Paardenmest is een warmere meststof dan koemest: er wordt bij de vertering van de meststof veel warmte afgegeven. Daarom wordt paardenmest vaak in de plantgaten gedaan van planten die graag warme voeten hebben om te groeien zoals komkommer maar ook tomaten, paprika en aubergines.
Paardenmest is een uitstekende bodemverbeteraar, want deze mest is rijk aan vezels en structuur. Toch heeft paardenmest een 'slechte' naam. Zeer 'verse' paardenmest zit namelijk bomvol onkruidzaden. Lastig als u uw sier- of moestuin ermee wilt bemesten.
Alle gronden, ook humusrijke en veengronden, hebben regelmatig wat mest of compost nodig. Hoeveel dan? Als richtlijn kan aangehouden worden zo'n 300 liter per 100 m2 per jar. Dat mag ook wel 600 liter om het andere jaar zijn, maar niet een keer in de bijvoorbeeld 5 jaar een grote hoeveelheid geven.
Als je de mest op een bult legt zal het vanzelf beginnen te verteren. Dat kun je op koude dagen goed zien door de warmte die er af komt. Goed verteerde paardenmest kun je, afhankelijk van de omstandigheden, pas na een jaar verwerken.
Koemest heeft wel degelijk kwaliteit voor de tuin. Paardenmest echter is nóg beter. Dat bevat meer stro en weet de meststoffen beter te binden. Bovendien is een goed opgezette paardenmesthoop rijk aan wormen, die zorgen voor een geweldige structuur- en humusverbetering van de grond.
De composthoop slinkt naar mate de tijd vordert. In de zomer verkrijg je in drie maanden goede compost en in de winter moet je ongeveer 6 maanden aanhouden.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Net als ander dierlijke meststoffen, bevatten koe- en paardenmest veel micro-organismen. Door hiermee de bodem te mulchen, ga je het bodemleven verrijken en stimuleren. Meer bodemleven betekent meer voedingsstoffen die vrij komen voor de planten en meer CO2 die uit de lucht wordt gebonden. Allemaal zeer positief dus!
In de moestuin (volle grond)
Aardbeien wortelen graag in een luchtige, humusrijke en vochthoudende grond. In de meeste gevallen doe je er daarom goed aan om bij het plantklaar leggen van de grond een extra hoeveelheid DCM Gedroogde Koe-Kippen-Paardenmest in te werken.
Paardenmest als meststof is ideaal omdat het een zeer hoge voedingswaarde heeft, de structuur van de grond verbetert en de planten kunnen er zich dus naar hartenlust tegoed aan doen.
Sommige particuliere paardenhouders laten de mest ophalen door een vriendelijke boer in de buurt. Vaak is dit tegen betaling. Maar sommige boeren halen kosteloos de mest op omdat ze de vaste mest gebruiken als bodemverbeteraar voor hun landbouwgrond.
Goede tomatenmest is organische mest. Kunstmest (vooral stikstofhoudende kunstmest) geeft een mindere smaak aan de tomaten dan organische mest. Dit hebben wij op de kwekerij, waar we de pottomaten kweken, in proeven heel duidelijk ondervonden.
We kunnen de kwaliteit wat verbeteren door er wat kunstmest of koemestkorrel door te mengen. Stalmest is een gecomposteerd mengsel van stro en koemest. Het is een ideale meststof voor de moestuin en bevat relatief veel stikstof.
Paardenmest is een ideale meststof omdat het een zeer hoge voedingswaarde heeft en de structuur van de grond aanzienlijk verbetert. In paardenmest zitten onder andere stikstof, magnesium, fosfaat en kalium en daar zijn planten en bloemen dol op.
Voor het bemesten van rozen is paarden- of koeienmest geschikt. Deze mestsoorten, en dan voornamelijk paardenmest, zitten vol met stikstof, fosfor, kalium en magnesium. Strooi deze mestsoorten nooit rechtstreeks na productie bij je rozen. Paarden- of koeienmest moet namelijk eerst minimaal 18 maanden composteren.
U mag de mest in één werkgang met 1 machine op de grond aanbrengen en onderwerken. Dat doet u met een systeem dat helemaal tot de grond gesloten is. Zorg ervoor dat de mest direct na het aanbrengen wordt ondergewerkt of heel goed met de grond wordt gemengd. De mest is dan niet meer te zien op het grondoppervlak.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten. Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Je kunt beter regelmatig een klein beetje mest geven dan heel veel in één keer. Bemest je tomatenplant eens per drie weken. Maar houd vooral de dosering op de verpakking aan. We adviseren je om speciale, organische tomatenmest te gebruiken.
Tijdens de teelt adviseren we om te kiezen voor meststoffen met een lager stikstof gehalte, maar met meer Kalium. Dat zorgt voor stevigere vruchten. Ook is het goed mogelijk om goed verteerde stalmest en compost door de bodem te mengen, zo'n 4 weken voor het planten.
De paardenmest bevat meestal veel stro, maar soms ook houtsnippers. De mest moet gedroogd worden en tot briketten geperst. Een kwart van de energie in die briketten is nodig voor het drogen, de rest kan daarna bijvoorbeeld in een kachel worden verbrand voor verwarming.
Moestuin: Bemest met een mulchlaag van compost vanaf oktober (kleigrond) tot maart (zandgrond), ook bij fruit. Aan het eind van de winter kun je bemesten met een gemengde organische mest voor de moestuin. Ook kun je groenbemesters zaaien.
De dosering bij 2 keer bemesten is bijde keren 1KG per 10 m2. Bij 3 keer bemesten: eerste keer 1KG per 10 m2, tweede keer 0.7KG per 10 m2 en de derde keer 0.5KG per 10 m2.
De hoeveelheid bijbemesting is afhankelijk van de hoeveelheid stikstof die u al heeft gegeven. In de periode van opkomst tot een vol gewas heeft aardappel in totaal circa 150 kg/ha N nodig.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Wanneer aardappels poten? Als u zelf aardappelen wilt planten, dan poot u ze bij voorkeur tussen juni en oktober. De bodem dient voldoende bemest en los te zijn. Een vaste structuur is voor de late aardappelsoorten echter geen probleem.