De aanval begint en eindigt plotseling. Soms zijn er kleine subtiele schokjes in je handen of buigt je hoofd iets voor- of achterover. Je ogen kunnen wegdraaien of even knipperen. Je verliest kort je bewustzijn en houdt op met waar je mee bezig was.
Absences (type II. A) zijn hele lichte, korte aanvallen met meestal alleen een bewustzijnsstoornis. De bewusteloosheid begint en eindigt plotseling en duurt vaak slechts enkele seconden tot hooguit een minuut. Absences komen het meest voor in de kinderleeftijd.
Wat moet je doen? Soms kan men een absence stoppen door de aandacht van de persoon op iets te vestigen, hem of haar aan te spreken of bij de arm te nemen. Indien de absences blijven optreden, ondanks een regelmatige medicatie-inname, is het belangrijk dit te melden aan de arts.
Atypische absences:
Hierbij zijn het begin en het einde niet zo plotseling als bij een gewone absence. Het EEG laat vaak ook een ander beeld zien. Meestal komt bij deze zorgvragers wel een hersenbeschadiging voor.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Absences zijn heel korte gegeneraliseerde aanvallen die enkele seconden duren. Ze kunnen voorkomen bij kinderen vanaf het vierde leeftijdsjaar. Kenmerkend is een plotselinge verandering van bewustzijn, waardoor je afwezig bent, niet meer reageert en niet verder gaat met waar je mee bezig was.
De één is bewusteloos, valt en gaat schokken. De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet. Epileptische aanvallen kunnen er dus heel verschillend uitzien.
Bij een myoclonische aanval trekken spieren in armen en/of benen zich vrij plotseling samen waardoor schokjes optreden. Soms gaat het om één schokje, soms om een serie. De schokjes duren zo kort dat het bewustzijn niet waarneembaar wordt verstoord. Als de spierschokjes hevig zijn, kan iemand vallen.
Er is lang niet altijd een afwijking in het EEG te zien. Dat komt omdat een EEG-onderzoek een momentopname is. Op het moment van de meting is in de hersenen vaak geen epileptische activiteit te zien. Daarom moet de EEG-meting soms een paar keer worden herhaald.
De aanval in je hersenen zorgt voor een reactie in je bewegingen (motorische kenmerken). Ook kun je last hebben van een tintelend gevoel, of je ruikt of proeft vreemde dingen (niet-motorische kenmerken). Je bent soms nog goed bij bewustzijn, maar vaak ook minder goed.
Vaak bevinden zich in het gezicht kleine bewegingen (knipperen, trillende kin, schokjes van het hoofd, smak- of slikbewegingen met de mond). Wat betreft de rest van het lichaam, spelen/friemelen sommige kinderen tijdens een absence met hun handen. Je kind reageert niet op zijn naam of op aanrakingen.
Een veelvoorkomend symptoom van conversiestoornis is PNEA (Psychogene Niet-Epileptische Aanvallen)* of spanningsaanvallen. Dit betekent dat je aanvallen hebt die erg lijken op epilepsie, maar ze gaan niet samen met epileptiforme activiteit in de hersenen.
Epilepsie leidt niet bij iedereen tot gedragsproblemen, gedragsproblemen komen ook voor zonder epilepsie en gedragsproblemen bij epilepsie kunnen ook voorkomen bij mensen zonder een verstandelijke beperking. Tenslotte is er niet veel bekend over probleemgedrag voorafgaand aan, tijdens of na een aanval.
Absences zijn een bepaald type epileptische aanvallen die enkele seconden duren. Tijdens een absence is het kind kortdurende buiten bewustzijn, hebben kinderen een starende blik en komen er vaak automatische bewegingen in het gezicht of met de handen voor.
Ze duren vaak korter, meestal een paar seconden. Belangrijke kenmerken van focale aanvallen met verminderd bewustzijn vanuit de frontaalkwab zijn: De aanval start en stopt plotseling. De aanval duurt kort, vaak maar een paar seconden.
Hoewel het zeldzaam is, kan een heftige epileptische aanval ook tot hersenschade leiden. Bij langdurige aanvallen (status epilepticus) die meer dan 30 minuten duren kan schade aan de hersenen ontstaan.
Soorten aanvallen en oorzaken
Epilepsie is een aandoening van de hersenen waarbij aanvallen optreden. Er zijn verschillende soorten epileptische aanvallen. Er zijn ook aanvallen die op epilepsie lijken, maar het niet zijn. Zoals wegrakingen door flauwvallen, of psychogene niet-epileptische aanvallen.
En Glut1-deficiëntie? Ik legde uit dat deficiëntie een soort ziekte is die je hebt. Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Andere aandoeningen die op epilepsie lijken
Flauwvallen: je valt en raakt even buiten bewustzijn. Soms schokt het lichaam even of verlies je urine. Hartritmestoornissen: kunnen verschijnselen geven die lijken op epileptische aanvallen. De arts laat meestal een hartfilmpje (ECG: Elektrocardiogram) maken van het hart.
Het Dravet syndroom is een zeldzame genetische aandoening waarbij kinderen op jonge leeftijd te maken krijgen met heftige en moeilijk behandelbare epilepsie. Daarnaast hebben deze kinderen ook vaak een verstandelijke beperking, gedragsproblemen en een ontwikkelingsachterstand.
Bij een tonisch-clonische aanval raak je buiten bewustzijn. Je valt op de grond, verkrampt en gaat schokken met je lichaam. Meestal stopt de aanval na een paar minuten. Deze aanval wordt ook wel 'grote aanval' of insult genoemd.
Partiële aanvallen
Wanneer de stoornis in de hersenen tot een klein deel beperkt is, blijft de persoon bij bewustzijn en kan hij/zij de symptomen beschrijven, bv. schokken in arm of been, tintelingen, lichtflitsen, rare smaak. Sommige mensen noemen dit een "aura" of begin van een aanval.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Een zeldzame stoornis met insulten die wordt gekarakteriseerd door periodieke dystonie en/of choreoathetoïde bewegingen die voorkomen tijdens de slaap. De clusters van nachtelijke motorische convulsies zijn vaak stereotiep en van korte duur.