Mollen kun je effectief vangen met een mollenklem. Dit zijn metalen klemmen met een sterke veer. Het is zeker geen diervriendelijke wijze van vangen want de mol zal het niet overleven maar eenmaal gevangen ben je wel van het probleem af.
De leefruimte (burcht) ligt meestal onder de grootste molshoop. Graaf de molshoop voorzichtig een beetje open om te kunnn voelen welke kant de gang precies op loopt. De hoofdgang is niet alleen belangrijk om te weten bij het mollen vangen met een mollenklem. Ook de mollenval moet in een hoofdgang geplaats worden.
Mollen hebben een uiterst sterk gehoor om hun prooien te kunnen vangen (zelfs de trillingen van regenwormen kunnen ze waarnemen!), bijgevolg hebben ze een hekel aan overvloedige trillingen en veel lawaai. Er zijn apparaten verkrijgbaar die op een batterij of op een zonnepaneeltje werken en trillingen produceren.
Deze harde werkers graven zo'n twaalf meter per uur en verzetten daarbij tot vijftien kilo aarde.
Zoek een zone die actief door de mol(len) bezocht wordt. Die zone herken je aan verse molshopen. Die verse hopen hebben steilere wanden, een iets andere kleur en zijn nog niet afgeplat door regen en wind.
Mollen houden niet van de geur van de wortels, daarom wordt deze plant ook wel 'mollenkruid' genoemd. Wel opletten met deze plant, want het melksap is giftig. Keizerskroon tegen mollen helpt ook. De mollen houden niet van de geur van de bollen, omdat het ze doet denken aan een geur die door vossen wordt verspreid.
Mollen hebben geven de voorkeur aan wat lossere, humeuze grond, die rijk is aan wormen en ander bodemleven. Hoe minder obstakels (boomwortels etc.) zich daarin bevinden, hoe beter. Kortom, de voorkeur gaat dus onmiskenbaar uit naar uw grasveld.
De molshoop spoelen met een tuinslang
Druk je tuinslang middenin de molshoop en vind met waterkracht de opening van de hoop. Vaak zit die in het centrum van de molshoop. Spoel net zo lang tot het water gemakkelijk in de grond wegzakt, dan heb je de opening gevonden.
Je kunt mollen bestrijden met klemmen of gif. Maar andere mollen nemen verlaten tunnels heel snel in. De nieuwe mol zal het gangenstelsel herstellen waardoor opnieuw molshopen ontstaan. De beste methode is leren leven met mollen.
Mollen eten graag insecten. Ze eten voornamelijk regenwormen, maar smullen ook zeker van andere insecten zoals aardrupsen, emelten en engerlingen. Deze laatste zijn de larven van kevers en veroorzaken schade aan jouw gazon doordat ze graswortels eten.
Mollen komen slechts zelden boven de grond, dus de kans dat u er een te zien zult krijgen is klein. Maar wees voorzichtig als u een levende mol vangt, want ze hebben heel scherpe tanden en zullen zeker proberen te bijten.
De Kerbl mollenverjager staat op bol.com goed aangeschreven. Het product is eenvoudig en veilig te gebruiken en werkt op batterijen. Heb je weinig zon in je tuin dan werkt deze mollenverjager dus prima, omdat deze niet op zonne-energie functioneert.
Is er na drie dagen nog geen mol gevangen, dan staat de mollenklem waarschijnlijk in een mollengang die niet meer door de mol gebruikt wordt.
Het plan: je maakt reepjes van oude stof, bijvoorbeeld katoen. Week de reepjes in azijn en leg ze dan in een mollengang. De mol zit niet te wachten op sterke geuren. Als deze theorie klopt, dan kom je dankzij de azijn wel van het beestje of de beestjes af.
Een kleine tuin zal dus meestal maar plaats bieden aan één mol. Omdat die mol zijn eigen territorium heeft, is het verwijderen van je bodemgast vaak zinloos. Het enige wat je doet is een thuis aanbieden aan een nieuw exemplaar.
Dieper graven van nieuwe gangen levert grond op die ze kwijt moeten. Wanneer het weer warmer wordt, kruipen de regenwormen weer richting aardoppervlak. De mol gaat er ook dan weer achteraan, graaft nieuwe gangen en werpt dus extra hopen op.
Er zijn planten die mollen om die reden niet fijn vinden: keizerskroon (Fritillaria imperialis), nieskruid of kerstroos (Helleborus), tuingloxinia (Incarvillea) en kruisbladwolfsmelk (Euphorbia lathyris). Ook kun je knoflookteentjes in de molsgang leggen om ze te verjagen.
Veel jonge mollen overleven het eerste jaar niet. Mollen kunnen 6 jaar oud worden, maar dat gebeurt maar zelden. Meestal halen ze de 3 jaar niet.
Mollen hebben vingers om mee te graven
Een niet al te diepe gang graaft de mol met een snelheid van tussen de 12 en 15 meter per uur. Gemiddeld weegt een molshoop één tot twee kilo, met uitschieters naar acht kilo (80x zijn eigen lichaamsgewicht).
Wanneer er sprake is van meerdere mollen of eerdere pogingen geen resultaat hebben gehad, kunt u eventueel wat meer wormen verzamelen. De wormen maakt u dood en haalt u door het mollengif. Vervolgens maakt u een molshoop open en laat u de vergiftigde worm daar in zakken.
Zet de gespannen klem in de gang waar je deze wilt plaatsen en laat de mollenklem een keer afgaan als test dat er bijvoorbeeld geen wortels tussen zitten. Span de mollenklem opnieuw en zet deze op zijn plaats. Plaats de mollenklem altijd in een rechte gang en zo dat de mol tussen de scharen door kan graven.
Mollen houden niet van water, dus het zou logisch zijn om te denken dat je ze kunt verjagen door water in de mollengangen te spuiten. Het probleem is echter dat mollengangen ellenlang kunnen zijn. Voor je het weet, ben je honderden liters kwijt en heeft de mol zich slechts verplaatst.
Er zijn 2 soorten gangen : de vaste gangen en de jachtgangen. De doorsnede van een gang is 4 tot 5 cm. De vaste gangen bevinden zich tot op een diepte van 50 cm onder de grond. Deze aarde wordt naar boven gewerkt en er ontstaan “molshopen”.
Onder de grond heeft de mol geen natuurlijke vijanden, alleen zijn eigen soortgenoten. Boven de grond wordt de mol bejaagd door onder andere uil, buizerd, blauwe reiger, ooievaar, wezel, hermelijn en vos. Andere doodsoorzaken zijn honger door droogte en verdrinking door overstromingen.
Het plaatsen van een mollenverjager
Plaats de mollen verjager eenvoudig weg op een plek in de grond waar de mollen actief zijn.