Gedachten worden gewoonlijk zonder aanhalingstekens weergegeven, en na de dubbele punt volgt een kleine letter: Ik dacht: morgen ga ik naar de film. Morgen ga ik naar de film, dacht ik.
Aanhalingstekens zet je aan het begin en het einde van een citaat. Hiermee zonder je deze woorden af van de rest van de tekst. Daardoor weet de lezer dat je iemand letterlijk citeert. Dat wil zeggen dat je aangeeft wat iemand anders letterlijk heeft gezegd of geschreven.
Voor het weergeven van een gedachte worden er geen aanhalingstekens gebruikt. Er komt ook geen hoofdletter na de dubbele punt. Hij dacht: nu is het genoeg.
Vuistregel: als je het kan horen, dus fluisteren, zeggen, schreeuwen, piepen, altijd tussen aanhalingstekens. Als je de dialoogzin in enkele aanhalingstekens hebt staan, zet dan het citaat "Amsterdam" tussen dubbele aanhalingstekens.
Streepjes - –
Dit streepje zit niet standaard op je toetsenbord, maar maak je met de toetsencombinatie ctrl/option+minteken. Het gedachtestreepje wordt gebruikt bij een onderbreking van de gedachtegang, bij het aangeven van een inhoudelijke, verrassende wending en bij het leggen van extra nadruk op een deel van de zin.
Het afbreekstreepje
Met dit leesteken geeft je kind aan dat hij een woord afgebroken heeft. Dit streepje komt altijd op de plek te staan waar je kind een woord afbreekt.
De schuine streep wordt meestal gebruikt om een keuzemogelijkheid aan te geven. Daarnaast komt de schuine streep voor in breuken en in sommige afkortingen. Ook heeft het teken enkele specifieke toepassingen, zoals het gebruik in internetadressen.
Een weglatingsstreepje geeft aan wanneer een deel van het woord is weggelaten. Als er dus geen deel is weggelaten hoef je het streepje ook niet te plaatsen. Met andere woorden alleen als het oorspronkelijke woord aan elkaar werd geschreven schrijf je een streepje, waren het losse woorden, dan komt er geen streepje.
Traditioneel wordt aangeraden om dubbele aanhalingstekens te gebruiken bij een letterlijk citaat, en enkele aanhalingstekens in alle andere gevallen.
Je plaatst een zinseindeteken, zoals een punt, uitroepteken of vraagteken, bij een citaat tussen aanhalingstekens binnen de aanhalingstekens.
Voor de volgorde van de punt en het aanhalingsteken geldt de zogenoemde elda-regel: eerst leesteken, dan aanhalingsteken (of afhalingsteken): Hij zei: "Dat is waar." Hij vroeg: "Is dat waar?" Hij riep: "Dat is toch niet waar!"
Bij een citaat op het eind van de zin staat de punt binnen de aanhalingstekens als de aanhalingstekens om een hele zin (of een opeenvolging van zinnen) staan. De punt maakt dan deel uit van het citaat. Er komt niet nog een tweede punt om de gehele zin af te sluiten.
Als je een hele zin citeert, begint het citaat met een hoofdletter en valt de punt, het vraagteken of uitroepteken binnen de aanhalingstekens.
Een goede quote wordt vaak een mantra dat je helpt bij het maken van keuzes of het nemen van risico's. Een goede quote is dus ook altijd catchy, bijvoorbeeld door rijm, alliteratie of woordspelingen.
Bij het citeren van een tekst van minder dan 40 woorden maak je gebruik van dubbele aanhalingstekens direct voor en direct achter het citaat. Daarnaast vermeld je de auteur, het jaartal en een paginanummer.
Vermeld bij een citaat altijd de achternaam van de auteur van de tekst en het jaartal waarin de tekst waaruit je citeert is gepubliceerd. Vermeld ook het paginanummer van de pagina waar je citaat staat (als er sprake is van een document met meerdere pagina's).
Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
Het wordt gebruikt om uiting te geven aan een gevoel van pijn, een roep om hulp, een kreet, een wens, een bevel, een waarschuwing, een gelukwens of een sterk gevoel van bijvoorbeeld afschuw, verbazing of verwondering. Het uitroepteken komt vooral bij korte zinnen voor. Au! Hulp!
Een vraagteken (question mark) is een leesteken dat je aan het einde van een zin plaatst om aan te geven dat de voorafgaande zin een vraag betreft. Andere leestekens die je plaatst om het einde van een zin aan te duiden zijn een punt en een uitroepteken.
Een apostrof, ook wel afkappingsteken of weglatingsteken genoemd, is een leesteken dat de uitspraak van een woord verduidelijkt of aangeeft dat een of meerdere letters van een woord zijn weggelaten. De apostrof ziet eruit als een hoge komma (').
De Nederlandse vertaling van parentheses is haakjes. Vaak wordt de Engelse term parentheses gebruikt als wordt gesproken over een zin(sdeel) dat tussen haakjes staat. Een tekst kan tussen haakjes worden gezet om extra informatie aan een zin toe te voegen of om correct naar bronnen te verwijzen in een academische tekst.
Á: wanneer je iets wil benadrukken
Wanneer er een streepje naar rechts (ook wel accent aigue genoemd) wordt gebruikt, zoals de á, dan wil je vaak iets benadrukken: Je moet eerst dát nog doen, voordat je weggaat.
Een nevenschikking met en/of betekent 'of x, of y, of x en y'. Bouwovertredingen worden bestraft met een gevangenisstraf van minimaal acht dagen tot maximaal vijf jaar en/of een geldboete van minimaal 25 tot maximaal 50.000 euro.
Druk tegelijkertijd Alt (⌥) en ` (naast de Z) in, dit zorgt voor een streepje naar links op de eerstvolgende letter. Alt+` en daarna a maakt à. Alt+` en daarna e maakt è.
Schuine streep (/), (forward) slash, schrap, hieuw, of Duitse komma; een leesteken en symbool in URL's en padnamen voor computerbestandssystemen. Schuine streep (diakritisch teken) Rootdirectory of op Unixachtige systemen ook /; het hoogste niveau van de boomstructuur van een op een computer aanwezig bestandssysteem.