Dubbelklik op de cel waarin u een regeleinde wilt invoegen.Klik op de plek binnen de geselecteerde cel waar u een regeleinde wilt invoegen.Druk op Alt+Enter om het regeleinde in te voegen.
Eén rij invoegen: Klik met de rechtermuisknop op de hele rij waarboven u de nieuwe rij wilt invoegen en klik vervolgens op Rijen invoegen. Meerdere rijen invoegen: Selecteer hetzelfde aantal rijen waarboven u nieuwe rijen wilt toevoegen.
Door op [ENTER] te drukken na het invoeren van een tekst, sla je standaard een regel over en begin je een nieuwe paragraaf. Om direct op de volgende regel door te gaan, gebruik je [SHIFT] + [ENTER].
Dubbelklik op de cel waarin u een regeleinde wilt invoegen.Klik op de locatie binnen de geselecteerde cel waar u de regel wilt verbreken.Druk op Alt+Enter om het regeleinde in te voegen .
Als u de laatste cel met gegevens of opmaak wilt zoeken, klikt u ergens in het werkblad en drukt u op Ctrl+END.
Klik op de plek binnen de geselecteerde cel waar u een regeleinde wilt invoegen. Druk op Alt+Enter om het regeleinde in te voegen.
Mmet het vasthouden van Ctrl en het aanklikken van een pijltjestoets spring je naar de laatste cel van een rij of kolom. Met een andere manier van snel springen ga je meteen naar de laatste lege cel.
Selecteer het celbereik of zorg ervoor dat de actieve cel zich in een tabel bevindt. Klik op het tabblad Gegevens in de groep Hulpmiddelen voor gegevens op Duplicaten verwijderen. Schakel een of meer van de selectievakjes in, die verwijzen naar kolommen in de tabel, en klik vervolgens op Duplicaten verwijderen.
Typ =N^2 in de cel, waarbij N het getal is dat u tot de tweede macht wilt verheffen. Als u bijvoorbeeld het kwadraat van 5 in cel A1 wilt invoegen, typt u =5^2 in de cel. Druk op Enter om het resultaat weer te geven. Tip: U kunt ook klikken in een andere cel om het resultaat van de machtsverheffing weer te geven.
Selecteer Start > Samenvoegen en vervolgens Cellen samenvoegen.
Ga naar Ontwerp > alinea-afstand.Kies Geen alinea-afstand.
Er zijn twee manieren om meerdere regels in een cel te plaatsen: Een tweede regel kan je maken door aan het einde van de regel een harde regeleinde te plaatsen door de toetscombinatie Alt +Enter. Typ vervolgens de tweede regel. Als je klaar bent druk je op Enter en de tekst wordt in de cel geplaatst.
Selecteer de rij onder de laatste rij of rechts van de laatste kolom die u wilt blokkeren.Selecteer op het tabblad Beeld. Titels blokkeren.
Sneltoetsen: Superscript of subscript toepassen
Voor superscript drukt u tegelijkertijd op Ctrl, Shift en het plusteken (+). Voor subscript drukt u tegelijkertijd op Ctrl en het gelijkteken (=).
De bekendste macht is een kwadraat (tot de macht 2). Bijvoorbeeld 5 2 is 5 x 5 = 25 (de macht is dan dus 2). We zeggen dan dus dat vijf in het kwadraat 25 is. Als de macht bijvoorbeeld 3 is, dan krijg je 5 x 5 x 5 = 125.
Om de lijsten te kunnen vergelijken moet je de 2 lijsten selecteren (selecteer de waarden in kolom A; hou de control-toets ingedrukt; selecteer de waarden in kolom D) en vervolgens in de menubalk klikken op “Voorwaardelijke opmaak”, “Markeringsregels voor cellen” en tenslotte “Dubbele waarden”.
De .xls bestandsindeling heeft een limiet van 65.536 rijen in elk blad, terwijl de .xlsx bestandsindeling een limiet van 1.048.576 rijen per blad heeft. Zie Bestandsindelingen die worden ondersteund in Excel - en Excel-specificaties en -limieten voor meer informatie.
Selecteer in de filteropties alleen "leeg". Selecteer de lege rijen die eruit zijn gefilterd, klik met de rechtermuisknop en selecteer "Rij verwijderen". Selecteer kolom A nogmaals en druk op de toetsencombinatie Ctrl+Shift+L om het filter te annuleren.
Druk op Ctrl+Z als u geen rij of kolom wilt vervangen. Knippen en invoegen Houd Shift ingedrukt terwijl u de rand van de selectie aanwijst. Als de aanwijzer verandert in een verplaatsingsaanwijzer. , sleept u de rijen of kolommen naar een andere locatie.