Grote variaties in noordenwind van jaar op jaar Gemiddeld over de periode van 1960 tot nu tellen april en mei 23 dagen met een noordenwind (figuur 2). Dit jaar is uitzonderlijk met maar liefst 37 dagen. Gemiddeld komt dit maar eens in de 15 jaar voor.
Gemiddelde windrichting in Nederland Het weer in ons kleine kikkerland vliegt vaak alle kanten op. Ons weer wordt beïnvloed door de Noordzee, maar ook de zuidwestelijke wind. Gemiddeld genomen komt de wind bijna 50% van de tijd uit het westen tot zuiden.
Door de opwarming van de aarde verandert het temperatuurverschil tussen noord en zuid en wordt de Atlantische Oceaan warmer, en dat kan invloed hebben op de straalstroom, de 'snelweg' van winden die kilometers boven ons hoofd van west naar noord jakkert.
In alle maanden is zuidwest de overheersende windrichting, vooral in de winter- en herfstmaanden. In de herfst- en wintermaanden waait de wind zo'n 30% van de dagen uit het zuidwesten. In het voorjaar is te zien dat de windrichtingen noord en noordoost bijna net zo vaak voorkomen als de zuidwestenwinden.
De oorzaak voor de langjarige variaties in noordenwind is onderwerp van lopend onderzoek en hangt mogelijk samen met variaties in oceaanstromingen of veranderingen in de stratosferische straalstroom. Deze april maakt in elk geval duidelijk dat we van de noordenwind nog niet af zijn.
In de winter is lucht vanaf zee relatief zachter dan boven land, maar omdat de lucht uit het noorden komt voert deze wind ook in de winter koudere lucht aan. De lucht is dus vaak vochtig en relatief koud. Zowel in de zomer als in de winter komt de temperatuur door een noordenwind lager dan normaal uit.
De lagedrukgebieden boven het zuiden van Europa lijken zich aan de andere kant verder naar het noorden uit te breiden, met de begrenzing net ten zuiden van ons land. Wij komen dus tussen die beide systemen in te zitten en dat resulteert wederom in een noordelijke wind, maar ook nog steeds vrij rustig weer.
"De noordenwind moet echt gaan draaien naar het noordoosten of het oosten. Dan kan de temperatuur omhoog schieten." Al weken waait er een koude noordenwind. Gedurende de dag neemt die ook nog eens in kracht toe.
Het klinkt misschien gek, maar ons weer wordt 'gemaakt' in de Rocky Mountains.Deze bergketen in de Verenigde Staten verstoort als het ware de zuidwestenwinden en creëert daardoor allerlei wervels. Deze groeien uit tot de hoge- en lagedrukgebieden die wij kennen.
Denk aan regen en wind
De wind komt het meest uit het zuidwesten, de lucht stroomt dan dus van zuidwest naar noordoost. De regen valt ook het meest richting noorden en oosten.
De windrichting heeft een grote invloed op de temperatuur in Nederland. In de herfst koelt het land snel af, de zee blijft relatief warm. Als het vanuit zee waait, is het relatief zacht in Nederland. Als de wind uit het oosten waait, is het relatief koud.
Gangbaarheid. Het woord noordenwind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
De volgende vier zijn noordoost, zuidoost, zuidwest en noordwest. Een noordoostenwind is 45 graden, een zuidoostenwind is 135 graden, een zuidwestenwind is 225 graden en een noordwestenwind is 315 graden. Bij de laatste acht windrichtingen wordt de windrichting in het weer afgekort met drie letters.
Waar waait het in Nederland het hardst? De hoogste windsnelheden worden in de regel langs de kust bereikt. Hier wordt de wind het minst geremd door obstakels en wrijving met het aardoppervlak. Op jaarbasis waait het in Nederland aan zee gemiddeld twee keer zo hard als in het diepe binnenland.
In Nederland varieert het jaargemiddelde van de windsnelheid van ruim 8 km/h (2,2 m/s) in het binnenland tot 20 km/h (5,6 m/s) aan de kust. Van plaats tot plaats en van dag tot dag zijn er grote verschillen. De gemiddelde windrichting in Nederland is ongeveer zuidwest.
De bekendste windstreken zijn Noord, Oost, Zuid en West. Deze (hoofd-)windstreken zijn te combineren in kleinere windstreken, bijvoorbeeld in het noordoosten (tussen het noorden en het oosten in) en het noordnoordoosten (tussen noorden en noordoosten in).
Een oostenwind bij ons duidt op de aanwezigheid van een niet zelden standvastig hogedrukgebied boven Noord- of Noordoost-Europa. In de winter levert dit vrieskou op, maar in de zomer juist warm weer. Dit komt omdat het vasteland van Europa dankzij langdurige zonneschijn in de zomer sterk wordt opgewarmd.
Dus als de wind 's avonds gaat liggen, is dat omdat de zon ondergaat. Als de zon fel schijnt, wordt de lucht boven land erg warm. Warme lucht zet uit en stijgt op. Hierdoor ontstaat er vlak boven land een gebied met lage luchtdruk, een thermische depressie.
Je moet het kompas horizontaal houden (of leg het plat op de grond) zodat de wijzer kan draaien. Draai tot de rode naald de N van noord aanwijst, nu sta je met je neus naar het noorden. Achter je is dan het zuiden, rechts het oosten en links van je het westen. Dit noemen we de windrichtingen.
Als er 's winters een noordenwind heerst, is het koud en guur en is er kans op sneeuwbuien. Oostenwind: Bij deze windrichting komt de lucht vanuit het Europese vasteland. Bij een tekort aan veel water is de lucht vaak droog.
Bij ons op het noordelijk halfrond komt de zon op in het oosten, ze bereikt haar hoogste punt in het zuiden en gaat onder in het westen. In het zuidelijk halfrond komt de zon (en de maan, de planeten en de sterren) op in het oosten. Het hoogste punt wordt echter bereikt in het noorden.
Op Barrow Island, een eiland bij het noordwesten van Australië, werd de meest krachtige windstoot ooit ter wereld gemeten. Op 10 april 1996 trok de tropische cycloon Olivia over het eiland en haalde de wind uit naar een bizarre 408 km/uur.
Zo ontstaat er een wind die bijna altijd waait tussen het hoge drukgebied en de evenaar. Deze wind noemen we passaatwinden. Rond de poolen (Noordpool en Zuidpool) is het koud en daar is de lucht zwaar. Hier is altijd een hogedrukgebied Het overschot aan lucht wordt weggedrukt naar lagedrukgebieden.