De weidehommel is een kleine soort hommel, die in Vlaanderen en Nederland veel voorkomt. De habitat bestaat uit weidegebieden, lichte bossen, tuinen en parken. Weidehommels hebben net als de aardhommel twee gele banden maar met een rood/oranje achterstuk in plaats van wit.
De koningin
Een hommel leeft ongeveer één jaar. In het vroege voorjaar komt de koningin uit de grond waar zij overwinterde.
De grote sterfte van de hommels vindt vooral plaats bij de zeer geurende lindebomen. Zilverlindes zijn bomen die hier oorspronkelijk niet voorkwamen, maar vanwege de geur zijn ze massaal aangeplant. Deze boomsoort bloeit later dan de gewone lindebomen en daaronder liggen dus vaak heel veel slachtoffers.
Bestuivers die van vitaal belang zijn verdwijnen, onder andere door extreme temperaturen en temperatuurschommelingen. Dit kan rampzalige gevolgen hebben voor ecosystemen en de landbouw. Hommels behoren tot de belangrijkste bestuivers in de natuur, maar ze verkeren in de problemen.
Dit kan een oud muizennest zijn, een stuk dood hout, in de composthoop of gewoon in een holletje in de grond. Overwinteringsplekken liggen vaak in de schaduw waar de temperatuur koeler is maar constanter. Door hun sterke beharing zijn ze beter bestand tegen lage temperaturen.
Door klimaatverandering met warme winters soms al in januari. Het probleem is dat de koninginnen voedsel nodig hebben maar dat er nog weinig voedsel te vinden is. Sneeuwklokjes, krokus, blauw druifje zijn belangrijke voedselplanten die vroeg bloeien, plant ze daarom in je tuin.
Nut. Hommels zijn heel nuttige insecten. Doordat ze tijdens hun zoektocht naar nectar van bloem naar bloem vliegen, brengen zij stuifmeel van de ene bloem naar de andere. Zo zorgen zij voor het bestuiven van bloemen en cultuurgewassen.
Elk insect heeft de volgende inwendige organen: hersenen, darmkanaal, uitscheidingsorganen (buizen van Malpighi), eierstok, buisvormig hart, buikzenuwstreng. Het bloed van insecten dient niet voor het transport van zuurstof en is meestal kleurloos. Insecten hebben nauwelijks of geen slagaders, maar wel een hart.
Vaak is dat een oud muizenholletje onder de grond, maar het kan ook een bovengrondse plek zijn als daar isolatiemateriaal is, bijvoorbeeld in een spouwmuur of in een oud vogelnestje.
Hommels zijn over het algemeen geen aggressieve insecten en zullen slechts steken uit zelfverdediging wanneer ze in het nauw gedreven worden of wanneer hun nest verstoord wordt. Tijdens een steek spuit een hommel een hoeveelheid hommelgif in via de angel.
Hommels zijn niet agressief
Maar dat is helemaal niet nodig. Een hommel is geen agressief dier en ze komen je niet lastig vallen zoals wespen dat kunnen doen.
Een hommel ziet er vanwege zijn verschijning indrukwekkend uit. Vanwege de grootte van een hommel zijn mensen vaak bang voor zijn steek. Goed nieuws: hommels steken alleen als ze zich bedreigd voelen. Als je rustig blijft, zullen ze jou geen pijn doen.
Een winterse slaapplek
Zo overwintert de jonge koningin van de hommels op een beschutte plek in jouw tuin. Dat kan in een composthoop zijn, onder een hoop bladeren of onder een vaste plant. Daar gaat ze in winterrust en komt het volgende voorjaar tevoorschijn om een nieuwe kolonie te stichten.
Heb jij wel eens een hommel geaaid? Dat kan, heel zachtjes met een vinger. Als een hommel bezig is om stuifmeel te verzamelen in een bloem kun je hem voorzichtig over zijn rug aaien. Voel maar eens wat een heerlijk zacht bontjasje hij aan heeft!
De hommel kent naast de koekoekshom- mel nog meer natuurlijke vijanden. Vogels als bijeneters, maar ook veel zoogdieren waaronder dassen en muizen, zijn gek op hommels. Tevens zijn er andere insecten die parasiteren op hommels. De larven van de hommelnestmot leven in het nest van de hommel en eten daar de was op.
'Vliegende teddybeer' noemen de Zuid-Amerikanen de Bombus dahlbomii liefkozend, of 'vliegende muis'. Met een koningin die een lengte tot vier centimeter kan bereiken is het de grootste hommel ter wereld. Ook de tong van de soort is lang.
Laat de hommel altijd buiten (onder afdak tegen regen) zodat hommel kan wegvliegen wanneer ze wil. Neem de hommel nooit mee naar binnen bij de verwarming.
Hommels zien net zoals andere bijen kleuren anders dan de mens. Ze zien geen rode kleuren, maar wel de kleuren in het ultraviolette deel van het licht (uv-licht). Veelal weerkaatsen de zogenaamde honingmerken in bloemen uv-licht, waardoor ze voor hommels goed zichtbaar zijn.
Uit het experiment, beschreven in het vakblad Biology Letters, blijkt dat hommels gemiddeld tot 7.500 meter hoogte kunnen vliegen.Sommige exemplaren halen zelfs de 9.000 meter-grens, wat hoger is dan de Mount Everest (8.848 meter).
Maar, hommels bouwen geen honingraten en hebben geen honingvoorraad: bijen wel! Hommels slaan alleen een beetje nectar op om voor zichzelf een voorraadje te hebben op slechtere dagen. Bijen zijn wat kleiner dan hommels en ze hebben minder haar op hun lichaam. Bijen maken honing, hommels niet.
Het blauwpaarse gebied is voor hommels weer aantrekkelijk. De kleur van de bloem is niet willekeurig. Met de kleur verleidt de plant de soorten insecten. Mogelijk ontwikkelden plantensoorten in de loop van de evolutie een kleur die aantrekkelijk is voor bepaalde insectengroepen, waardoor de soort beter kan overleven.
Bijen en hommels hebben een angel met weerhaakjes. Wanneer een bij of hommel steekt scheurt de angel met het gifblaasje los van het lijf. Bijen en hommels kunnen dan ook niet meer dan één maal steken en gaan na de steek dood. Wespen hebben een angel zonder weerhaken waardoor de wesp tot wel 10 maal kan steken.
Hommels eten nectar en stuifmeel. Planten 'eten' voedingsstoffen uit de bodem. Zo is het ecosysteem een samenhang van biotische (levende) factoren, en abiotische (niet-levende) factoren.
Hommels eten naast stuifmeel en nectar ook een kleine portie honing die ze zelf aanmaken en opslaan in zogenaamde wasbekers.
Hommels hebben eigenlijk te kleine vleugeltjes voor hun grote lichaam (èn het stuifmeel!). Lange tijd was het een raadsel voor onderzoekers hoe ze toch konden vliegen. Na onderzoek bleek dat ze luchtwervelingen maken met hun vleugeltjes.Die zorgen voor een kracht omhoog waardoor de hommel, tòch kan vliegen.