Het touw moet zo lang worden ingesteld dat het paard mooi voorwaarts-neerwaarts kan bewegen. Dus niet zo strak dat het paard opkrult in de hals.
Longeren met het (bijzet)touwtje
Het verhoogt de controle die je hebt over het paard. Het is de bedoeling dat het paard op een zodanige manier gelongeerd wordt dat het plezier houdt in zijn werk en met je meedenkt en werkt. Geef het paard een klontje. Het paard komt op deze manier ongedwongen al in een lagere lijn.
“Longeren is een hoog-belastende training voor een paard. Longeer daarom maximaal twee keer per week en kort, 20-25 minuten is al lang voor een jong paard. Ook is een stabiele en vlakke bodem érg belangrijk om blessures te voorkomen.”
De meeste mensen gebruiken een bijzet omdat ze willen dat hun paard beter over de rug gaat lopen of het paard de rug meer gaat ontspannen. Of omdat ze willen dat het achterbeen beter onder de massa komt. Sommige mensen zeggen dat longeren zonder bijzet een beetje beweging geven is, en geen trainen.
Gebruik: de longeerhulp loopt van achter de schoft, tussen de voorbenen door naar het hoofdstel of halster. twee ringen houden de touwen tussen de voorbenen bij elkaar zodat het paard er niet in kan stappen. met zadel en barebackpad te gebruiken (niet bedoeld om mee te rijden)
Met longeren kan jij jouw paard mooi in verbinding en balans leren lopen. Door te longeren zie jij je paard van een afstand tijdens het trainen, waardoor je goed kan zien wat jouw paard nog nodig heeft om in balans te komen en welke spieren hij goed gebruikt.
Het op de correcte manier longeren van je paard heeft een positief effect op de gezondheid en bespiering. Het is belangrijk dat je paard altijd voorwaarts – neerwaarts gaat en goed over de rug loopt met een actief achterbeen in een ontspannen en correcte houding.
De simpelste manier van longeren is aan het halster. Als je je paard bijvoorbeeld een dagje vrij wilt geven maar toch (gecontroleerd) wilt laten bewegen is dit een leuke optie. Veel paarden vinden het longeren ook leuk omdat ze toch wat vrijer zijn in hun bewegingen dan onder het zadel.
Hoe bevestig ik de longe? Paarden die nog weinig mond hebben longeer je met de aanleuning van een cirkel. Je bevestigt de longe als volgt: haal hem door de binnen-bit ring, tussen de wang van het paard en de neusriem door en maak hem weer aan zichzelf vast.
Nmi is de pessoa een nuttig hulpmiddel voor paarden die anders moeilijk de rug loslaten en/of het hoofd hoog blijven dragen. Vooral met Friezen die toch wat de neiging hebben de nek erop te zetten en de rug weg te drukken vind ik het ideaal.
Met het werk aan de longeerlijn kan men al redelijk vroeg beginnen, zo ongeveer wanneer het veulen tussen de 2 en 2,5 jaar oud is. Het werken aan de longeerlijn moet spelenderwijs beginnen en moet niet de enige manier zijn waarop het veulen aan zijn beweging komt.
Er zijn veel verschillende manieren om te beginnen met longeren. Je kunt ervoor kiezen om gebruik te maken van hulpteugels. Deze helpen jou om een paard in de juiste hoofd-halshouding te laten lopen. Of, en welke hulpteugel je gebruikt, ligt vooral aan je paard, jouw ervaring en waar je je paard op wil trainen.
Een heel goede vuistregel is dat je het paard twee keer in de week een duidelijke trainingsprikkel geeft en dat compenseert met hersteltraining, een keer longeren of een dagje in de wei.
Longeren is een onderdeel van Gymnastiserend Grondwerk en dus een schitterende manier om jouw paard te gymnastiseren. Maar pas op: longeren kan alleen maar gezond zijn voor het paard als het op een verantwoorde en correcte manier gebeurt.
heeft gelogeerd (volt. deelw.) blijven slapen. huisvesten.
Bij de betere kaptoom zonder metaal is de neusriem van dubbel gestikt leer. Hierdoor zijn de ringen op de neusriem goed beschermd voor de gevoelige paardenneus en niet voelbaar voor het paard op de gevoelige paardenneus.
Teugel en bevestiging
De Pessoateugel bestaat uit twee onderdelen: Een touw dat boven op de rug met een musketonhaak aan de longeersingel vastgemaakt wordt en achter de achterbenen gaat. (Het stuk dat achter de benen langs gaat is elastiek met daar omheen een bontje)
Als je wilt longeren met een hulpteugel heb je naast de hulpteugel ook een longeersingel en longeerpad nodig. De longeersingel heb je nodig om de hulpteugel aan te bevestigen. De longeerpad leg je onder de longeersingel als bescherming net zoals je een zadeldekje onder het zadel legt.
De slofteugel kan aan de onderkant van de singel (tussen de voorbenen) worden vastgemaakt of aan de zijkanten van de singel. De slofteugel kan ervoor zorgen dat een opwaartse beweging van het hoofd begrensd wordt. Als de slofteugel strakker aangetrokken wordt dan wordt het hoofd van het paard naar beneden gedwongen.
Trek de martingaal strak langs de voorkant van de hals van je paard en breng z'n hoofd omhoog. Breng daarnaast de teugels in positie door ze 'strak' te trekken richting de plek waar je normaal je handen houdt als je op je paard zit. Pas als de hoofdhouding echt te hoog is moet de martingaal strak staan en dus inwerken.
De martingaal voorkomt dat het paard het hoofd omhoog gooit en zich daarbij onttrekt aan de ruiterhand. Deze coorigeert het paard wanneer het wil steigeren. Als het paard het hoofd in de gewone houding houdt is de martingaal niet in werking. De Thiedemann teugel is vooral nuttig als het paard het hoofd heel hoog houdt.
Onder hulpteugels vallen martingalen, bijzetteugels, slofteugels, goques, halsverlengers, Thiedeman teugels en voortuigen. Het doel van een hulpteugel is om jouw paard in een bepaalde houding te laten lopen en kunnen zowel gebruikt worden tijdens het longeren als tijdens het rijden.