Roep om hulp, bel of laat 112 bellen. Denk om je eigen veiligheid: Hou er rekening mee dat het slachtoffer je onder water kan trekken. Ga alleen zelf het water in als er geen andere mogelijkheid is om iemand te redden, zoals een reddingsboei, touw of stok.
Bij ongevallen op of in het water gaat het om andere handelingen dan bij een verkeersongeval of een brand. Iedere collega kan een grijpredding uitvoeren. Hierbij gaat een collega in een waadpak het water in om het slachtoffer te redden.
Drenkelingen die lange tijd in het water hebben gelegen en nog bij bewustzijn zijn, moeten voorzichtig horizontaal uit het water gehaald worden. Dit om het lichaam te laten wennen aan het wegvallen van de waterdruk. Houd ook rekening met onderkoeling van het lichaam.
Een hoeveelheid water komt in de longen terecht, waardoor de longblaasjes beschadigd raken. Er ontstaat dan een zuurstoftekort in het lichaam. Als de hersenen een tijdje onvoldoende zuurstof krijgen, zal de persoon het bewustzijn verliezen.
In beide gevallen kan hypoxie, dat is de afname van de beschikbare zuurstof in het bloed, hersenbeschadiging veroorzaken en tot een hartstilstand leiden. Geschat wordt dat droge verdrinking, ook wel "secundaire verdrinkingen" genoemd, 2% van alle verdrinkingen uitmaken.
Het slachtoffer lijkt te watertrappelen of te zwemmen maar komt niet vooruit.De ogen staan vaak glazig en de gezichtsuitdrukking is angstig. Omdat een en ander reflexmatig gebeurt en de mond te dicht bij het water is, kan het slachtoffer niet (meer) schreeuwen.
Mensen die dit overkomt, hebben water ingeademd. De overgang van de longen naar de bloedbaan is beschadigd en hierdoor krijgen ze niet genoeg zuurstof binnen. Soms moeten die patiënten behandeld worden met extra zuurstof, soms moeten ze aan de beademingsmachine of zelfs aan de hart- en longmachine.
Bewegen in het water versnelt afkoeling van het lichaam ook. In water van 10 – 15 graden kan een persoon ongeveer zes uur overleven, in water met een temperatuur van onder de 1.5 graden is dit nog maar 45 minuten.
Late verdrinking / Secondary drowning
Dit wordt weleens late verdrinking of secondary drowning genoemd, al is dit geen officiële term. Het is een complicatie aan de longen, waarbij een kind uren nadat het onder water is geweest gaat hoesten, pijn heeft bij het ademhalen en benauwd wordt.
Het gebruiken van hulpmiddelen zoals zwemvleugels en het aanpassen van de omgeving zijn daarnaast effectief in het voorkomen van verdrinkingen. Vanaf ongeveer 4,5/5 jaar is het verstandig om te starten met zwemles. Maar ook na het behalen van het zwemdiploma is een kind nog niet volledig waterveilig.
Wanneer je in koud water valt en je kan er niet onmiddellijk uit, dan gaat je lichaam door 4 verschillende fases die elk tot de dood kunnen leiden. De meeste mensen die verdrinken in koud water sterven in de eerste 2-3 minuten na contact.
De huid van een overledene dat uren tot dagen in het water heeft gelegen, wordt wit en zacht en bijzonder onaangenaam voor zowel oog als neus. In lauw water (meer dan 20 °C) gaat de ontbinding snel. De huid komt los, wordt donkerder en bevlekt met bloed. De overledene gaat zwellen en de ogen puilen uit.
Blaas gedurende 1 seconde lucht in het slachtoffer en kijk of borstkas goed omhoog komt. Haal je mond van de mond van het slachtoffer en kijk of de borstkas weer inzakt na de beademing. Geef nog een beademing. Begin weer met 30 compressies.
Een uitgestelde verdrinking noemen we ook wel een secundaire verdrinking. Een kind overleeft een verdrinking, maar raakt later buiten bewustzijn. Een late verdrinking kan tot 72 uur na het binnenkrijgen van het water ontstaan. Normaal gesproken houdt een kind de adem in als het onder water gaat.
Bij secondary drowning komt er vocht vanuit de eigen bloedbaan in de longblaasjes terecht. Dit bemoeilijkt de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide. Daardoor krijgt een kind moeite met ademen, raakt hij versuft en vermoeid en voelt hij zich lamlendig.
Wanneer je een slachtoffer van verdrinking ziet en wilt helpen, aarzel dan geen moment en bel direct met het alarmnummer 112. Hoewel de neiging om zelf in het water te springen om de persoon in kwestie te redden waarschijnlijk groot is, kun je dat beter niet doen als je zelf niet getraind ben in reddingszwemmen.
Vooral kinderen van 1 en 2 jaar lopen een hoog risico op verdrinking in en om huis. Maar ook oudere kinderen en (jonge) nieuwkomers komen vaak in de problemen rondom het water. Gelukkig kun je er eenvoudig voor zorgen dat dit niet gebeurt.
Je kunt niet verdrinken in drijfzand
De dichtheid van drijfzand is, net als dat van zout water, groter dan water. Je blijft er dus makkelijk in drijven. Je benen zakken door hun hoge dichtheid misschien wel naar beneden, maar door de luchtinhoud van je longen blijf je gewoon dobberen.
Het is namelijk de typische geur van rotte eieren. Ook ruikt u dit gas vaak in riolen, waterputten en zompige gebieden als een moeras. Dit gas ontstaat tijdens het omzetten van organische eiwitten binnenin het lichaam, waar geen zuurstof bij kan.
Nee, het is niet zo dat door onweer de overledene groen wordt. Ook andere vormen van het ontbindingsproces worden niet bespoedigd door onweer. Een benauwde en drukkende omgeving betekent veelal dat sprake is van warmte en een hoge vochtigheid.
De snelheid van het ontbindingsproces hangt sterk af van de omgevingsomstandigheden: hoe warmer en vochtiger, des te sneller. De huid verkleurt in de dagen na overlijden eerst tot groen en na ongeveer 2 weken wordt de huid zwart. De tijd die hiervoor nodig is hangt sterk af van de omgevingstemperatuur.
Wetenschappelijke verklaringen over spiercontracties, reflexen en gasophoping geven aan dat het kan lijken alsof de overledene zelf nog beweegt, maar dat zijn geen bewuste acties. Het heeft dus vooral te maken met processen in het lichaam die na het overlijden optreden.