Correctheid, naauwkeurigheid. Correctie, verbetering, teregtwijzing; tuchtiging: huis van correctie, ver... 1) Bedachtzaam 2) Behoorlijk 3) Beleefd 4) Beschaafd 5) Bezadigd 6) Doordacht 7) Exact 8) Fatsoenlijk 9) Foutloos 10) Gepast 11) Gerechtvaardigd 12) Goed 13) In de puntje...
Juist is standaardtaal in het hele taalgebied.
Taalnamen krijgen in het algemeen een hoofdletter. Het is bijvoorbeeld het Fries, het Nederlands, het Vlaams en het Catalaans. Dat geldt ook voor 'bedachte' talen als het Esperanto, het Volapük en het Klingon.
Juist wordt in het hele taalgebied gebruikt om een tegenstelling uit te drukken met iets wat eerder is gezegd. De betekenis kan omschreven worden als 'anders dan men zou denken', 'integendeel'. In de standaardtaal in België wordt in die context ook net gebruikt.
U kunt en u kan zijn allebei correct. In Nederland wordt u kan informeler en in geschreven taal minder verzorgd gevonden dan u kunt. In België wordt het gebruik van u kan niet als informeel beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn willen en zullen: u wilt / u wil, u zult / u zal.
Beide zijn goed, maar er is wel een zeker verschil in stijl. Het verschil zit 'm in de stijl: je kan is informeler en meer spreektaal. Bij het schrijven kun je beter kiezen voor je kunt. Tegenwoordig kom je in teksten steeds vaker de informele vorm je kan tegen.
Juist is 's avonds: met een spatie, niet met een streepje. Aan het begin van een zin schrijf je 's Avonds. De woordcombinatie 's avonds is een verkorting van des avonds: 'in de avond, tijdens de avond'. Daarom staat er een apostrof voor de s (en niet erna), om aan te geven dat daar letters zijn weggelaten.
Jij is goed als er nadruk op ligt: 'Niet ik, maar jij zou het doen! ' Je is het minder nadrukkelijke alternatief: 'Het lukt wel, maar je mag altijd helpen. ' Je kan ook 'men', 'jou' of 'jouw' betekenen. Je en jij kunnen als onderwerpsvorm meestal door elkaar heen gebruikt worden.
In de uitspraak valt de d vrijwel altijd weg en is het dus ik hou van jou. Dit gebruik dringt ook steeds meer door in de geschreven taal. Literaire uitgevers hebben daarom vaak een voorkeur voor deze vorm, zeker als het gaat om de weergave van een conversatie.
beautiful. NL: Prachtig, prachtig.
Op 'een' worden accenttekens gezet als het om het telwoord gaat én als het telwoord met het lidwoord verward kan worden. De accenttekens worden ook gezet als het telwoord speciale nadruk krijgt: één, niet twee of meer. De twee lettertekens vormen één klank.
De correcte spelling is per se.
Per se is overgenomen uit het Latijn en betekent 'op zich, op eigen kracht'.
Dank je wel en dankjewel zijn allebei correct in de betekenis 'ik bedank je'. Ik heb al gegeten, dank je wel / dankjewel. Dank je wel / dankjewel voor je hulp.
zonet = zonet bijwoordUitspraak: [zo`nɛt] net vóór dit moment Voorbeelden: `Ze kan niet ver weg zijn, ik heb haar zonet nog gezien. `, `Uw bestelling is zonet binnengekomen. `Synoniemen: zo-even...
Bij een zin met hij, zij, men, het of een zelfstandig naamwoord is wordt altijd met een t. Hij wordt naar school gebracht. Wordt hij naar school gebracht? Ook bij u is wordt altijd met een t.
Als bezittelijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud kan zowel de volle vorm jouw als de gereduceerde vorm je gebruikt worden. Jouw is nadrukkelijker dan je. Als er geen speciale nadruk nodig is, wordt in de praktijk vaker voor je dan voor jouw gekozen.
De correcte vervoeging is je/jij wordt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is baby'tje.
's Maandags en maandags zijn allebei correct, zonder verschil in betekenis. 's Maandags is gebruikelijker dan maandags.
's morgens is een bijwoord van tijd. Het is een zinsdeel dat geen andere woorden nodig heeft om de tijd aan te duiden. De vlucht is verplaatst naar 5 uur 's morgens.
Voor het onderwerp van een zin kunnen we zowel we als wij gebruiken. Het is aan te bevelen om daarvoor zo veel mogelijk de gereduceerde vorm we te gebruiken. Overmatig gebruik van de volle vorm wij maakt zowel gesproken als geschreven taal onnatuurlijk.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.