(Limburg): (naar Limburgers toe), /məs.ˈtreːx/ (naar niet-Limburgers toe) /mas.ˈtrɪx/
TIPS: Zò 'doe je Limburgs'
Praat met een 'wollige w' achterin de keel en met de wangen. En de r op z'n Limburgs komt van achterin de keel, dus geen rollende of gooische r! En voor alles geldt: doe het vooral niet té overdreven!!
2) Maastricht (uitspraak: /masˈtrɪχt/; Limburgs: Mestreech /məsˈtʁeːç/; Frans, enigszins verouderd: Maestricht; Waals: Måstraik of Li Trai) is een stad en gemeente... 3) • [stad] een stad in de Nederlandse provincie Limburg.
Maastricht (Mestreech in het Limburgs, Maestricht in het Frans) is de hoofdstad van de Nederlandse provincie Limburg en telt circa 121.000 inwoners. (01-02-2012 Bron:CBS) die Maastrichtenaren worden genoemd.
Maastricht is ontstaan bij een doorwaadbare plaats in de rivier de Maas, waaraan het zijn naam te danken heeft (Maastricht = Mosa Trajectum = doortocht door de Maas).
In Limburg wordt er eigenlijk op dezelfde manier gegroet als in de rest van Nederland, alleen uiteraard met gebruikmaking van die typisch Limburgse woorden. Goedendag wordt dan goojendaag. Hallo blijft hetzelfde. Hoi wordt vooral gebruikt tussen mensen die elkaar al kennen en natuurlijk tussen en door jongeren.
Iemand moet de laatste zijn.
Het woord Limburger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
En om deze lijst mooi af te sluiten: hajje! Met deze uitdrukking neem je gepast afscheid in het Limburgs.
Dit keer: 7 typisch Limburgse uitdrukkingen. Aomzeike (mieren), sjwelmensje (aardappel), pompestein (aanrecht) en kammezeualke (gilet) zijn woorden die steeds minder worden gebruikt in het dialect. Om ons geheugen op te frissen neemt Chapeau het Limburgs dialect nog een keer door.
Het Roermonds (Remunjs) is het stadsdialect van Roermond.
Zwoel = 'drukkend warm, broeierig'
Zwoel kan ook in figuurlijke zin 'broeierig' betekenen. In een zwoele blik of een zwoele stem betekent het dan 'sensueel, zinnelijk'.
Voor algemene teksten gebruiken we het Algemeen Geschreven Limburgs, ook wel bekend als AGL. Dit is een poging om een soort Limburgse standaardschrijftaal te creëren die boven de dialecten staat en waar kenmerken van meerdere Limburgse dialecten in verwerkt zijn.
Limburgse dialecten worden gekenmerkt door een opvallende tonaliteit. Limburgers 'zingen'. Vele traditionele Limburgse dialecten hebben twee tonen: volle klinkers kunnen met een sleeptoon of een stoottoon uitgesproken worden, een onderscheid dat soms betekenisverschil teweegbrengt. Het woord bal bijv.
7. Haije! Waneer je weggaat zeg je: 'Haije! ' Beter bekend als: Doei en Hoije hé!
Sies is een behoorlijk verwarrend woord in Limburg, want waar het op de ene plek iets als 'schat(je)' betekent, is het in andere regio's alleen of ook een scheldwoord. Wel weer een zachtaardige. De betekenis komt het dichtst in de buurt bij 'sul' of 'gek'.
Goedemorgen Go\jemo~rge Goedemiddag Go\jemi\ddaa~g Goedenavond Go\jenao~vend Goede reis Goo\j rei\s Goededag Go\je(n)daa~g Het is jammer! Det is jao\mer! Het hindert niet! Det guf nieks!
De naam Roermond komt trouwens niet van 'monding'. De Roer mondde weliswaar uit in de Maas, maar dat was pas een paar kilometer verderop. Waarschijnlijk komt de naam van het Latijnse 'mundium', dat versterking betekent. De versterking waar de naam Roermond naar verwijst, was een heuvel met een versterkt huis.
Jaarlijks wordt door Jocus bepaald welke instantie of vereniging de Boerenbruiloft Venlo mag organiseren. De lijfspreuk van de vereniging is Jocus Vitae, Quod Sal Coenae, wat Wat de Joeks is voor het leven, is het zout in de pap of in het Venloos: Joeks is veur 't laeve, waat 't zalt is in de pap betekent.
Het Maastrichts (Limburgs: Mestreechs) is het stadsdialect dat gesproken wordt in Maastricht. In overeenstemming met de geografische ligging van de stad vertoont dit dialect eigenschappen van het Centraal Limburgs dat westelijk van de Maas in Belgisch Limburg wordt gesproken.
Het Nedersaksisch (in 1996) en het Limburgs (in 1997) zijn erkend als regionale talen onder het Europees Handvest. Door deze erkenning kunnen betrokken provincies en gemeenten een eigen beleid voor deze regionale talen voeren.