De snelheid waarmee het gletsjerijs beweegt is afhankelijk van het jaargetijde en de grote van de gletsjer. Gemiddeld bewegen kleinere gletsjers enkele meters per jaar, maar de grotere kunnen al snel 50-200 meter per jaar verschuiven.
Verloor een gemiddelde gletsjer 20 jaar geleden jaarlijks een derde meter van zijn dikte, inmiddels is dat verlies tot rond twee derde meter per jaar opgelopen.
De meeste gletsjers dateren uit de laatste twee ijstijden, die respectievelijk 2,5 miljoen jaar en 100.000 jaar geleden begonnen. Tussen 1350 en 1850 zijn echter enkele gletsjers in de bergen gevormd tijdens de Kleine IJstijd, toen de gemiddelde temperatuur op aarde 1,5 °C lager was dan nu.
Een gletsjerspleet is een diepe scheur in een gletsjer. De spleet kan honderden meters lang en tientallen meters diep zijn. De spleten zijn vooral in de winter zeer gevaarlijk, omdat ze dan bedekt kunnen zijn met sneeuw.
Een ijskap is een koepelvormige, aaneengesloten ijsmassa van grote omvang. Een ijskap onderscheidt zich van een gletsjer doordat hij op het landschap ligt en wordt in principe niet door topografie beperkt. Op Aarde bevinden zich twee grote ijskappen, te weten Groenland en de Antarctica.
Jostedalsbreen is de grootste gletsjer van het Europese vasteland. Het ligt in Sogn og Fjordane in de provincie Fjord-Noorwegen, beslaat 487 vierkante kilometer en heeft ijslagen met diktes tot wel 600 meter. De gletsjer heeft ruim 50 vertakkingen zoals de bekende Briksdalsbreen-gletsjer en de Nigardsbreen-gletsjer.
Wereldwijd krimpen gletsjers door klimaatverandering, maar sommigen groeien juist. Hoe kan dat? Terwijl wereldwijd gletsjers krimpen door opwarming van de aarde, zijn er ook een paar begonnen aan een groeispurt.
Koude gletsjers: het ijs van een koude gletsjer is kouder dan -0,5 graden.
In een koude gletsjer (Engels: cold glacier) is het ijs kouder dan 0 graden Celsius. Een warme gletsjer (Engels: temperate glacier) bestaat echter uit ijs dat van boven tot onder op het smeltpunt ligt (circa 0°C, afhankelijk van de heersende druk).
Gletsjers zijn grote ijsmassa's. Ze ontstaan wanneer sneeuw samengedrukt wordt. Als er jarenlang sneeuw valt op dezelfde plek ontstaan er verschillende lagen sneeuw die op elkaar drukken. Als deze samengeperst worden ontstaat er een groot pakket van ijs en dat is een gletsjer.
De grootste gletsjer ter wereld: de Antarctische ijskap
Deze dalgletsjer is 400 kilometer lang, heeft een oppervlakte van zo'n 34.000 vierkante kilometer en haalt een dikte van 2.500 meter.
Tegenwoordig hebben bijna alle gletsjers een negatieve massabalans en worden kleiner. Als het hoger gelegen deel, de accumulatiezone van de gletsjer, zelf ook een negatieve massabalans heeft zal de gletsjer op den duur verdwijnen als het klimaat niet kouder wordt of er meer sneeuw gaat vallen.
In Europa bestaan 36 skigebieden met een gletsjer.
Wereldwijd is de zeespiegel tussen 1901 en 2010 gestegen met 17 tot 21 centimeter. Het gemiddelde tempo van zeespiegelstijging over die periode bedroeg 1.5 tot 1.9 millimeter per jaar [bron: IPCC 5e Assessment Rapport, 2013].
Een gletsjer is vaak ongeveer 100 meter dik, maar de Aletschgletsjer is zelfs 800 meter dik! De Aletschgletsjer is ongeveer 23 kilometer lang en daarmee de grootste gletsjer van de Alpen. De grootste gletsjer van Europa ligt in Noorwegen, dat is de Jostedalsbreen.
Zeespiegelstijging. Een belangrijk gevolg van smeltende gletsjers is dat ze bijdragen aan zeespiegelstijging. “Als alle gletsjers zouden smelten, stijgt de zeespiegel met 30 tot 40 centimeter. Dat lijkt misschien te overzien, maar de huidige infrastructuur aan onze kusten is daar niet op berekend.
Meters ijsmassa
De grotten onder de gletsjer ontstonden door het stromende smeltijs. Hoe dat werkt? Via een gat in het schuivende ijsveld, ook wel gletsjermolen genoemd, stroomt het water terug naar het meer aan de voet van de berg.
Op aarde bevinden zich twee grote ijskappen, namelijk Groenland en Antarctica. Op Groenland is het ijs op sommige plaatsen wel meer dan drie kilometer dik. De Groenlandse gletsjers strekken zich vanaf de ijskap uit en stromen uiteindelijk in fjorden, waar het ijs smelt of afbreekt.
Waar veel gletsjers in de wereld lijken te smelten, groeien er een paar in Azië weer aan. Het gaat om enkele gletsjers in delen van het Karakoram-gebergte, op de grens van Pakistan, India en China. Andere gletsjers in de streek smelten wel nog steeds langzaam naar een kleiner formaat.
De grootste massa's van permanent landijs bevinden zich op Antarctica en Groenland en heten ook wel ijskappen.
Gletsjers die wel in water eindigen maar niet drijven, heten kalvende gletsjers, genoemd naar het proces waarbij stukken ijs afkalven en door het water worden afgevoerd. Afgebroken stukken ijs van kalvende gletsjers, maar ook van ijsplaten, noemen we ijsbergen. Deze bevinden zich voor ongeveer 90% onder water.
Antarctica en Groenland verliezen ijs en dat gaat steeds sneller. Een studie toont aan dat de smeltsnelheid van het ijs in de afgelopen 18 jaar ieder jaar met gemiddeld 36 gigaton (36.000.000.000 kilo) is toegenomen. Inmiddels is het ijsverlies meer dan 500 gigaton per jaar.
Een gletsjer groeit als er meer sneeuw valt dan er in de ablatie-zone afsmelt. De grootte van het firnbekken bepaalt in belangrijke mate hoe lang een gletsjer kan worden: er is een groot aanbod van ijs wat kan ontstaan en verder naar beneden kan vloeien.
De gletsjer bevindt zich in het zuidoosten van het land. Vatnajökull heeft een oppervlakte van ongeveer 8100 km² en bedekt hierdoor 8% van het areaal van IJsland met een ijskap die tot 1000 meter dik is.
Tegenwoordig wordt ongeveer 10% van het landoppervlak van Noorwegen bedekt met gletsjers. Deze gletsjers worden beschouwd als de overblijfselen van de laatste ijstijd. In Noorwegen zijn 2534 gletsjers. De ijsmassa's van deze gletsjers kunnen wel honderden jaren oud zijn.