaar maakt het kind een enorme ontwikkeling door.
Eigenlijk helemaal niet. Dat kinderen vaak eerder 'papa' dan 'mama' kunnen zeggen, is namelijk makkelijk te verklaren. Het woordje 'papa' heeft – in de meeste talen – namelijk gemakkelijkere klanken en is daarom eenvoudiger uit te spreken voor een baby.
Praat veel tegen je baby
Het is belangrijk om rustig, lief en vooral veel tegen je baby te praten. Bijvoorbeeld: Benoem de personen en de dingen in de omgeving: 'Daar is (papa) mama!' of: 'Kijk, daar is de poes.
Is het zo dat kinderen meer aanvoelen? Deze vraag komt vaak aan bod, kunnen kinderen en babies geesten en engelen zien? Het antwoord is volmondig Ja dat kunnen ze zeker weten. We hebben allemaal wel eens een baby zien liggen in hun bedje terwijl ze de hele tijd onder de indruk van iets waren, wat wij niet zagen.