Bij 55% van de zwangere vrouwen lukt de versie. De kans dat het lukt is groter als: U eerder bevallen bent. Het kind nog niet is ingedaald.
De buikwand kan door het duwen een paar dagen gevoelig en pijnlijk zijn. Dat is vervelend, maar kan geen kwaad. Na het draaien is de hartslag van de baby soms wat trager. De kans hierop is 5%.
Hoe vaak komt een stuitligging voor? Vroeg in de zwangerschap liggen veel kinderen in stuitligging. Dit neemt naarmate de zwangerschap vordert, af. Omstreeks de uitgerekende datum ligt ongeveer 3% van de kinderen in stuitligging.
De eerste dagen na de versie kun je een gevoelige buik hebben. Het is belangrijk om op het bewegen van de baby te letten. Is dit minder dan je gewend bent, bel dan direct je verloskundige of gynaecoloog voor een extra controle. Bel ook bij bloedverlies, vochtverlies, buikpijn of een harde buik die niet overgaat.
Zo wordt geprobeerd het kind voor- of achterover te laten 'duikelen' totdat het hoofd beneden ligt. Het kan zijn dat u een medicijn toegediend krijgt om de kans op slagen te vergroten. Een versiepoging duurt niet lang, gemiddeld zo'n 20 seconden. In totaal zullen er maximaal drie pogingen verricht worden.
Een versie heeft weinig risico's. De kans op problemen na een versie is veel kleiner dan de kans op problemen wanneer u bevalt met een kind in stuitligging. Daarom is het advies uw kind te laten draaien bij een stuitligging. Als de versie lukt is de bevalling veiliger voor u en uw kind.
Sommige vrouwen voelen zelf dat hun kindje in een stuitligging ligt. U kunt bijvoorbeeld gekriebel of getrappel voelen in uw bekken. Ook kunt u voelen dat er boven in uw buik iets duwt tegen uw ribben of maag.
Is er tijdens de zwangerschap sprake van bloedingen, groeivertraging, hoge bloeddruk of te weinig vruchtwater, dan bestaat er een contra-indicaties voor een versie en kan het kindje niet bij de verloskundige worden gedraaid, maar eventueel wel bij de gynaecoloog.
Het duwen kan een naar gevoel geven en zelfs pijn doen. Als het te veel pijn doet, kun je altijd aangeven dat we moeten stoppen met de behandeling. De buik kan ook na het draaien wat gekneusd voelen. Na het draaien controleren we weer de hartslag van de baby.
Tot ongeveer 36 weken in de zwangerschap kan uw kind nog zelf draaien. Wanneer dit niet gebeurt, kan er besloten worden om, met hulp van de gynaecoloog, het kind te draaien. Dit gebeurt meestal rond de 36 weken, soms kan dit eerder of later zijn, afhankelijk van uw situatie.
Omgekeerde houding
Dit doe je zo: Ga op handen en knieën zitten, breng je onderarmen plat op de grond, steun op je ellebogen en duw je billen omhoog. Rust met je hoofd op je armen en breng je bovenlichaam zo dicht mogelijk tegen de grond. Je kunt ook op je rug gaan liggen, met een kussen onder je billen en bekken.
Hoe voelt indalen? Het is goed mogelijk dat je niks merkt van het indalen van je baby, omdat het geleidelijk aan gebeurt. Soms kan het echter ook resulteren in harde buiken of indalingsweeën. Dat voelt als een trekkende of stekende pijn in je liezen of krampen in je onderbuik.
Hermsen geeft toe: er zijn meer risico's bij een natuurlijke stuitbevalling. Niet voor de moeder, wel voor de baby. De kans op complicaties is 1 procent groter dan bij een normale bevalling. "Er is meer kans op zuurstoftekort.
Uitwendige draaiing
Voor die tijd draaien veel kinderen nog uit zichzelf. Na 37 weken is er ook nog kans dat draaien lukt, maar is de draairuimte beperkter. De versie wordt uitgevoerd door een klinisch verloskundige van St. Antonius Geboortezorg die hierin gespecialiseerd is (versiekundige).
Wanneer vindt een uitwendige versie plaats? Vroeg in de zwangerschap, dus vóór 35 weken, is de kans groot dat de baby uit zichzelf nog naar hoofdligging draait. Wanneer de baby bij een zwangerschapsduur van 35 weken of meer in een stuitligging ligt, is het verstandig om te proberen de baby naar hoofdligging te draaien.
De meeste baby's draaien spontaan met het hoofd naar beneden voor de 34ste zwangerschapsweek. Daarna daalt de kans dat de baby uit zichzelf draait aanzienlijk, zeker als het je eerste kind is.
Leg twee warme handen om de buik en pak de buitenkant van de baarmoeder als het ware vast. Beweeg de buik zachtjes heen en weer. De baby wordt zo heerlijk gewiegd en zal reageren als je stopt met wiegen door naar je hand toe te zwemmen. Vaak moet je even leren om dit goed te doen, maar het is zó leuk.
De gynaecoloog maakt een snee in de buik en baarmoeder en haalt het kind daardoor naar buiten. Als u niet eerder een keizersnede heeft gehad wordt het kind meestal binnen vijf minuten na het begin van de operatie geboren, bij een herhaal keizersnede duurt dit vaak langer. De hele operatie duurt ongeveer 45-60 minuten.
Babys bewegen regelmatig in het vruchtwater en veranderen vaak van ligging. Rond de 36 weken liggen de meeste babys in hoofdligging en nog 3-4% in stuitligging. Rond 30 weken ligt nog ongeveer 25% van de kinderen in stuitligging.
Mogelijke complicaties bij de moeder
De kans op complicaties voor de moeder is bij een bevalling in stuitligging niet groter dan bij een bevalling in hoofdligging. Wel is er meer kans dat de gynaecoloog tijdens de bevalling besluit tot een keizersnede.
Er is altijd een kans dat de baby ook na 34 weken of later uit zich zelf toch nog naar hoofdligging draait. Het is ook mogelijk om te proberen de baby te laten draaien door een versiepoging te laten doen.
Bent u bij een eerdere keer vóór 37 weken bevallen, dan is de kans om weer te vroeg te bevallen 20%. Dit betekent dat 1 op de 5 vrouwen nu weer te vroeg zal bevallen. Bent u nooit te vroeg bevallen dan is de kans op een vroeggeboorte ongeveer 4%. Dat is 1 op de 25 vrouwen.
Soms moet de keizersnede erg vroeg in de zwangerschap worden gepland om een spontane bevalling te voorkomen. Dan kan het kind longproblemen krijgen, waarvoor opname op de couveuseafdeling noodzakelijk is. Daarom doet men bij een stuitligging pas een keizersnede vanaf 39 weken zwangerschap.
Je kunt schoppen, draaien, golven en porren voelen. Je partner kan het nu ook voelen. Als je baby erg actief is, kun je je buik zien bewegen. Je baby ontwikkelt vanaf 28 weken een patroon waarin hij slaapt en wakker is.
In het kort
Vanaf het begin van de zwangerschap is een baby actief. Sommige bewegingen kunt u goed voelen, maar van andere bewegingen merkt u niets. Hoeveel een baby beweegt en met hoeveel kracht dit gebeurt, is voor iedere baby anders. In z'n algemeenheid is dus niet te zeggen wat normaal is.