Vroege kampeerders stonden in de sneeuw op de camping. Dat is nog maar een greep uit het aantal dagen dat Nederland in april wit kleurde. En op nog veel meer dagen viel in ons land natte sneeuw die niet bleef liggen. Tegenwoordig zien we gemiddeld eens in de drie jaar sneeuwvlokken in april.
En gelijk heeft hij ook in ons land: sneeuw in april komt wel vaker voor, al is het uitzonderlijker geworden. Tussen 1961 en 1990 waren er jaarlijks gemiddeld twee sneeuwdagen in april. In de drie decennia daarna is dat gezakt naar 0,6: in vijf jaar tijd zijn er dus gemiddeld drie aprilse dagen waarop er sneeuw valt.
In de nacht en vroege ochtend van 1 april viel in grote delen van Nederland enige tijd sneeuw bij temperaturen rond of iets onder nul. Vooral in het westen en midden leidde dat tot een sneeuwlaag van 3-5 cm, die in de middag weer weg dooide bij temperaturen van 4 à 5 °C.
Sneeuw in maart is niets bijzonders en komt bijna ieder jaar wel voor, maar sneeuw in april is – zeker tegenwoordig in het veranderende klimaat – een ander verhaal. In de vorige eeuw viel er in de aprilmaand landelijk op gemiddeld 2 dagen sneeuw. Deze eeuw is dat nog maar 1 keer in de 3 jaar.
Over het algemeen valt in Nederland de meeste sneeuw in december, januari en februari. Soms doet de lente al bijna haar intrede als er nog sneeuw valt. In februari 2010 kopten de kranten bijvoorbeeld nog dat Nederland zich moest opmaken voor de hevigste sneeuwval in 30 jaar.
De verwachting is dat het weer zacht blijft. De kans op winters weer is heel klein. Dat betekent niet dat het helemaal niet meer kan sneeuwen of koud wordt. Ook tijdens zachte weken kan er weleens een dagje met winterse buien of een koude vriesnacht tussen zitten.
Een mooi sneeuwdek levert dat meestal niet op. De winter met de meeste dagen waarin sneeuw viel in Nederland was in het jaar 1963. Nederland kende in deze winter maar liefst 37 dagen waarin het sneeuwde. Vandaar dat het ook niet vreemd is dat de winter van 1963 staat geregistreerd als de koudste winter tot nu toe.
April 2022 was een zeer zonnige maand. De zon scheen gemiddeld over het land 233 uur tegen 196 uur normaal. Verder was de maand te koud met een gemiddelde temperatuur van 9,3 graden tegen 9,9 graden normaal en de maand was gemiddeld iets te nat. Gemiddeld viel 51 mm tegen 41 normaal.
Tegen of net na de middag begint het te regenen bij +8 graden. Dat is meteen het startschot voor een wisselvallige eerste vakantieweek met veel wolken en regelmatig regen/buien. Het wordt wel een flink stuk zachter. Overdag stijgen de temperaturen tussen 9 en 12 graden.
Op slechts twee dagen deze maand steeg de temperatuur ergens in het land tot boven 20 graden. In Maastricht werd het op 1 april 20,6 graden. Op 28 april noteerden vier stations een warme dag. In Ell en Volkel werd het 20,4 graden, in Eindhoven 20,6 en in Arcen 20,9 graden.
Aan sneeuw geen gebrek in het skigebied van Zell am See-Kaprun. Aan de kant van Kaprun vind je namelijk de Kitzsteinhorn, een gletsjer dat op twee maanden na het hele jaar door geopend is. Dat maakt het skigebied zeer sneeuwzeker en een veilige keuze voor een wintersport in april 2022.
Op 9 maart 1970 kwam een eind aan een bijzondere periode want, van 2 t/m 9 maart 1970 was er op veel plaatsen een reeks van 8 sneeuwdagen op rij. Toen was er dus, na de vrij koude winter van 1969/1970, ook een winters staartje in de eerste helft van de “lentemaand”. Net als in 1947 dus.
Natte sneeuw in mei is best zeldzaam, maar dat de sneeuw ook echt blijft liggen is heel bijzonder. De laatste dag na de winter in De Bilt met een sneeuwdek is 4 mei. Dat gebeurde in 1978. In De Bilt werden de laatste natte sneeuwvlokken waargenomen op 17 mei 1935.
Winters weer met vorst en sneeuw komt in maart wel vaker voor. In 2005 viel er begin maart lokaal een halve meter sneeuw. Niet alleen Nederland heeft deze Maartse dagen te maken gehad met winterse kou en late sneeuwbuien.
Volgens weerhistoricus Christopher Burt ligt de plek op aarde waar de meeste sneeuw valt in de Japanse Alpen (daar waar de bergen door de prefectuur Nagano lopen), even ten westen van Tokamachi en Takakura.
2005: Op 2 maart 2005 viel er in Friesland, Drenthe en Groningen plaatselijk 40 tot 50 centimeter sneeuw. Ook in het midden en westen lag er veel sneeuw, maar dan tot 20 cm.
Overdag is het gemiddeld 14,8 graden en in de nacht 4,5 graden. Normaal daalt de temperatuur op vier dagen tot onder het vriespunt, maar ook wordt het vier keer warmer dan 20 graden.
Er zijn wolkenvelden en zonnige perioden en het blijft droog. De maximumtemperatuur ligt tussen 13 graden in het noorden en 17 graden in het zuiden. Breekt de bewolking nog wat meer dan kan de temperatuur zomaar een paar graden hoger uitpakken.
Met een gemiddelde temperatuur van 9,3 graden tegen 9,9 graden normaal was april een frisse lentemaand. Dat is wel voor onze huidige maatstaven. Dertig jaar geleden werd afgelopen aprilmaand nog als opvallend warm ervaren, toen de normaal 8,0 graden was!
Een frisse dag met gemiddelde temperatuur van 5,3 °C en een gevoelstemperatuur van 2,5 °C. De minimum temperatuur was 0,1 °C en de maximum temperatuur 7,6 °C. De zon liet zich amper zien, slechts 0,7 uur. Er viel minder dan 1 mm neerslag.
Warme zomer en langetermijnvoorspellingen
Volgens de onderzoekers is de kans op een hete zomer in 2022 ruim 70%. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'nature'. Eerder voorspelden dezelfde meteorologen al de extreem warme zomer van 2018, 2019 en 2020.
In de weersvoorspelling voor de zomer van 2022 staat dat met name de maanden juni en augustus droog en arm zullen zijn. In de maand juli lijkt het iets meer te gaan regenen, maar zelfs dat is niet zeker. Als de wind niet uit het Westen, maar uit het Zuiden komt, zal het ook deze maand extreem warm worden.
Dit komt mede als gevolg van de opwarming van de aarde. Halverwege vorige eeuw was op 58 dagen ergens in ons land een sneeuwdek van ten minste 1 centimeter te vinden. In de decennia daarna is dat aantal teruggelopen van 40 dagen in de periode 1971-2000 en 37 dagen in de periode 1981-2010.
Dat sneeuwdek in De Bilt met Kerstmis is sinds 1901 (het begin van de weermetingen in Nederland) slechts acht keer voorgekomen. Vóór 2010 gebeurde het in 2009, en daarvoor in 1981. Hier zie je een mooi overzicht van het KNMI.
Sneeuw is een vorm van neerslag die bestaat uit ijskristallen, welke bekend staan als sneeuwvlokken. Het is een weersverschijnsel in een vaste vorm van water, oftewel ijs.