Meneer 'Jansen' is huisarts of specialist
Correct aanspreken van een arts die niet gepromoveerd is, is meneer 'Jansen'. Het gebruik van het zelfstandig naamwoord ofwel beroep als aanspreektitel is zeer ongebruikelijk. Men spreekt een verpleegkundige ook niet aan met verpleegkundige 'Jansen'.
Omdat dokter ook de aanspreektitel is van een arts, is dokter iets informeler, iets meer spreektaal dan arts. Bij arts ligt het accent op het beroep, bij dokter op de persoon die het beroep uitoefent.
Vermeld naam, adres, geboortedatum en patiëntnummer in de e-mail. Zo kun je niet met iemand anders worden verward. Zorg dat je de huisarts kort en duidelijk informeert over je klachten en de vraag die je hebt. Als je jouw arts op het spreekuur met 'u' aanspreekt, doe dat dan ook in de e-mailcorrespondentie.
Vertel uw huisarts waar u last van heeft. U bespreekt samen uw situatie, bijvoorbeeld wat u zelf kunt doen en welke behandeling of zorg mogelijk is in uw situatie. Stel vragen. Vragen die kunnen helpen zijn de 3 goede vragen, bijvoorbeeld 'wat zijn de voordelen en nadelen van een behandeling?'
Als u de naam en het geslacht van de geadresseerde weet, is de beste aanhef in een zakelijke brief of e-mail Geachte heer + de achternaam of Geachte mevrouw + de achternaam. Als u het geslacht niet weet, is onder meer Geachte heer of mevrouw + de achternaam gebruikelijk.
Gangbaarheid. Het woord dokteres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Bovenaan de brief vermeldt u uw adres en dat van de geadresseerde, de datum en de aanhef. U sluit de brief af met uw naam en handtekening.
Het is 'de neuroloog', want neuroloog is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die neuroloog'.
In de adressering van een brief wordt de naam van een advocaat voorafgegaan door De heer of Mevrouw. De functiebenaming staat op een aparte regel onder de naam, met een beginhoofdletter.
Doctorandus is de titel die je krijgt als je een universitaire master hebt afgerond. De afkorting van de titel is drs. Deze mag je voor je naam zetten. De titel word vooral gebruikt door mensen die voor 2002 zijn afgestudeerd.
Ouderwetse adellijke titulatuur
gravin/graaf - adressering: De hooggeboren vrouwe/heer; aanhef: Hooggeboren vrouwe/heer. barones/baron - adressering: De hoogwelgeboren vrouwe/heer; aanhef: Hoogwelgeboren vrouwe/heer. ridder - adressering: De hoogwelgeboren heer; aanhef: Hoogwelgeboren heer.
Als een brief al is opgemaakt en u moet onverwachts in de plaats van iemand anders ondertekenen, dan kunt u met de hand de afkorting i.o. ('in opdracht') voor uw handtekening schrijven. Als uw handtekening moeilijk leesbaar is, kunt u voor de duidelijkheid uw naam ook voluit onder uw handtekening schrijven.
Reacties. De (vermoedelijke) afdeling waar de persoon werkt die je aan zou moeten schrijven. Als het een "echte" motivatiebrief is (dus niet een huiswerkopdracht) bel je het bedrijf en vraag je de naam van de desbetreffende persoon. Dan ziet de ontvanger dat je moeite hebt gedaan.
Met tandartsen en huisartsen verkeert men meestal niet op voornaambasis, maar er wordt wel ruim getutoyeerd. Mensen zeggen: 'hallo' en 'tot ziens' en 'bedankt' tegen eerste-lijn-artsen, zoals ze dat gewend zijn met vrienden of collega's. Ouderen zeggen nog wel 'dokter' tegen de dokter.
Een dokter is een arts. Vooral de huisarts wordt vaak dokter genoemd; veel mensen noemen ook specialisten dokter, vooral als er kinderen in het spel zijn. Dokter wordt ook vaak als aanspreekvorm gebruikt.
Beste wordt gecombineerd met een voornaam of een ander zelfstandig naamwoord. In de praktijk wordt Beste vaak zelfstandig als aanhef gebruikt, maar niet iedereen wordt graag op die manier aangeschreven. Het is daarom aan te raden om Beste altijd te laten volgen door een voornaam of een ander zelfstandig naamwoord.
Als u de naam van de ontvanger niet kent, maar zeker weet dat het om een man gaat, gebruikt u Geachte heer. Als het om een vrouw gaat, gebruikt u Geachte mevrouw. Als een persoon in een bepaalde functie wordt aangesproken, zijn combinaties met Mijnheer de en Mevrouw de gebruikelijk, zonder het woord geachte.
Ken je de ontvanger helemaal niet of is er sprake van een formele situatie, dan gebruik je bij voorkeur 'Geachte'. Ken je de ontvanger of gaat het om een informele situatie, dan gebruik je 'Beste'. Ken je iemand heel goed, dan mag je ook 'Hallo', 'Hi', 'Hoi', 'Dag' of 'Goede…' gebruiken.