Door oude takken te snoeien krijgen nieuwe scheuten een kans en gaat de struik veel langer mee. Als je niets anders zou doen dan elk jaar een oude dikke tak weghalen, kan de roos wel dertig jaar oud worden.
Rozen in kweekpotten kun je het hele jaar door planten, zelfs hartje zomer. Rozen met kale wortels kunnen van oktober tot en met april de grond in. Als een roos op de juiste plek staat, kan deze tientallen jaren oud worden.
Zonodig neemt u een of twee takken bij de basis weg. Om de struik op maat te houden knipt u een derde van de andere takken af. Dit geldt ook voor oude rozen met een remonterende bloei ('Sweetheart'). Wilde rozen zoals Rosa glauca en Rosa rugosa snoeit u alleen om de struik te verjongen.
In de maanden juli en augustus kun je de bloei van rozen in jouw tuin verlengen, door de uitgebloeide rozen weg te knippen. Zo kunnen rozen tijdens hun tweede bloei alle kracht geven aan het maken van nieuwe knoppen. Het is belangrijk om de roos net boven een vijfblad (een uitloper met 5 blaadjes) af te knippen.
De verse rozen komen rechtstreeks van de veiling en gaan gemiddeld 1,5 week mee, behalve de choco rozen; deze kunnen wel 3 weken goed blijven.
Door aantasting met roest kunnen jonge scheuten afsterven en kan de roos alle bladeren verliezen, waarna hij doodgaat. Roest op rozen bestrijden: Geef rozen een voeding met veel kalium en verwijder aangetaste bladeren. Snoei de roos en verwijder alle aangetaste scheuten.
Rozen houden van zon en ruimte.
Plant ze op een plek waar minimaal 5 tot 6 uur zon staat (of kies een soort die het ook in de halfschaduw doet) en waar niet eerder rozen hebben gestaan (rozenaaltjes!). Zet ze nooit dicht tegen een muur aan, daar is het te droog.
De meeste struikrozen worden 75-150 cm hoog, er zijn ook bodembedekkende rozen die laag blijven en botanische rozen die wel twee meter hoog kunnen worden. Rozenstruiken zijn mooi voor een perk, een plantvak, een border en zelfs voor een haag. Rozen zijn erg mooi te combineren met vaste planten en andere struiken.
Rozen kun je alleen verplanten als het blad eraf is (niet als het vriest!), in februari of maart. Die laatste twee maanden zijn heel gunstig, omdat de winterkou dan voorbij is. Met andere woorden: de snoeitijd is ook het tijdstip voor het verplanten. Daarom snoei je allereerst ook de rozen die je wilt verplaatsen.
Rozen houden van een zonnige standplaats. Voorzie een voldoende ruim plantgat: 50 x 50cm. Rozen wortelen oppervlakkig. Let op dat u bij rozen in pot de kluit zoveel mogelijk intact houd.
Na de bloei van de rozen kun je alle uitgebloeide bloemen verwijderen en de plant eventueel wat korter snoeien als de plant bijvoorbeeld te groot wordt. Doe dit bij voorkeur voor de winter, nooit snoeien als het vriest.
Heesterrozen en Engelse rozen snoeien
Forse heesterrozen en Engelse rozen worden minder sterk gesnoeid. Snoei ook deze in maart. De eerste jaren niet snoeien, na drie jaar een derde van alle takken afknippen.
Na de bloei, in de zomer, verwijder je de uitgebloeide bloemen. Zo kan de plant nieuwe bloemen vormen. Rozen snoeien voor de winter is nodig om je plant “winterklaar” te maken. Kort de rozen in tot op kniehoogte, zo'n 50 cm van de grond.
Rozenroest is een schimmelziekte die meestal voorkomt bij minder goed verzorgde en verzwakte planten. De sporen van de Phragmidium mucronatum worden door de wind verspreid. In het voorjaar verschijnen er kleine oranje vlekjes op stengel en bladstelen.
De sterkste rassen zijn de mooie stamroos Sneeuwwitje, die lichtroze bloemknoppen laat veranderen in prachtige witte rozen. Wil je meer kleur? Een andere sterke roos is de Red Leonardo davinci. Deze rode roos bloeit tot oktober, krijgt veel bloemen en ruikt ook nog eens heel lekker.
Rozen verzorgen
Omdat rozen ontzettend snel groeien hebben ze regelmatig voeding nodig. Geef ze daarom in het voorjaar, na de eerste snoeibeurt, speciale rozenmest en herhaal dit in juni voor een extra boost in de zomer. Door je rozen te bemesten zijn ze beter bestand tegen ziektes en plagen.
De beste tijd om rozen te verplaatsen of te verplanten is de maand oktober. Water geven doet u 's ochtends vroeg, voordat de tuin opgewarmd is. Vroeg water geven geeft minder kans op schimmelziektes omdat de roos zo goed kan opdrogen.
De beste planttijd voor rozen is begin november. Rozen planten in de herfst heeft het voordeel dat de naakte wortels snel zullen aanslaan in de nog lauwe grond, daardoor lopen de planten in het voorjaar vlotter uit.
Bemesten doe je twee keer per jaar, ergens in maart en honderd dagen daarna (juni). De rozen die alleen wat verjongings- en fatsoeneringssnoei nodig hebben (grofweg de klimmers, de heesterrozen en de historische rozen) geef je in september ook nog wat mest.
De meest bekende trosroos is Rosa 'The Fairy'. Deze roos is in 1932 gekweekt en heeft heel veel kleine lichtroze bloemen die licht geuren. Dit geeft hem een prachtig sprookjesachtig uiterlijk. Het is een sterke roos die lekker lang doorbloeit.
Sterk, ziektevrij groen blad. Toch wordt dit struikje maar 80 cm hoog en 40-60 cm breed als je hem ieder jaar in maart tot een hoogte van 15 cm terugsnoeit. Goed winterhard. Deze roos moet je echt ruiken.
Gebruik stekpoeder of beter stekgel op het onderste deel van de tak met verwijderde bast of insnijdingen over circa 2 cm. Met een houten potlood een plantgaatje maken, de tak plaatsen en de grond rondom de stek goed aandrukken. Na het planten en water geven de 'stolp' over de plant zetten tot op de grond.
Je rozen zullen het best groeien in een grond met een optimale pH of zuurtegraad (een pH tussen 6,5 en 7,5 is ideaal). Voldoende kalk in de bodem is dan ook een absolute vereiste. Zonder kalk hebben de wortels van rozen het moeilijk om voedingsstoffen uit de bodem op te nemen.
Door het baksodawater over de plant te sproeien geeft het vollere en gezondere bloemen. Voorbeelden van planten waarbij dit zeer goed werkt, zijn: clematis, ridderspoor (delphinium) en anjers (dianthus), begonia, geranium en hortensia (hydrangea). Voeg 1 mespuntje baksoda toe aan het water van de snijbloemen.
Rozenstruiken hebben niet veel water nodig, maar de grond moet altijd vochtig zijn. Gebrek aan water maakt de rozen kwetsbaar voor ziekten zoals meeldauw. Een teveel aan water verstikt de wortels, dit kunt u herkennen doordat de blaadjes geel worden.