Kankercellen verspreiden zich via het lymfestelsel of via het bloed naar andere organen en kunnen zich daar verder ontwikkelen. De plaatsen waar de meeste cellen terechtkomen zijn de lymfeklieren, het bot, de lever en de longen. De reden hiervoor is dat deze organen een beetje werken als filters.
Op mondiaal niveau is longkanker met stip de dodelijkste Zie hier cijfers van de WHO kankervorm met jaarlijks bijna twee keer zoveel doden (1,37 miljoen) als de op-één-na dodelijkste vorm, maagkanker (736.000). In 2011 overleden in Nederland 3.283 mensen aan borstkanker.
De overleving verschilt per kankersoort
Dat is bijvoorbeeld bij borstkanker, prostaatkanker, huidkanker, baarmoederkanker en niet-spierinvasieve blaaskanker het geval. Bij andere vormen van kanker is de overleving minder gunstig. Zoals bij longkanker, eierstokkanker en spierinvasieve blaaskanker.
Cijfers verschillen per kankersoort
Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%). Maar voor bijvoorbeeld patiënten met long- of alvleesklierkanker is de 5-jaarsoverleving veel slechter: voor longkanker 23% en bij alvleesklierkanker maar 3%.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Ontstaan van kanker: een langdurig proces
Kanker ontstaat niet ineens. Vaak is dit een langdurig en ingewikkeld proces. Voordat de ziekte zich ontwikkelt moeten veel veranderingen in de cel plaatsvinden. Dit kan jaren, soms zelfs tientallen jaren duren.
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
De herkenning van een weke delen tumor is vaak moeilijk. Een zwelling kan lang onopgemerkt blijven als deze diep in het lichaam of in elastisch weefsel zit. Vage pijnklachten kunnen dan de eerste klachten zijn.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Een combinatie van een operatie en chemotherapie direct in de buik (HIPEC) kan de uitzaaiingen soms genezen. HIPEC staat voor Hypertherme IntraPeritoneale Chemotherapie. De behandeling kan alleen als er geen uitzaaiingen zijn naar de lever of de longen.
Het hangt onder andere af van je conditie vóór de behandeling, van je leeftijd en of je nog andere ziekten hebt. Ook speelt mee welk soort chemotherapie je krijgt. De ene chemokuur is zwaarder dan de andere chemokuur. Bespreek met je arts of verpleegkundige wat je kunt verwachten.
Soorten. Meer dan 50% van de uitzaaiingen in de wervels zijn afkomstig van borst-, long-, of prostaatkanker. Andere vaak naar de wervels uitzaaiende tumoren zijn de kwaadaardige moedervlek (melanoom), nierkanker, weke delen kanker (sarcoom) en maag-darmkanker.
Uitzaaiingen kunnen al bij de eerste diagnose aanwezig zijn, maar ook pas jaren later ontstaan. Als kankercellen losraken van de tumor, worden ze via het bloed of lymfebanen, of via beide, naar andere organen verspreid.
Chemotherapie tast de haarcellen aan, waardoor het haar broos wordt en afbreekt of uitvalt. Haarverlies kan van persoon tot persoon verschillen en hangt ook af van de medicijnen, de dosis en de duur van de behandeling. Sommige mensen worden volledig kaal, bij anderen wordt het haar dunner.
Algemeen geldt dat hoe kleiner de tumor is en vroeger hij ontdekt en behandeld wordt, hoe beter de genezingskansen zijn. Als er uitzaaiingen zijn, zijn de genezingskansen bij de meeste kankers lager dan als er geen uitzaaiingen zijn.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Een MRI-scan maakt een serie foto's van het lichaam of een deel ervan. Hiermee kan de arts een beter beeld krijgen van de uitzaaiing en de weefsels eromheen.
Kwaadaardige tumoren groeien meestal snel, de kankercellen kunnen doorgroeien in de omgeving en zich naar andere lichaamsdelen verspreiden.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.