Drinken uit de fles kun je oefenen met 20 tot 30 milliliter per keer; het gaat om de techniek, niet om de voeding. Mocht het niet gelijk goed lukken, dan hoef je niet veel melk weg te doen. Als je baby eenmaal uit de fles kan drinken, blijf dan een paar keer per week oefenen zodat hij het niet verleert.
Sommige kindjes drinken de eerste keer probleemloos hun fles leeg, maar weigeren een paar weken later alsnog. Je kan daarom het beste elke dag even oefenen. Hoe eerder je kindje aan een fles went, hoe beter.
Van je verloskundige of kraamverzorgende krijg je een richtlijn hoe vaak je je kind de fles moet geven. Meestal is dat ongeveer zes tot acht voedingen per 24 uur. Dit hoeft niet op vaste tijden. De meeste baby's willen vooral 's avonds wat vaker een beetje drinken.
Over het algemeen wordt gezegd dat een baby of een kind zich nooit zal uithongeren. Maar een baby kan enkel vragen om melk door te huilen en in de eerste dagen van zijn leven is het nog steeds moeilijk om zijn vele huilbuien, door honger, voor knuffels, bij slaap, te ontcijferen.
Bied de fles op een rustige manier aan. Zorg dat je baby naar de fles hapt zoals hij naar je borst hapt. Streel eerst met de speen de lipjes en wacht tot je baby zelf zijn mondje open doet. Laat je kindje daarna zelf happen en zorg dat de fles diep genoeg in het mondje komt, net als bij borstvoeding.
Wist je dat? Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken.
Schud de fles rustig tot het poeder helemaal is opgelost. Controleer altijd de temperatuur van de melk met een druppeltje op de binnenkant van je pols. Wanneer het ongeveer even warm is als je huid, dan is de temperatuur goed. Als het te heet is, laat het dan even afkoelen.
Stop de speen niet direct in de mond, maar streel eerst de lipjes met de speen. Breng de speen pas naar binnen als het mondje (wijd) open gaat. Zorg dat de speen diep in de mond komt, dat is de baby van de borst ook gewend. Beetje in de speen knijpen om de melkstroom te bevorderen.
Probeer een andere fles of een andere speentjes. Wat spenen betreft kan je kiezen uit latex of silicone, bolvormig of anatomisch. Een latex speen is soepeler, silicone is stevig en gaat langer mee. Net als bij een fopspeen zal je baby wel aangeven wat hij het liefst heeft.
Je kunt aan je baby zien of hij inderdaad voldoende drinkt. De eerste weken weet je dat je kind genoeg drinken krijgt als hij ongeveer 6 natte luiers en 2 tot 5 poepluiers heeft per 24 uur. Daarna geldt: als je baby goed groeit, ongeveer 6 natte luiers per dag heeft en levendig is, krijgt hij genoeg.
Overproductie of overvoeden? Soms kan het gebeuren, dat een baby in een vicieuze cirkel terecht komt en meer melk binnenkrijgt dan hij nodig heeft. Meestal ontstaat deze situatie doordat vraag en aanbod niet op elkaar afgestemd zijn geraakt. Baby's willen vaak drinken.
Een richtlijn voor vaak je je baby flesvoeding geeft, is om de twee tot maximaal vier uur. 's Nachts kunnen de tijden tussen twee flessen wat langer zijn. De eerste maanden krijgt een baby zes à acht keer per etmaal de fles, na twee tot drie maanden bouw je dit rustig af naar vijf keer.
De moeder kan met borstcompressie de melkstroom versterken, waardoor de baby gemotiveerd blijft om door te gaan. Zo kan de baby geholpen worden om de borst verder leeg te drinken. Sommige baby's worden niet passief wanneer de melkstroom minder wordt, maar worden juist onrustig en boos.
Een regeldag herken je aan: Je baby huilt veel en is onrustig en hangerig omdat je kindje zich niet zo lekker voelt. De ontwikkelingen vragen nou eenmaal veel energie. Je baby wil continu drinken omdat je kindje hongerig is en meer energie nodig heeft voor de groeispurt.
De eerste maanden zuigt een baby instinctief op alles wat er in zijn of haar mond komt. Rond de 3 maanden begint dat te veranderen en kan het soms voorkomen dat een baby niet meer uit de fles wil drinken. Zelfs baby's die altijd makkelijk uit een fles dronken, kunnen rond deze periode opeens gaan fles weigeren.
De brede halsfles heeft een wat bredere speen, waardoor de baby zijn mondje wat wijder openhoudt tijdens het drinken. Veel moeders die naast borstvoeding ook flesvoeding geven, geven de voorkeur aan de brede halsfles; het maakt de kans op eventuele tepel-speenverwarring bij de baby zeer klein.
Drinkt je baby de fles niet leeg, ook niet als je de fles na een paar minuten nog een keer aanbiedt? Geen probleem, waarschijnlijk heeft je kindje dan niet zo'n honger. Blijf niet aandringen. Ook als de fles vaker niet leeg gaat, hoeft dit geen probleem te zijn.
Zorg dat je kindje met zijn of haar hoofdje tegen de binnenkant van je elleboog steunt. Hierbij kun je afwisselen met de rechterkant en de linkerkant. Je kunt je baby ook op de rug laten liggen bij het geven van flesvoeding, ga dan naast je kindje liggen en houd de fles goed vast.
Met het vocht verliest uw kind vaak ook zouten en andere voedingsstoffen. Baby's jonger dan 3 maanden zijn het meest gevoelig voor snelle uitdroging. Kinderen jonger dan 2 jaar kunnen binnen 1 dag (24 uur) uitdrogen. Oudere kinderen kunnen binnen 2 tot 3 dagen uitdrogen.
Het kan zijn dat je baby in het begin een vies gezicht trekt en de fles weigert. Kunstvoeding heeft een andere smaak dan borstvoeding. Ook ontdooide moedermelk, bijvoorbeeld omdat je dit vooraf gekolfd en ingevroren hebt, smaakt een beetje anders. Geef je baby de tijd om hieraan te wennen.
Gebruik geen warm water direct uit de kraan voor babyvoeding
Apparaten, zoals een geiser of boiler, kunnen de kwaliteit van het warme drinkwater beïnvloeden. Gebruik voor het warm maken van de voeding een flessenwarmer, voeg er kokend water aan toe of warm de voeding op in een pannetje heet water.
Maak de voeding liefst per fles klaar. Je kunt eventueel 1 of 2 voedingen van tevoren klaarmaken als je ze niet langer dan 8 uur bewaart. Zet ze dan meteen na bereiding in de koelkast bij maximaal 4°C. Bewaar klaargemaakte voeding nooit langer dan een half uur bij kamertemperatuur en gooi restjes altijd weg.
Voorheen werd aangeraden om voor de bereiding van flesvoeding (kraan)water vooraf te koken of bronwater te gebruiken. Dit is niet nodig in Nederland. Water uit de kraan is veilig en vers voor babyvoeding. Let op: je gebruikt koud water, dat je vervolgens opwarmt tot de benodigde temperatuur.