Levetiracetam brengt overprikkelde zenuwen in de hersenen tot rust. Bij epilepsie. Het duurt een paar weken voordat u merkt dat aanvallen minder optreden of verdwijnen.
Vaak voorgeschreven anti-epileptica zijn pregabaline en gabapentin, deze zijn enkel beschikbaar voor oraal gebruik. Meestal duurt het enkele dagen tot weken voordat een goed pijnstillend effect is bereikt.
Benzodiazepinen beïnvloeden prikkels in de hersenen die epileptische aanvallen kunnen oproepen. Ze worden daarom gebruikt om epileptische aanvallen te stoppen. Voorbeelden zijn diazepam, midazolam, clonazepam en lorazepam. Acetazolamide blijkt bij sommige vormen van epilepsie de spierkrampen te kunnen voorkomen.
Een gewone aanval duurt doorgaans maximaal 4 minuten en gaat vanzelf over. Duurt de aanval langer dan 5 minuten, dan noemt men dit een langdurige epileptische aanval. Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig.
Adviezen bij gebruik van anti-epileptica
Uw medicatie neemt u altijd in, ook als u een andere ziekte heeft. Als u door een arts andere medicijnen krijgt voorgeschreven, geef dan altijd aan dat u anti-epileptica gebruikt. Als u medicatie heeft uitgebraakt, neem de dosis dan nogmaals in. Neem uw medicijnen regelmatig in.
Na een epileptische aanval kan de betrokkene kortdurend verward zijn of klachten hebben van vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn of een tijdelijk verminderde functie van een arm en/of been.
Roken vergroot de kans op een epileptische aanval niet. Wel bestaat het risico dat iemand tijdens een aanval met bewustzijnsverlies een sigaret of sigaar uit zijn hand laat vallen en zo brand veroorzaakt. Stress en hevige emoties kunnen aanvallen uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Behandeling. Bij epilepsie proberen we de aanvallen te voorkomen door de hersencellen minder gevoelig te maken voor prikkels. Dit kan met medicijnen, de zogenaamde anti-epileptica. De keuze voor een bepaald anti-epilepticum hangt af van het type aanvallen, het soort epilepsie en de onderliggende oorzaak.
Veel epilepsiepatiënten kunnen factoren benoemen die volgens hen epilepsieaanvallen uitlokken. Stress, vermoeidheid en flikkerend licht zijn de belangrijkste. Naast de bekende voorspellers 'beginleeftijd' en 'type epilepsie' zijn ook 'aura's' en 'prodromen' geassocieerd met uitgelokte aanvallen.
Welk aanvullend onderzoek is mogelijk om epilepsie vast te stellen? Om de oorzaak van epilepsie te vinden is er na een EEG vaak extra onderzoek nodig. Bijvoorbeeld een CT- of MRI-hersenscan. Daarmee kunnen afwijkingen in de hersenen worden opgespoord die de epilepsie veroorzaken.
De aanvallen hebben een psychische oorzaak, zoals spanning, overbelasting of een trauma. Net als hartkloppingen of een hoge bloeddruk kun je PNEA zien als een uiting van emoties of spanningen.
Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Behandeling met medicijnen is meestal langdurig: meerdere jaren tot soms een leven lang. De medicijnen onderdrukken de aanvallen, ze genezen de epilepsie niet. Op grond van het soort aanvallen en de vorm van epilepsie kiest de neuroloog een medicijn. In principe is dat het middel met de minste bijwerkingen.
Medicijnen helpen aanvallen te voorkomen. Ze genezen de epilepsie niet. Medicijnen tegen epilepsie noemen we anti-epileptica. Bij ongeveer 70% van de mensen met epilepsie helpen de medicijnen goed.
Stoppen met anti-epileptica
Stop nooit plotseling en zonder overleg met je neuroloog met je medicijnen. Dit kan ernstige epileptische aanvallen uitlokken.
Levetiracetam is sinds 2000 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar onder de merknamen Keppra, Kevesy en Matever en als het merkloze Levetiracetam. Het is te verkrijgen in tabletten, drank en infuus.
De meest voorkomende bijwerkingen van Keppra (waargenomen bij meer dan 1 op de 10 patiënten) zijn nasofaryngitis (keel- en neusontsteking), slaperigheid en hoofdpijn. Zie de bijsluiter voor het volledige overzicht van alle gerapporteerde bijwerkingen van Keppra.
Toediening. Altijd innemen samen met voedsel omdat de stof in een zure omgeving (bv. bij blootstelling aan maagzuur in een lege maag) wordt afgebroken. Niet innemen met melk of zuivelproducten (yoghurt, kwark), vruchtensap of dranken met koolzuur, coffeïne, of theofylline.
De centrale bijwerkingen (zoals sedatie, lethargie, ataxie) en gastro-intestinale klachten treden met name in het begin van de behandeling op en komen frequenter voor bij gelijktijdig gebruik van meerdere anti-epileptica. Een geleidelijke, zorgvuldige dosisverhoging is van groot belang.
Het effect kunt u meestal pas na 3 maanden beoordelen. Als u na 3 maanden nog geen verbetering merkt, overleg dan met uw arts. Het kan enkele weken tot maanden duren voor u merkt dat het aantal migraineaanvallen is afgenomen.
In eerste instantie moeten omstaanders proberen ervoor te zorgen dat een persoon met een epileptische aanval zich geen pijn doet (en zich bijv. niet stoot aan scherpe voorwerpen of deuren). Bij een eerste aanval of een langdurige aanval (>5 minuten) moeten steeds de hulpdiensten (112) verwittigd worden.