De globale structuur van je tekstJe geeft in het schema aan welke onderwerpen bij elkaar horen en in welke volgorde je ze wilt behandelen. Maak een tekstschema dat aansluit op je centrale vraag. Orden de verzamelde informatie op een logische manier. Dat betekent bijvoorbeeld dat je onderwerpen elkaar niet overlappen.
Veelvoorkomende formaten voor tekststructuur zijn vergelijken/contrasteren, oorzaak en gevolg en sequentie . verwijst naar hoe de informatie in een geschreven tekst is georganiseerd. Deze strategie helpt studenten te begrijpen dat een tekst een hoofdidee en details kan presenteren; een oorzaak en vervolgens de gevolgen; en/of verschillende visies op een onderwerp.
Hoewel geen enkele gids u kan helpen om te vinden welke situaties het beste voor u werken om te schrijven, zijn er stappen in het schrijfproces die een schonere, betere definitieve versie bevorderen. De algemene stappen zijn: ontdekking/onderzoek, prewriting, concept, herziening en bewerking .
De meest voorkomende tekststructuren zijn narratief, sequentieel, oorzaak en gevolg, probleem en oplossing, vergelijken en contrasteren, en overtuigend . Elk type tekststructuur heeft zijn eigen doel, dus het is belangrijk dat studenten begrijpen wat elk vereist om ze effectief te kunnen gebruiken.
Niettemin volgt schrijven meestal dezelfde algemene structuur: inleiding, hoofdtekst en conclusie . De inleiding schetst de hoofdrichting die het schrijven zal nemen en geeft alle benodigde achtergrondinformatie en context. In de hoofdtekst wordt elk punt gepresenteerd, onderzocht en ontwikkeld.
In informatieve teksten komen vijf structuren veel voor: beschrijving, chronologie, oorzaak-gevolg, probleem-oplossing en vergelijking. Die structuren kunnen zichtbaar zijn binnen een zin, in alinea's maar ook in grotere tekstdelen. Vaak zie je in teksten een combinatie van verschillende structuren.
Hoe kan men de tekststructuur identificeren? Om de structuur van een tekst te identificeren, moet men eerst de tekst lezen.Zoek tijdens het lezen naar patronen of trefwoorden die de structuur van de tekst aangeven, zoals chronologische volgorde .
In een bouwplan komen het onderwerp, de hoofdgedachte en het schrijfdoel.Het bouwplan geeft aan uit welke delen de tekst bestaat. Een bouwplan heeft altijd een inleiding, een middenstuk en een slot. In een inleiding introduceer je het onderwerp.
Vaak is een tekst verdeeld in een inleiding, een kern (middenstuk) en een slot. Zo'n tekstindeling geeft je als lezer houvast. Bij verkennend lezen let je op de tekstindeling. Je kunt dan bijvoorbeeld vaststellen waar de kern begint of hoe de tekst aan het slot wordt afgerond.
De globale structuur van je tekst
Maak een tekstschema dat aansluit op je centrale vraag. Orden de verzamelde informatie op een logische manier. Dat betekent bijvoorbeeld dat je onderwerpen elkaar niet overlappen. Er zijn verschillende indelingsprincipes om dat te voorkomen.
Tekstdoelen geven aan wat jij als schrijver wilt bereiken met jouw tekst. De 7 tekstdoelen zijn: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
Structuur is de manier waarop iets in elkaar zit, waarop elementen van een verzameling samenhangen. Niet alle verzamelingen hoeven geheel of gedeeltelijk samenhangend te zijn, maar in een structuur is er een verband tussen alle elementen. Dat verband wordt bepaald door relaties tussen elementen onderling.
Deze tekstelementen kunnen worden gebruikt voor de structurering van het lichaam van de tekst. Voorbeelden zijn Hoofdstuk, Titel, Afdeling, Paragraaf, Subparagraaf, Subsubparagraaf, Artikel en Lid. Voor de presentatie van besluiten met een artikelstructuur is de tekststructuur van de tekstelementen van belang.
Zorg voor een logische opbouw
Enkele aandachtspunten daarbij: Start met het introduceren van het onderwerp en maak duidelijk waarom het belangrijk is voor de lezer. Licht het belang verder toe en geef achtergrondinformatie over het onderwerp. Maak het praktisch, geef aan welke stappen de lezer zelf moet ondernemen.
Een tekstschema is een voorlopige indeling van je tekst. Je kunt een tekstschema bijvoorbeeld maken in een boomstructuur of in een kolommenschema. Je geeft in het schema aan welke onderwerpen bij elkaar horen en in welke volgorde je ze wilt behandelen.
- Vier bouwstenen leggen de basis voor succesvolle communicatie: de mensen, de boodschap, de context en effectief luisteren.