Regels 2023Tenzij er een vroeg gewas geteeld is, dan mag u drijfmest uitrijden vanaf 16 februari. Daarnaast mag vaste mest mag op zand- en lössgrond van 1 februari t/m 15 september zijn uitgereden, voor aanplant van fruit- en plantsoenbomen mag dit het hele jaar. Op klei- en veengrond mag dit echter het hele jaar.
Je kan maximaal twintig ton dierlijke mest per hectare per gift gebruiken. Dierlijke mest kan je twee keer per jaar toedienen. Koeienmest is het meest geschikt voor een paardenweide.
Afhankelijk van de grondsoort en de ligging is dit 230 of 250 kilogram stikstof per hectare. Met 8 hectare landbouwgrond, mag u met een gebruiksnorm van 250 kilogram met de derogatie maximaal 250 x 8 = 2.000 kilogram stikstof uit dierlijke mest uitrijden.
Vanaf 1 januari 2023 meldt u het vervoer van dierlijke mest met het rVDM. Dit is een realtime en digitaal Vervoersbewijs dierlijke mest. Het huidige VDM vervalt dan. Wat er verandert en hoe zich voorbereidt, leest u op de website van RVO.
Inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voeren de komende weken extra inspecties uit om te controleren of boeren zich houden aan de regels voor het uitrijden van mest.
Concreet mag u dus mest opslaan 100 meter in het veld op voorwaarde dat deze mest op dat veld uitgespreid wordt, de mest er max.2 maanden blijft liggen en de mest 100 m van woningen van derden en op min. 10 m van de perceelsgrens en waterlopen gelegen is.
Houders van koeien die meer dan vijf volwassen dieren op hun UBN hebben staan, zijn verplicht om een één-op-één relatie aan te gaan met een (geborgde) rundveedierenarts. Dit geldt dus voor het hobbymatig houden van meer dan van vijf koeien.
Op grasland mag tussen 16 februari t/m 31 augustus drijfmest uitgereden worden op alle grondsoorten. Vaste mest mag daarnaast op zand- en lössgrond van 1 februari t/m 31 augustus worden uitgereden.
De moestuin moet u elk jaar bemesten. Zo blijft de grond vruchtbaar en kunnen groenten, fruit en kruiden goed groeien.
Via de mest komt er ook ammoniak in de lucht. Er zijn daarom regels voor de hoeveelheid ammoniak die boeren met hun bedrijf mogen uitstoten. Zo moeten hun stallen aan eisen voldoen om de uitstoot van ammoniak te verminderen.
De gebruiksnorm voor stikstof uit dierlijke mest is 170 kilogram per hectare landbouwgrond. Heeft u een derogatievergunning*? Dan mag u meer stikstof uit dierlijke mest gebruiken. Voor landbouwgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant of Limburg is de norm dan 230 kilogram per hectare.
Meer dierlijke mest gebruiken
Heeft u een derogatievergunning? Dan mag u meer dierlijke mest gebruiken. Afhankelijk van de ligging en de grondsoort van uw perceel ligt wordt uw gebruiksnorm 220 of 240 kilogram per hectare in 2023.
Maai voedselrijk bloemrijk grasland twee keer: in mei-begin juni en augustus-september. Maai zeer voedselrijk kruidenrijk grasland drie keer: in mei-begin juni, in augustus-september en nogmaals in oktober-begin november of in april.
Paardenmest en andere dierlijke mesten voeden de bodem, het bodemleven en het gewas wanneer ze bovengronds aangebracht worden. en zorgen dat de grassen en kruiden op je weide er goed kunnen groeien.
Daarvoor gebruikten ze een zogenaamde giertank met ketsplaat waarmee de dunne mest in de vorm van een waaier heel gelijkmatig over het land gesproeid werd. De grote hoeveelheid ammoniak die hierbij vrijkwam, was de reden dat dit systeem werd verboden. Inmiddels zijn boeren verplicht mest te injecteren.
Drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib mag je op bouwland uitrijden vanaf 16 maart tot en met 31 augustus.
Wacht 3 tot 4 dagen na de bemesting met de volgende maaibeurt.
U mag op uw landbouwgrond 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar gebruiken. Met een derogatievergunning voor 2023 is dat 220 of 240 kilogram.
Wanneer paarden hobbymatig worden houden is geen sprake van een inrichting. Daarom geldt de vuistregel dat hobbymatig maximaal vijf paarden mogen worden gehouden.
Om de schade aan het milieu te beperken mag landbouwgrond namelijk niet te intensief door vee worden gebruikt. Het aantal koeien moet daarom in verhouding staan tot de beschikbare grond van een bedrijf. Als norm geldt, dat een boer omgerekend 2,5 volwassen melkkoeien per ha cultuurgrond mag houden.
Hoeveel mest mag een particulier aanwenden? Een particulier mag maximaal 80 kg fosfaat en 170 kg stikstof uit dierlijke mest per ha gras- of bouwland aanwenden.
Aangezien het gras deze mest juist in de top van het groeiseizoen nodig heeft voor een optimale groei, zal het uitrijden voortaan in de nacht plaats moeten vinden.
Akkerbouwers krijgen van de mesthandel gemiddeld €11 tot €15 per kuub als zij varkensdrijfmest laten uitrijden op hun land, afhankelijk van de eventuele transportkosten. Het ontvangsttarief voor rundveedrijfmest ligt iets lager: €10 tot €12 per kuub. Dit is inclusief opslagvergoeding.
Een melkveebedrijf heeft zo'n 30 tot 60 m³ plaatsingsruimte dierlijke mest per ha. Bij een gemiddelde van 4 kg stikstof per m³ mest komt er dus 120 tot 240 kg stikstof per ha beschikbaar voor het grasland uit drijfmest. In het bemestingsplan wordt exact uitgerekend hoeveel kuub moet worden bemest voor de eerste snede.