Doordat ervaringsdeskundigen voorlopers van pesten opmerkten bij kleuters jonger dan 6 jaar, mag er dus niet blindgestaard worden op de ontwikkelingspsychologie die aangeeft dat pesten maar voor zou komen vanaf de leeftijd van 6 jaar.
Fysiek pesten kwam het meeste voor in de leeftijdsgroep van 6 tot 9 jaar. Emotioneel pesten bereikt ook in de leeftijdsgroep van 6 tot 9 jaar het hoogste aantal, maar blijft even hoog in de leeftijd van 10 tot 13 jaar en neemt daarna af in de leeftijd van 14 tot 17 jaar.
Mannen en vrouwen werden vrijwel even vaak gepest. Jongeren zijn vaker slachtoffer dan ouderen, en homo's, lesbiennes en biseksuelen vaker dan heteroseksuelen. Bijna een kwart van de 15-plussers – dat zijn bijna 3,5 miljoen mensen - gaf aan ooit (dus ook langer dan een jaar geleden) gepest te zijn.
Signalen pesten herkennen bij je kind
De schoolprestaties van je kind gaan achteruit. Je kind kan zich moeilijker concentreren. Je kind heeft weinig vrienden, gaat niet bij anderen spelen en er komen geen kinderen bij jullie thuis spelen. Je kind wordt weinig uitgenodigd voor feestjes.
Inzicht in de beweegredenen van pesters kan helpen om pestgedrag beter te begrijpen, en effectiever aan te pakken. Kinderen of jongeren pesten elkaar bijvoorbeeld om hun sociale positie te verbeteren of te behouden, omdat ze het leuk of spannend vinden, of omdat ze juist zelf gepest worden.
Omdat pesten vaak stiekem gebeurt en vervelend gedrag niet altijd meteen te duiden is als pesten, kan het signaleren ervan lastig zijn. Uitschelden of schoppen is makkelijker te signaleren dan buitensluiten of online pesten. Aan de sfeer in de klas is vaak duidelijk merkbaar dat er iets speelt.
In Nederland wordt 9,3 procent van de middelbare scholieren gepest, blijkt uit onderzoek van PISA, een onderwijsafdeling van OESO. Scholieren uit Portugal, IJsland, Zuid-Korea en Spanje worden net iets vaker gepest. Leeftijdgenootjes uit Rusland, de Dominicaanse Republiek, China en Tunesië hebben het veel zwaarder.
In zowel 2018 als 2021 wordt vijf procent van de leerlingen vaak tot zeer vaak gepest. Dat houdt in dat zij minstens een keer per maand, wekelijks of dagelijks zijn gepest. Zeven procent wordt soms gepest; dat is minder dan een keer per maand. In vergelijking met 2018 is pesten in 2021 stabiel gebleven.
Sociale vaardigheden: Kinderen die minder prosociaal gedrag laten zien, hebben meer kans om gepest te worden. Kinderen die bijvoorbeeld goed kunnen onderhandelen, anderen helpen en steunen, zijn minder vaak het doelwit van pesters.
Of je een slachtoffer wordt van pesten, wordt door ongeveer 66 procent bepaald door je genen. Verder spelen allerlei factoren uit de omgeving een rol, zoals de klas waarin je zit. De genetische erfelijkheid komt ook deels door bepaalde eigenschappen die het pestgedrag uitlokken.
Oorzaken van pesten
Concurrentiedrang, jaloezie, verveling, of om frustratie af te reageren. De dader is vroeger zelf gepest of bang gepest te worden. Dan probeert hij of zij de aandacht van mogelijke pesters af te leiden door iemand anders te pesten.
Gaat het pesten zo ver dat jij je bijvoorbeeld bedreigd wordt, kun je daar aangifte van doen. Ook smaad en laster is strafbaar. Ga daarvoor naar het politiebureau bij jou in de buurt.
Je kan heel wat proberen om het pesten te laten stoppen. Het allerbelangrijkste is dat je weet dat je er niet alleen voor staat! Praat erover met je vrienden, broer of zus, ouders, trainer, leerkracht of leiding.
Pesten heeft grote gevolgen. Leerlingen die gepest worden voelen zich vaak eenzaam, verdrietig, onzeker en bang. Soms durven ze niet meer naar school te gaan. Het leren wordt dan bemoeilijkt en de schoolresultaten kunnen kelderen.
Een basisschool is wettelijk verplicht om pesten tegen te gaan. De school moet een anti-pestbeleid opstellen en uitvoeren en een pestcoördinator aanstellen. De Inspectie van het Onderwijs houdt hierop toezicht. Leerkrachten hebben een belangrijke taak in het voorkomen, signaleren en aanpakken van pesten.
Negeren heeft een grotere impact op werknemers dan pesten. Werknemers die worden genegeerd, zeggen vaker hun baan op dan gepeste werknemers. Bovendien hebben zij meer problemen met hun gezondheid. Toch denken werknemers dat buitensluiting psychisch minder schadelijk is dan pesten.
Ga eerst in gesprek met zowel de gepeste als met de pester(s). Spreek de pester aan op zijn gedrag en tref sancties. Mocht het niet duidelijk zijn wie de gepeste en/of pester(s) zijn ga dan in gesprek met teams en afdelingen. Als de pester een collega-leidinggevende is, spreek deze dan aan op zijn gedrag.
Bij pesten in de vorm van ernstige belediging of mishandeling kan er sprake zijn van een strafbaar feit. In dat geval kan de school aangifte doen bij de politie.