Prei houd van een vruchtbare vochtige bodem, en kan ook goed grote hoeveelheden stalmest verdragen. Vaak zal het nodig zijn om ook tijdens het groeiseizoen nog een keer te bemesten. Gebruik koemestkorrel of rijke compost als we geen stalmest hebben.
Ze heeft veel voeding nodig, vooral stikstof (voor bladgroei), maar pas op met overbemesten. Naast de algemene voorbereiding van het onderspitten van oude stalmest geven we een week of 3 voor het planten wat bloedmeel of een andere stikstofrijke organische meststof.
In april kan je de winter prei gewoon buiten zaaien. Zaai ongeveer een halve tot één centimeter diep, en bedek de zaden met een dun laagje zaaigrond. Na drie maanden kan je de zaailingen uitdunnen op ongeveer 15 centimeter. Je laat de dikste en sterkste planten staan en verplant de andere plantjes op een andere plaats.
Prei heeft veel mest en water nodig. Deze prei kan vanaf september tot en met december worden geoogst.
Een onregelmatige gewasstand en verzwakte groei bij prei kan eventueel een gevolg zijn van een aantasting door de schimmel “rozerot” (Fusarium culmorum). Alhoewel je bij rotting meestal het verband legt met te natte grond hoeft dit niet altijd zo te zijn. Rozerot slaat toe als de plant (tijdelijk) verzwakt is.
Prei kweken onder insectengaas
Tegen preivlieg volstaat het gewone insectengaas met maaswijdte van 1.35 x 1.35 mm. Gezien preivlieg de grootste aantasting geeft bij jonge preiplanten, moet je het insectengaas al bij de opkweek gebruiken of de planten in een koude glasbak opkweken.
Zoals elke plant heeft prei water nodig. De beste tactiek voor een sterke prei is water geven na het planten, liefst door middel van aangieten. Zo heeft de plant optimaal contact met de omliggende grond. Daarna liefst geen water meer geven.
Bij een lagere temperatuur kunnen de planten doorschieten, d.w.z. vroegtijdig gaan bloeien. Prei groeit door tot een temperatuur van +60 en heeft normaliter geen last van vorst. Bij strengere vorst is dit rasafhankelijk. Na de vorst groeit de prei gewoon door.
Witloof is het moeilijkste te combineren. Je plant dit best na prei. Witloof verdraagt geen vers mest.
Prei kan wel 9 maanden lang worden geoogst! Er zijn twee soorten prei: zomer- en winterprei. De zomerprei groeit goed bij warmere temperaturen en kan minder goed tegen vorst als winterprei. In de zomer is de prei dan klaar om geoogst te worden.
Nooit meer op de composthoop gooien dus, die doorgeschoten prei en ui (en andere groente zoals kool, waarvan de bloemen ook heerlijk smaken). Oogstrelend op je gerechten én: een uitje voor je smaakpapillen. Alle (sier)uitjes in je tuin zijn overigens eetbaar.
Welkoop Koemestkorrels - Mestkorrels - 50 L.
Oogsten en poten van plantprei
Graaf 15 cm uit elkaar plantgaten van 15 – 20 cm diepte en zet de planten ieder in een eigen gat. Het gat hoef je niet dicht te maken met aarde, watergeven is nu voldoende. Prei is eigenlijk geen echte beginnersgroente om te kweken.
In de bouw wordt vermiculiet gebruikt omdat het brandwerend, isolerend, vloeistofabsorberend en temperatuurbestendig is. Ze wordt onder andere veel gebruikt bij de bouw van rookkanalen/schoorstenen. In de tuinbouw wordt vermiculiet gebruikt omdat het heel licht is (ter vergelijking: nog lichter dan piepschuim).
preiplanten zijn winterhard en kunnen indien nodig de hele winter in de grond blijven. prei houdt van goed losgemaakte, vochthoudende grond. Oogsten doe je het beste met een vork of spade, zodat de stengels niet breken. Gewasbescherming met insectengaas tegen de preivlieg wordt sterk aangeraden.
Bij hoge temperaturen en veel zon kan het mogelijk zijn dat je al begin juni kunt oogsten. Wanneer de weersomstandigheden minder goed zijn kan het zijn dat dit pas eind augustus is. Herfstprei kan vanaf begin september tot december geoogst worden. Winterprei kan tussen januari en juni geoogst worden.
Prei is lekker met andere groente zoals wortelen, ui, knolselder, enz. Prei is de basis van de groentenkeuken en is zeer geschikt bij graan-, vlees- en visbereidingen.
Uien houden niet van verse (stal) mest, of van mest of compost met grove bestanddelen. Ideaal is een goed verteerde mest die voor de winter al werd aangebracht. De maden van de uienvlieg boren gangen in de bollen. Ze worden o.a. aangetrokken door verse stalmest.
Snijd iets van de onderkant van de prei af. Verwijder ook de groene bladeren aan de bovenkant en de buitenste bladeren. Je kunt zowel het witte als het groene deel van de prei gebruiken. Juist in het groene deel zitten de meeste vitaminen en mineralen.
Oogstrijpe prei is heel gevoelig voor een nachttemperatuur onder de -10°C. Niet afgedekte prei kan dan veelal als verloren worden beschouwd. Late winterprei verdraagt meer vorst dan oogstrijpe prei. Deze prei zal wel witte bladeren vertonen, maar kan zeer snel hergroeien zodra de temperaturen in het voorjaar stijgen.
Bij het inkuilen graaf je een kuil van ongeveer 25 cm. Vul de kuil met stro en schik de preistelen naast elkaar. Om ziekten en vorming van schimmels te voorkomen mogen de preistelen elkaar niet raken. Maak de kuil dicht met stro en aarde.