De gewone poelslak eet voornamelijk algen die op stenen en planten groeien. Posthoornslakken eten algen (vooral als jong dier), zachte levende waterplanten en vooral verwelkte en rottende delen van waterplanten. Ook worden dode dieren, zoals dode slakken, vissen en kikkervisjes gegeten.
Poelslak (Lymnaea stagnalis): Poelslakken zijn super nuttige opruimers voor uw vijver of koud water aquarium. Draadalgen, wieren, (afgestorven) plantenresten (zoals blad) staan op de menukaart van deze schoonmaker. Levende planten (zuurstofplanten, lelies, enzovoort) staan niet op de menukaart van deze schoonmakers!
Een paring is voldoende om drie tot vier bevruchte eisnoeren af te zetten. Na ca. 10 dagen komen de jongen uit en hebben dan een schelpje van 1 tot 2 windingen met een hoogte van 0,8 mm. De juveniele dieren groeien snel op tot een slank horentje; ze krijgen pas in het tweede levensjaar de opgeblazen eindwinding.
Slakken zijn tweeslachtig doch moeten voor de voortplanting paren met een soortgenoot. Na de paring legt elke slak (vanaf april) zijn eitjes af in slijm onder aardkluiten, boomschors, … Uit deze kleine, glazige bolletjes komen na een 3-tal weken kleine slakjes die zich onmiddellijk beginnen te voeden.
Naaktslakken houden van donkere, vochtige plekken en verstoppen zich overdag op de grond, diep tussen de planten. Ze houden van een vochtige omgeving omdat ze daar minder kans hebben op uitdroging. Deze slakken komen vooral tevoorschijn bij valavond en 's nachts, tussen maart tot oktober.
Veel slakken eten namelijk liefst helemaal geen groene planten, maar eerder dode bladeren, schimmels of algen: ze kunnen namelijk niet tegen de vies smakende chemische verdediging die veel planten in hun bladeren stoppen.
Ze bijten niet, maar raspen gaten. Langs de gemaakt gaten krijgen ook schimmels en bacteriën vrije ingang tot de planten. Wat eten slakken het liefst? Slakken hebben een duidelijke voorkeur voor zachte plantendelen.
Slakken daarentegen zijn wel traag, maar beschikken ook over hersenen en zelfs over een kortetermijngeheugen. Onderzoekers die willen begrijpen hoe de geheugenfunctie werkt, gebruiken zeeslakken soms als proefdieren. Slakken reageren op pijnprikkels en onthouden dit een tijdje.
Een huisjesslak kan niet zonder zijn huisje. Het beschermt de slak tegen roofdieren. En tegen uitdroging. Wanneer het erg droog en heet is, kan de slak de opening afsluiten met een speciaal soort slijm dat hard wordt.
Bij het ademen ontstaat een 'gaatje' in de slak; dat is de ademopening waardoor de inhoud van de longholte wordt ververst met verse lucht. Hoewel de grote poelslak voornamelijk in zijn zuurstof voorziet door middel van deze long, kan hij ook zuurstof aan het water onttrekken door de huid.
Aquarium slakken kunnen geen kwaad voor het aquarium. Sterker nog ze zijn juist enorm nuttig omdat ze algen, mulm en organisch afval eten. Slakken horen in je aquarium omdat slakken ook in een natuurlijk ecosysteem horen. Zonder slakken heb je niemand die de plantenresten en het mulm op eten.
Er zijn wereldwijd zo'n 60.000 tot 75.000 verschillende soorten bekend. Al die slakken kan je op verschillende manieren indelen; er zijn slakken die door kieuwen ademen en soorten die door longen ademen en er zijn aaseters of planteneters.
Tot 70 mm (meestal ca. 45 mm). Geelachtig bruin, hoornkleurig of soms iets groenachtig. Eerdere windingen vaak donkerder.
De penissen draaien, net zoals de slakken, om elkaar heen. Vervolgens wordt er een zaadpakket uitgewisseld; het pompen is mooi te zien. De sperma is uitgewisseld en de penis trekt zich terug, via de opening aan de zijkant van het hoofd. Het zaad gaat naar het vrouwelijk geslachtsorgaan.
Veelal komen slakken in jouw aquarium doordat je net een nieuwe vis of waterplant hebt gekocht. In de verpakking of in het water wat meegeleverd wordt zitten soms wel eens slakken verstopt. De oorzaak van slakken in jouw aquarium is dus dat je slakken meegeleverd kreeg bij de aankoop van een nieuwe vis of waterplant.
De meeste huisjesslakken hebben twee paar tentakels of voelhoorns. Het langste paar draagt de ogen. Slakken zien maar weinig; ze kunnen alleen veranderingen in lichtsterkte waarnemen. De kleine tentakels bevatten heel gevoelige tastzintuigen.
Een slak kan zelfs heel goed ruiken. Ook al heeft een slak geen neus. Een slak ademt door zijn hele huid, maar ruikt via een soort gat halverwege zijn lichaam. Ondanks dat slakken geen neus hebben, ruiken ze wel.
Grazen Voor sommige soorten slakken is het zeker dat ze hoog boven de grond op planten, bomen of oude muren rondkruipen omdat ze daar algen, schimmels (epifyten) of andere organismen van bladeren, schors of stenen grazen.
Sterk ruikende planten zijn ouderwetse planten als salie, tijm, Oost-Indische kers, goudsbloem, geranium, lavendel, vingerhoedskruid, viooltjes, varens en klimop. Slakken hebben hier een hekel aan. Daarbij is het verstandig om de planten vroeg in de ochtend water te geven.
Zout: een afrader
Het is bovendien verboden, omdat het geen toelating heeft als middel om slakken te doden. Als zout in de bodem komt, is het ook schadelijk voor planten en zorgt het voor verzilting van het water.
Het beestje heeft een lange tong met daarop honderden kleine tandjes waarmee hij over de rotsen schraapt om aan zijn maaltje te komen.
Slakken bestrijd je met koffiedik
Slakken kunnen een vervelende plaag zijn wanneer ze je planten opeten. Gooi wat van de koffieprut rondom de planten die aangevreten zijn en de diertjes blijven weg. Ook gemalen koffie helpt slakken verjagen.
Vaak krijgen we vragen van ouders van jonge die slakken willen houden over wat ze een slak, eenmaal in gevangenschap, moeten voeren. Het antwoord is dus eigenlijk heel gemakkelijk, malse (blad)groenten en gesneden fruit. Voor de kalk zou je sepia (inktvisschild) kunnen kopen bij de dierenspeciaalzaak.